dinsdag 21 december 2021

Auke Hulst

De Mitsukoshi Troostbaby Company
Ambo Anthos 2021, 607 pagina's  € 26,99

Wikipedia: Auke Hulst (1975)

Korte beschrijving
Dikke, gelaagde roman van Auke Hulst die zich net als andere boeken van hem (‘Slaap zacht, Johnny Idaho’, ‘En ik herinner me Titus Broederland’) afspeelt in de (nabije) toekomst. Het is 2032, de mensen zijn in staat om robots te maken die nauwelijks van echte kinderen te onderscheiden zijn. Auke Hulst (de romanfiguur)  is een sciencefictionschrijver. Zeven jaar eerder verliet zijn vriendin hem nadat ze haar zwangerschap onderbrak. Dat heeft hij nooit goed verwerkt en hij bestelt zo'n robotkind, een meisje van zeven: Scottie. Hij doet met haar de dingen die een vader met een dochter van zeven doet en heeft gesprekken met haar. Terwijl hij zijn dochter opvoedt, werkt hij tegelijkertijd aan een roman over een tijdreiziger die wat hem zeven jaar eerder overkwam wil voorkomen en schrijft hij voor zijn uitgever een dagboek. Die drie verhalen lopen door elkaar in dit knap geschreven en erudiete boek met rake observaties en bespiegelingen. Het robotkind dat uiterlijk nooit ouder zal worden dan ze er uitziet ontroert en het verhaal zet de lezer aan het denken.

Tekst op website uitgever
De Mitsukoshi Troostbaby Company van Auke Hulst is een intrigerende roman: een aangrijpende mix van memoires, robotverhaal, tijdreisverhaal en alternate history over verlies, schuld en ouderschap.

De Mitsukoshi Troostbaby Company van Auke Hulst is een grootse roman van de schrijver van Kinderen van het Ruige Land en En ik herinner me Titus Broederland. De culminatie van een oeuvre.

In een nabije toekomst koopt een eenzame sciencefictionschrijver een robotdochter die het verlies van een ongeboren kind moet goedmaken. Ondertussen werkt hij aan een roman waarin zijn alter ego terugkeert in de tijd met het doel de loop van de geschiedenis zo te veranderen dat zijn ongeboren kind alsnog geboren kan worden – al was het maar in een verhaal. Laten werkelijkheid en fictie zich in handen van een schrijver wel dwingen?

De Mitsukoshi Troostbaby Company van Auke Hulst is een ambitieuze mengvorm van memoires, robotverhaal, tijdreisverhaal en alternate history, waarin verlies, schuld en ouderschap centraal staan. Hulst laat in deze aangrijpende roman zowel de kracht als de beperkingen van fictie zien.

‘Auke Hulst heeft zich ontwikkeld tot een volleerd literair portretschilder.’ – Trouw
Over En ik herinner me Titus Broederland:
**** ‘Verbluffende stijl. Pijnlijk ontroerend.’ – de Volkskrant
**** ‘Een fenomenaal beschreven apocalyptische wereld.’ – De Standaard
‘Een begenadigd fantast die zijn wondere wereld optrekt uit louter taal.’ – Trouw
Over Zoeklicht op het gazon:
‘Het inlevingsvermogen van Hulst is even groot als zijn stilistische brille.’ – NRC Handelsblad

Fragment uit De lasso van de tijd
Op zekere dag ligt hij in bed in stilte te staren naar het plafond - alleen zijn lichaam verraadt nog het verstrijken van de tijd. Hij begint langzaam andere dingen op te merken. Het licht dat door de gesloten gordijnen schemert, het zoemen van de koelkast waarin het weinige eten is veranderd in een wetenschappelijk experiment. Buiten wordt gerenoveerd, de stad een permanente werkplaats: percussie van staal op staal, het gejengel van zaag- en schuurmachines, de Babylonische taalpotpourri van arbeidersmigranten die door de Partij gedoogd worden omdat ook kaderleden tegen een schappelijke prijs een nieuwe badkamer willen. Hij staat op, scheurt verhuisdozen aan stukken, plakt met het karton en ducttape alle ramen af, trekt de stekker uit de koelkast. Als hij Seneca was, zou hij wegkruipen achter een kast of tussen d spouwmuren, om nooit meer gevonden te worden. Toch?
  Weer in bed overdenkt hij die twijfel. Dat kan gerust een paar uur geduurd hebben - dan staat hij op, scheurt het karton van de raamkozijnen en schuift de gordijnen open. Het is een zonnige dag - hij slaat een hand voor ogen tegen het licht. Als hij zijn hand weer wegneemt ziet hij dat de dames in het advocatenkantoor aan de overkant hem aangapen. Hij heeft alleen een odnerbroek aan. Hij trekt snel een rondslingerend T-shirt over zijn hoofd en kan het niet nalaten te lachen.
  Verdomd. Hij lacht.
  En zij lachen ook. Een eentje zwaait. En eentje schudt het hoofd en pleegt een telefoontje.

Er verstrijken jaren die niet bevochten hoeven te worden, slechts ondergaan. Hij krabbelt op, heeft scharrels die hij nooit dichtbij laat, schrijft serieuze romans die een bescheiden succes zijn, reist. En o ja, Seneca overlijdt - een overlijden dat hem buitenproportioneel aangrijpt. Over wat er tussen hem en Sam gebeurd is zegt hij niks meer, ook niet tegen vrienden die het min of meer van dichtbij hebben meegekregen. Maar indirect schrijft hij er wel over - hij probeert met woorden te reanimeren wat verloren is gegaan. Het treft hem dat hij op papier niet zozeer alchemie bedrijft - zijn laatste roman heet Oefeningen in alchemie -, maar wederopstanding. Dat dat in christelijke termen gelezen kan worden ergert hem bij voorbaat. Terwijl hij over de toekomst schrijft, leeft hij in het verleden, of nee, hij schrijft over het verleden, dat hij lafjes vermomt als de toekomst. En ergens in zijn achterhoofd schampert Pascal: 'Zo onbezonnen zijn dat we ronddwalen in tijden die helemaal niet van ons zijn en volstrekt niet denken aan de enige die ons wel toebehoort.' (pagina 247-248)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen