zondag 5 december 2021

Norbert Sachser

De mens in het dier : waarom dieren zo op ons lijken in denken, doen en laten
Spectrum 2019, 247 pagina's  € 20,99

Oorspronkelijke titel: Der Mensch im Tier (2018)

Wikipedia: Norbert Sachser (1954)

Korte beschrijving
Langzamerhand is het besef gegroeid, dat de grens tussen mens en dier minder groot is dan lang gedacht. In gang gezet door o.a. Jane Goodall bij 'haar' chimpansees. Overeenkomsten in erfelijke aanleg (DNA) zijn opvallend. Maar het geldt ook voor eigenschappen per individu, leervermogen, communicatie, (sociaal) gedrag. Vooral zoogdieren zijn onderzocht (o.a. mensapen, dolfijnen, vogels, cavia’s). Maar ook bv. vissen blijken te praten. Allerlei aspecten komen aan de orde: voortplantingsstrategieën, agressie, stress, verstand tegenover instinct, hormonen, hersenontwikkeling, erfelijkheid, welbevinden, de functie van sociale contacten, (epi)genetica. De hoofdstukken zijn los van elkaar te lezen. Er zijn geen illustraties. Per hoofdstuk zijn er literatuurverwijzingen en een samenvatting. Plezierig taalgebruik voor een breed publiek. De Duitse auteur en onderzoeker, professor in Zoölogie en directeur van het Centrum voor Gedragsbiologie, geeft een zeer genuanceerd oordeel. En daarmee inzicht in diverse feiten en wetenschappelijk onderzoek. Zeker de moeite waard, zowel om de inhoud als om de manier waarop de stof gebracht wordt. Uitstekend geschikt voor een breder begrip en waardering van dieren en hun welzijn. En soms denk je al lezend: was de mens maar meer cavia.

Tekst op website uitgever
Cavia's vermijden sociale stress. Dolfijnen en olifanten kunnen zich verplaatsen in anderen. En honden kunnen oprecht jaloers zijn. Uit onderzoek van de afgelopen jaren zijn we steeds meer te weten gekomen over dieren. Zoogdieren zijn onze naaste verwanten en we lijken veel op elkaar, maar wat onderscheidt ons precies van hen? En wat kunnen we van ze leren? Deze vragen zijn het uitgangspunt voor Norbert Sachsers fascinerende boek De mens in het dier. Hij laat de meest recente ontdekkingen uit de gedragsbiologie zien en beschrijft onder andere hoe honden empathie tonen, muizen alzheimer krijgen en waarom chimpansees oorlog voeren. Op toegankelijke wijze beschrijft hij de essentie van zijn eigen baanbrekende onderzoek en geeft antwoord op vragen als: zijn dieren beter dan de mens – of staan ze dichter bij ons dan we denken?

Norbert Sachser (1954) is een autoriteit op het gebied van de gedragsbiologie. Hij is professor in de Zoölogie aan de Universiteit van Münster en directeur van het Centrum voor Gedragsbiologie. Hij is een van's werelds toonaangevende onderzoekers in zijn vakgebied. Hij studeerde biologie, scheikunde en sociologie aan de Universiteit van Bielefeld.

Fragment uit hoofdstuk 1. Typisch mens, typisch dier? : een heel andere kijk op het dier
Er is een revolutie gaande in de gedragsbiologie. Die heeft niet alleen verregaande gevolgen voor het beeld dat wij mensen van onszelf hebben, maar ook voor onze verhouding met dieren. Een paar decennia geleden stond de gedragsbiologie nog in het teken van twee dogma's: dieren kunnen niet denken en we kunnen niets zinnigs zeggen over wat dieren voelen. Inmiddels beschouwen gedragsbiologen beide beweringen als onjuist en beweren ze het tegendeel: dat veel diersoorten in staat zijn om bewust bepaald gedrag te vertonen en dat ze kunnen denken. Ze herkennen hun eigen spiegelbeeld en lijken tot op zekere hoogte te beseffen dat ze een 'ik' zijn. Veel diersoorten laten gevoelens zien die opvallend veel op die van mensen lijken. Situaties die ons een positief of negatief gevoel geven, zoals bijvoorbeeld verliefd worden of een levensgezel verliezen, lijken dezelfde invloed te hebben op onze dierlijke familieleden.
  De moderne gedragsbiologie is in de afgelopen decennia zo radicaal anders over dieren gaan denken dat je kunt stellen dat er sprake is van een paradigmaverschuiving: de elementaire inzichten zijn ingrijpend veranderd. De oude tegenstelling - de homo sapiens wordt door zijn verstand geregeerd en het dier wordt door zijn instinct geleid - gaat niet langer op. En dat roept vragen op: in welk opzicht verschillen we eigenlijk van dieren? Hoeveel mens zit er in een dier?
  In dezelfde periode dat de biowetenschappen tot nieuwe inzichten kwamen is ook het gewone publiek heel anders gaan denken over de verwantschap tussen mens en dier. Toen biologiestudenten een paar decennia geleden de opdracht kregen om foto's van een goudvis, een chimpansee en een mens spontaan in twee categorieën te verdelen, schaarde meer dan negentig de mens in de ene categorie en de goudvis en de chimpansee in de andere. Dat waren immers dieren. De huidige generatie studenten biologie die tijdens hun eerste semester dezelfde opdracht krijgt, maakt een heel andere keuze: meer dan vijftig procent stopt de mens en de chimpansee in de ene categorie en de goudvis in de andere. Mens en dier lijken naar elkaar toe te zijn gegroeid.
  Dat blijkt ook uit de verandering van een derde dogma. Tientallen jaren gold dat dieren met hun gedrag de soort dienden. Ze doodden gewoonlijk gene soortgenoten, hielpen elkaar of offerden zich zelfs op als dat nodig was. Inmiddels weten we dat dat beeld niet klopt. Dieren doen bepaalde dingen vooral om ervoor te zorgen dat de kopieën van hun eigen genen zo efficiënt mogelijk aan de volgende generatie worden doorgegeven, en als het nodig is, brengen ze daarvoor ook hun soortgenoten om. Blijkbaar zijn dieren dus geen 'betere versie' van de mens.
  De kloof tussen mens en dier wordt ook op andere gebieden kleiner. Zowel mensen als dieren kunnen door dezelfde omstandigheden in hun leefomgeving last van stress krijgen, en omgekeerd kunnen identieke factoren stress bij mens en dier verminderen. Genen en omgeving beïnvloeden elkaar bij mensen en dieren op een vergelijkbare manier en bepalen zo het denken, voelen en handelen. Ook bij dieren ontwikkelt het gedrag zich niet volgens vaste regels: een dier kan door invloeden uit de omgeving, socialisatie en leerprocessen op volwassen leeftijd heel anders zijn dan voor de geboorte. Ten slotte blijkt dat dieren bij nadere bestudering wel degelijk van elkaar verschillen. Daarom spreken onderzoekers binnen de gedragsbiologie inmiddels ook van dierpersoonlijkheden.
  In dit boek laat ik zien hoe en waarom de wetenschappelijke kijk op het gedrag van dieren zo ingrijpend is veranderd. Ik richt me vooral op een groep dieren waartoe ook wij mensen behoren: de zoogdieren. Er zijn bijna 5500 verschillende soorten zoogdieren die op de meest uiteenlopende plekken op aarde te vinden zijn. (pagina 15-17)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen