Uitgeverij Pluim 2020, 111 pagina's - € 12,99
Lenen als E-book via bibliotheek.nl
Website Sanne Bloemink (1973)
Korte beschrijving
Korte beschrijving
Dit boekje, een soort essay, van auteur en journalist Sanne Bloemink (1973) is verschenen in de serie 'Vitale ideeën voor de wereld van morgen'. Twee onderwerpen springen eruit: klimaat en biodiversiteit. Het gaat daarbij niet alleen om praktische oplossingen (bv. geen fossiele brandstoffen; natuurgebonden maatregelen), maar ook hoe planten en dieren in hun (voort)bestaan een rol kunnen spelen en een stem kunnen krijgen in hun toekomst: een dialoog met behulp van kunstmatige intelligentie, uitmondend in zelfstandig handelen. Om zo te laten zien dat hun inbreng even waardevol is als die van andere organismen (de mens staat niet boven de natuur). Het ontwikkelen van een ecologische economie. Wat heeft de natuur ons te vertellen, vanuit het perspectief van o.a. de dieren. De eigendunk van mensen wordt ter discussie gesteld (in ons DNA zitten ook onderdelen van o.a. virussen). Het streven naar samengaan van natuur, politiek en wetenschap is het doel van deze discussie. Interviews met mensen uit diverse disciplines leveren het materiaal daarvoor. En dat alles in de zoektocht naar een vertrouwenwekkende toekomst. Een op de toekomst gericht, vernieuwend discussiestuk over het voortbestaan van mens, natuur en biodiversiteit. Respect voor de leefwereld om ons heen vanuit dat perspectief.
Tekst op website uitgever
Terwijl mensen over de hele wereld binnen bleven kwam de natuur tot leven. Vogels floten erop los, de lucht was frisser dan ooit en de herrie van het verkeer verstomde. Walvissen waren voor even verlost van de door zeetankers veroorzaakte geluidsoverlast en zeeschildpadden legden hun eieren op verlaten stranden. Dit tijdelijke venster op een andere wereld geeft hoop voor de toekomst.
De covid-19-pandemie wijst ons op het feit dat we niet zijn losgezongen van de materiële wereld, maar hier een integraal onderdeel van uitmaken. Alles is met alles verbonden en het wordt tijd dat we deze ecologische verbondenheid gaan voelen en erkennen. Maar hoe doe je dat?
Deze vraag stelt Sanne Bloemink zich al een aantal jaren. Hoe raak je verbonden met de omgeving, met de natuur? Waar begint die relatie? Bloemink sprak hierover met vooruitstrevende wetenschappers, kunstenaars, schrijvers en denkers die zoeken naar nieuwe perspectieven op de omgeving. Hun werk is beangstigend, desoriënterend en opwindend tegelijk. Dus houd je vast.
Sanne Bloemink (1973) is schrijver en journalist. Eerder schreef ze Hypermama (2008), Happy Me (2012) en Diagnosedrift (2018). Ze publiceert regelmatig in De Groene Amsterdammer.
Fragment uit 4. Ondergrondse schimmeldraden
'We staan op een kruispunt in de geschiedenis.' 'De coronacrisis is een kans.' Het zijn zinnen die ik de afgelopen maanden zo vaak heb gelezen dat ik er al een flinke dosis irritatie bij voel. Want iedereen berijdt zijn eigen stokpaardje en betoogt dat 'juist nu' de tijd rijp is om ... en dan volgt het specifieke doel: thuiswerken, basisinkomen, vergroering, etc. De vraag is in hoeverre aan al die hooggespannen verwachtingen zal worden voldaan. Bovendien is het nog de vraag of het wel gepast is om in deze crisis 'een kans' te zien, nu duidelijk is dat wereldwijd de impact van de gevolgen van COVID-19 keihard en vooral zeer ongelijk verdeeld is. Want hoe makkelijk is het voor mij om van achter mijn laptop over kansen te schrijven terwijl overal ter wereld werknemers in vitale beroepen, meestal juist de laagst betaalde beroepen, veel meer risico lopen dan ik?
'We staan op een kruispunt in de geschiedenis.' 'De coronacrisis is een kans.' Het zijn zinnen die ik de afgelopen maanden zo vaak heb gelezen dat ik er al een flinke dosis irritatie bij voel. Want iedereen berijdt zijn eigen stokpaardje en betoogt dat 'juist nu' de tijd rijp is om ... en dan volgt het specifieke doel: thuiswerken, basisinkomen, vergroering, etc. De vraag is in hoeverre aan al die hooggespannen verwachtingen zal worden voldaan. Bovendien is het nog de vraag of het wel gepast is om in deze crisis 'een kans' te zien, nu duidelijk is dat wereldwijd de impact van de gevolgen van COVID-19 keihard en vooral zeer ongelijk verdeeld is. Want hoe makkelijk is het voor mij om van achter mijn laptop over kansen te schrijven terwijl overal ter wereld werknemers in vitale beroepen, meestal juist de laagst betaalde beroepen, veel meer risico lopen dan ik?
Toch is het niet voor niets dat zo veel journalisten en schrijvers de drang voelen om die zin, of vergelijkbare zinnen, op te tikken en de wereld in te gooien. Want uiteindelijk geloof ik ook dat de coronacrisis, naast al het leed dat wordt veroorzaakt, tegelijkertijd een venster zou kunnen bieden op een nieuwe wereld. Dat is in eerste instantie een gevoelskwestie. Voor het eerst heb ik een sterk gevoel van iets wat ik eigenlijk al wist. Dat weten is door deze crisis echter meer 'doorleefd' geraakt. het is het gevoel dat ik onderdeel ben van een groter geheel. Dat de acties van ieder individu uitmaken voor de gezondheid van het collectief. Dat de samenleving door en door sociaal is en dat de 'wij' van die samenleving zich aan het uitbreiden is, voorbij de mens. 'Het virus herschrijft onze verbeelding. Wat als onmogelijk voelde is denkbaar geworden ... Het lijkt erop dat we een nieuwe structuur van gevoel aan het leren zijn,' schrijft Kim Stanley Robinson in The New Yorker (1 mei, 2020).
Schimmeldraden onder de grond vormen een communicatienetwerk en verbinden bomen met elkaar; dit netwerk maakt al die bomen samen tot een bos. Ik ben een individu, maar tegelijkertijd ben ik onderdeel van het ecosysteem van mijn lichaam, waarin naast menselijke celen talloze microben leven die continu DNA met elkaar uitwisselen. Bovendien kan het virus zomaar mijn lichaam binnendringen via het lichaam van mijn buurvrouw, het ecosysteem van mijn straat. Ik ben onderdeel van het ecosysteem van mijn stad, mijn land en uiteindelijk van het ecosysteem van de aarde. Als ik een telefoon koop, dan gaat er ergens in Afrika een arme loonarbeider de mijn in om grondstoffen voor die telefoon te winnen. Voor die mijn is een bos gekapt waardoor de vleermuis, een bron van ziekteverwekkende virussen, dichter bij deze arbeider komt te leven. De arbeider heeft honger en eet een gorilla op, bushmeat voor de nodige proteïne. Als hij nog minder inkomsten heeft, gaat hij misschien schubdieren stropen en verkopen aan een tussenhandelaar die de dieren weer verkoopt op een wet market in China. Alles is met alles verbonden. (pagina 102-104)
Citaat uit een recensie
Redenen om dit boek wel te lezen
Het is een groot geluk dat Bloemink zo veel eigenzinnige initiatieven in dit boek bij elkaar brengt. Zoals het Linnaeusproject, dat inspeelt op het feit dat de grootste rijkdom aan diversiteit ter vinden is op plekken waar de levensstandaard van mensen het laagste is.
Redenen om dit boek wel te lezen
Het is een groot geluk dat Bloemink zo veel eigenzinnige initiatieven in dit boek bij elkaar brengt. Zoals het Linnaeusproject, dat inspeelt op het feit dat de grootste rijkdom aan diversiteit ter vinden is op plekken waar de levensstandaard van mensen het laagste is.
Misschien kunnen dieren een digitale portemonnee krijgen waarmee ze hun menselijke medebewoners gaan betalen om hen te beschermen? Hoe controversieel ook, dit soort wilde ideeën smaken naar meer. (Uit: Rouwen om een gletsjer en andere wilde ideeën, Trouw, woensdag 12 augustus 2020)
Sanne Bloemink schreef samen Christien Brinkgreve en Eric Koenen: Taalkracht : andere woorden andere werelden (in 2020) en Weten vraagt meer dan meten : hoe het denken verdwijnt in het regime van maat en getal (in 2017)
Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen