De coders : een kijkje in het hoofd van programmeurs, de machtigste beroepsgroep ter wereld
Maven 2019, 400 pagina's - € 20,99
Oorspronkelijke titel: Coders : the making of a new tribe and the remaking of the world (2019)
Wikipedia: Clive Thompson (1968)
Korte beschrijving
Clive Thompson is een bekende wetenschaps- en technologiejournalist die publiceert in NYT Magazine en Wired. In het boek 'De coders' snijdt hij een urgent onderwerp aan: wat voor mensen zijn programmeurs, hoe denken ze en wat voor invloed heeft dat op ons dagelijks leven? Thompson behandelt veel clichés en ideeën over programmeurs en weet ze vaak te ontkrachten of te nuanceren. Zo heerst het idee dat iedereen welkom is en een kans maakt, terwijl in de praktijk veel mensen (vrouwen, minderheden) het toch moeilijker hebben als ze in de ICT-sector willen werken. Wat zeker is, is dat veel programmeurs een slag mensen zijn met specifieke vaardigheden en vaak non-conformistische, antiautoritaire opvattingen die interessant (en soms vermakelijk) zijn om te lezen. Dit boek heeft een hoge urgentie en geeft een kijkje in het heden en de nabije toekomst. Anderzijds is het werk een prachtige samenvatting van de nog korte geschiedenis van het programmeren. Dit werk is zo geschreven dat het geschikt is voor een breed publiek. Voorzien van een register. Goede kwaliteit vertaling.
Tekst op website uitgever
Welkom in de 21e eeuw: het tijdperk waarin programmeurs de dienst uitmaken. Facebooks algoritmes bepalen het nieuws, WhatsApp domineert onze communicatie en ons liefdesleven wordt gestuurd door datingapps. Onze wereld draait op computercode, en die is geschreven voor programmeurs.
Clive Thompson, een van de meest invloedrijke tech-denkers van dit moment, geeft een onthullende analyse van deze onzichtbare architecten van de maatschappij. Ze hebben een passie van logica, een obsessie met efficiëntie en een extreme tolerantie voor tegenslagen. Wie zijn deze programmeurs precies, wat drijft hen en het allerbelangrijkst: hoe beïnvloedt hun manier van denken ons dagelijks leven?
Van cryptohackers tot AI-ontwikkelaars, van backend-engineers tot frontend-designers, van de allereerste coders (pionierende vrouwen) tot de huidige ‘disruptors’ in Silicon Valley (en alles ertussenin) – Thompson biedt je een alomvattende blik in het hart van de IT-machine.
Clive Thompson schrijft voor The New York Times Magazine en is columnist voor Wired en Fast Company. Hij brak door met zijn veelbesproken boek We worden steeds slimmer: Hoe apps, gadgets en social media ons intelligenter maken.
Fragment uit 3. Voortdurende frustratie en uitbarstingen van vreugde
Bovendien gaat het bij het overgrote deel van het programmeerwerk om het in kleine stukken breken van een grote, moeilijke taak. Je schrijft niet in één klap één groot ronkend programma. Je schrijft kleine brokjes code, kleine subroutines - functies, modules - die wanneer ze aan elkaar worden gekoppeld de grote taak uitvoeren. Als je ontbijt maakt, kun je elke handeling die je uitvoert zien als een functie: de eieren breken is een functie (breekeieren()), net als boter op de toast smeren (beboter - toast()). Koppel ze aan elkaar in een logische flow en daar is je hoofdprogramma.
Wanneer je aan het programmeren bent, concentreer je je in het algemeen op het bouwen van één functie tegelijk, en nadat je die hebt geschreven word je geacht die te testen om zeker te weten dat ze werkt. Als je dagenlang hebt geschreven aan een lang programma zonder de verschillende componenten te testen, zal dit vrijwel zeker fout gaan wanneer je het probeert uit te voeren, en dan is het misschien erg lastig om uit te zoeken in welk deel (of welke delen) van het programma het probleem zit. Daarom doe je het stukje bij beetje en test je gaandeweg. Je geniet elke keer dat een functie voor de test slaagt van een 'succesje'. Met als eindresultaat dat dit een opvallend bemoedigend gevoel van vooruitgang oplevert.
Uit onderzoek door professor Teresa M. Amabile van Harvard en onderzoeker Steven J. Kramer is gebleken dat werknemers het gelukkigst zijn in een baan waarin ze 'de kracht van kleien successen ervaren: regelmatige, dagelijkse, zichtbare vooruitgang. Ze vinden het vreselijk als ze slechts de vage notie hebben dat ze iets hebben gepresteerd, maar als ze elke dag een concreet moment van succes beleven, zijn ze blij. Van programmeren kreeg ik precies dat gevoel van een lineaire, regelmatige prestatie. Van schrijven kreeg ik dat zelden. Van het maken van een boek krijg ik altijd meer het idee dat ik een boot over een mistig meer moet loodsen. Ik weet dat ik uiteindelijk op mijn bestemming zal komen, maar ook dat het een reis vol nagelbijtende twijfel over mijn positie zal zijn. (pagina 94-95)
Lee s ook: Algoritmisering, wen er maar aan! van Jim Stolze (uit 2018)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen