Hollands diep 2018, 487 pagina's - € 39,99
Lenen als E-book via bibliotheek.nl
Oorspronkelijke titel: Living with the gods : on beliefs and peoples (2018)
Wikipedia: Neil MacGregor (1946)
Korte beschrijving
Dit boek gaat over een wezenlijk aspect van ons bestaan: de auteur vertelt hoe het geloof in goden door de eeuwen heen vormgegeven heeft aan samenlevingen, aan het leven van de mensheid. Religie vormt een belangrijk onderdeel van een gedeelde identiteit. De schrijver bespreekt allerlei religieuze fenomenen vanaf de prehistorie tot en met de huidige tijd; daarbij komen behalve de wereldgodsdiensten ook allerlei andere religies aan bod, zoals het zoroastrisme en de Romeinse en Egyptische godsdiensten uit de oudheid. Het boek bestaat uit zes delen met elk vijf hoofdstukken: dertig essays voorzien van schitterende illustraties van voorwerpen, gebouwen en riten. Zo wordt in deel één in verhalen verteld hoe de mensen de wereld ervaren, met bijbehorende riten. De auteur was tot 2002 vijfien jaar directeur van de National Gallery in Londen. Van 2002 tot 2015 was hij directeur van het British Museum. Hij schreef onder andere de bestseller 'Een geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen' (2011). Hij kreeg belangrijke prijzen. Met een lijst van Engelstalige literatuur en een register. Prachtig geschreven, indrukwekkend boek.
Tekst op website uitgever
Hoe gedeelde mythen en rituelen samenlevingen hebben gevormd
Een van de meest wezenlijke aspecten van het menselijk bestaan is dat elke gemeenschap een aantal opvattingen en overtuigingen deelt: een geloof, een ideologie, een religie. Deze overtuigingen zijn een fundamenteel onderdeel van een gedeelde identiteit. Ze hebben de unieke kracht om ons te definiëren - en te verdelen - en zijn in een groot deel van de wereld in politieke zin een drijvende kracht. In onze hele geschiedenis zijn deze overtuigingen meestal, in de ruimste zin van het woord, religieus van aard geweest.
Dit boek wil geen godsdienstgeschiedenis beschrijven, en zeker geen betoog zijn vóór of tegen een bepaald geloof. Het gaat over de verhalen die onze levens vormgeven en over de verschillende manieren waarop samenlevingen hun plaats in de wereld voorstellen. In dit rijk geïllustreerde boek bespreekt MacGregor objecten, plaatsen en menselijke activiteiten over de hele wereld en door de eeuwen heen in een poging inzicht te krijgen wat een gedeeld geloof kan betekenen in het openbare leven van een gemeenschap of een natie, en hoe dat geloof invloed heeft op de relatie tussen het individu en de staat, en welke cruciale bijdrage het heeft geleverd aan wie wij zijn.
Want door te bepalen hoe we met onze goden leven, bepalen we tegelijk ook hoe we met elkaar leven.
Fragment uit (de) Inleiding - Geloven en geborgen zijn
Wonen in verhalen
'We vertellen onszelf verhalen om te kunnen leven.' Dat is de befaamde openingszin van een bundel essays die Joan Didion heeft geschreven over haar belevenissen in het seculiere Amerika van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Die zin gaat niet over religie, maar er klinkt wel een dwingende behoefte in door die we allemaal hebben, een behoefte aan verhalen die ordening aanbrengen in onze herinneringen en verlangens, en vorm en betekenis geven aan ons individuele en collectieve leven.
We beginnen met de oudst bewaarde gebleven bewijzen, uit de grotten van Europa aan het eind van de laatste ijstijd. In hoofdstuk 1 zullen we zien dat een samenleving die gelooft dat er iets is wat het eigen bestaan overstijgt, een verhaal dat verder gaat dan het leven van alledag en het individu, beter toegerust lijkt te zijn bedreigingen het hoofd te bieden en tot bloei te komen. Aan het begin van de twintigste eeuw betoogde de Franse socioloog Émile Durkheim dat zonder wat hij 'de opvatting die een samenleving over zichzelf construeert' noemde, er helemaal geen samenleving kan ontstaan. Die verhalen, de idealen die daaruit naar voren komen en de ceremonies waarin ze worden verbeeld, waren voor Durkheim de wezenlijke elementen van elk gezamenlijk beleden geloof. En in zekere zin zijn die verhalen de samenleving. Als we ze, om wat voor reden dan ook, kwijtraken of vergeten, bestaan we heel concreet als collectief niet meer.
Een religieus systeem bevat vrijwel altijd een verhaal over hoe de wereld is geschapen, hoe de mens daarin terecht is gekomen en hoe mensen en alles wat verder nog leeft zich dienen te gedragen. Maar meestal gaan de verhalen en de daarmee samenhangende rituelen veel verder en vertellen ze leden van de groep ook hoe ze zich tegenover elkaar moeten gedragen, en, heel belangrijk, ze richten zich tevens op de toekomst, op de aspecten van de samenleving die blijven bestaan terwijl de generaties voorbijgaan. Ze brengen de levenden, de doden en de mensen die nog niet geboren zijn bijeen tot één eeuwig doorlopend verhaal dat iedereen omvat.
De krachtigste verhalen, met het grootste dragende vermogen, zijn het werk van generaties. Ze worden herhaald, aangepast en weer doorverteld, opgenomen in het dagelijkse bestaan en raken zo sterk geïnternaliseerd dat we ons er vaak nauwelijks van bewust zijn dat we worden omgeven door verhalen over verre voorouders. Ze verschaffen ons een eigen plek in een patroon dat wel waarneembaar is, maar niet volledig begrijpelijk, en doen dat bijna zonder dat we het merken. Het is een proces dat we elke dag weer meemaken als we een heel vertrouwde cyclus doorlopen: de dagen van de week. (pagina XII-XIII).
Uit een interview
Vraag: Welk verband bestaat er tussen taal en gedeelde verhalen, die u in uw boek zo benadrukt als basis van een gemeenschap?
Neil MacGregor: ‘Het vertrekpunt is dat wat we religie noemen, een verhaal is. Misschien een goddelijk gegeven verhaal, misschien een door mensen bedacht verhaal – dat weten we niet. Maar het is een verhaal van een gemeenschap door de tijd heen.’
‘De schrijfster Joan Didion zegt dat we elkaar verhalen vertellen om te overleven. Dat is waar, want alleen gemeenschappen die een verhaal hebben, kunnen het verleden en de toekomst met elkaar verbinden en het individu in een gemeenschap plaatsen. Alleen die gemeenschappen hebben weten te overleven. Dat verhaal, die vertelling, dat narratief, moet op een bepaalde manier geritualiseerd worden en tot werkelijkheid gemaakt.’
‘Het probleem bij elke taal is vertrouwdheid. We weten allemaal dat de moedertaalspreker de regels van de taal het minst goed uit kan leggen. Alleen een buitenlander kan mij uitleggen waarom en wanneer ik “I go” of “I am going” zeg. Ik heb zelf geen idee. Zo is het ook bij godsdiensten. We zijn zo vertrouwd met het christelijke narratief dat we vergeten zijn hoe krachtig dat is. Neem het ritueel van het gezamenlijk eten van het ritueel geslachte dier. Dat was het grote moment dat de gemeenschap bijeenkwam. Wanneer we het hebben over het offer van het lam, zijn we vergeten welke diepe symbolische lading dat had: de priester doodt het dier, iedereen eet het vlees en dat vormt de gemeenschap.’
‘Alleen gemeenschappen die een verhaal hebben, kunnen het verleden en de toekomst met elkaar verbinden en het individu in een gemeenschap plaatsen.’
Vrij Nederland: Alleen gemeenschappen met verhalen kunnen overleven (19 november 2018)
Lees vooral ook: Sapiens : een kleine geschiedenis van de mensheid van Yuval Noah Harari uit 2014.
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen