De Geus 2016, 253 pagina's - € 23,99
Korte bio van Ariejan Korteweg (1955) en Eline Huisman (1988)
Korte beschrijving
De auteurs Ariejan Korteweg (1955) en Eline Huisman (1988) zijn beiden politicoloog en werken voor de Volkskrant. Zij noemen dit werk het eerste journalistieke boek dat de werkwijze en invloed van de lobbysector duidt en tot systeemkritiek wil komen. Eerdere boeken over dit onderwerp werden door lobbyisten zelf geschreven, zoals 'Handboek public affairs' van Frans van Drimmelen uit 2014, waaruit in dit boek dankbaar wordt geciteerd. Om het woord lobbyen hangt een waas. Met deze bundeling van artikelen die zij in 2016 voor de Volkskrant schreven, willen de schrijvers de lobby uit de hoek van de incidenten halen. Luchtig, leesbaar en objectief beschrijven zij hun zoektocht naar de praktijk, de noodzaak en de grenzen van lobbyen. Daarbij zijn Den Haag en vooral het Binnenhof een voor de hand liggend werkveld. Van kansspelen tot ziekenhuizen, tientallen lobbyisten komen aan het woord om het belang van het pleiten voor hun doelgroep te verklaren. Politici als Henk Kamp en Kamerlid Ton Elias geven aan hoe zij een lobby ervaren. Informatief voor iedereen met een gezonde dosis nieuwsgierigheid. Interessant voor een breed publiek.
Tekst op website uitgever
Je ziet ze niet, je hoort ze niet, je ruikt ze niet. Maar ze zijn overal. Lobbyisten breken in op elk moment van de besluitvorming – bij ambtenaren, bij Kamerleden en bij bewindspersonen. Op het Binnenhof wordt niets zonder hen besloten. Wordt er over hen gesproken, dan is er iets misgegaan. Te opzichtig geweest, verkeerde personen benaderd op het verkeerde moment. Zelfs als ze een succesje boeken, houden ze het stil. Hun zelfbeeld is helder: de oliemannetjes van de democratie. Dankzij hun inspanningen beschikken politici over de juiste informatie om besluiten te nemen. Maar klopt dat beeld wel?
Fragment uit hoofdstuk IV - Klem in de draaideur
Op het Binnenhof is niets zonder betekenis. Een Kamerlid dat je hartelijk begroet of juist straal voorbijloopt, een compliment voor een artikel, een belangstellende vraag, een suggestie, een glimlach, de uitnodiging om kennis te maken of een weigering om af te spreken - het staat allemaal ten dienste van een groter belang. Wat dat belang is, blijft doorgaans in nevelen gehuld. Die nevelen ontstaan door de ingewikkeldheid van het politieke proces. Ook als Kamerlid duurt het een tijdje voor je je weg vindt in het reglement van orde, de moties, de Kamervragen, de wandelgangen, de initiatiefwetten, de procedurevergaderingen. Voordat je weet dat je kunt vertragen door heel veel Kamervragen te stellen of door een hoorzitting te regelen. Het duurt nog langer voordat je kunt schakelen met de wereld buiten het parlement, zodat je belangengroepen, media, wetenschappers of ervaringsdeskundigen effectief kunt inzetten.
'In je eerste periode in de Kamer moet je leren, in de tweede periode wordt je effectief en in de derde periode krijg je slagkracht', zeggen ervaren Kamerleden. Kamervoorzitter Khadija Arib maakt dezelfde inschatting. Kijk naar zwaargewichten als Pieter Omtzigt, Harry van Bommel, Geert Wilders, zegt ze. Die aren in hun eerste jaren net zo zoekend als de nieuwkomers van nu.
Lobbykantoren zijn tuk op de kennis en contacten van (ex-)Kamerleden. Voor (ex-)bewindspersonen geldt dat alles nog in verhevigde mate. Hun expertise is groter, ze worden geacht ook bestuurlijk en organisatorisch uit de voeten te kunnen. Een ideale draaideurpoliticus komt binnen als fractiemedewerker, leert zo de olifantspaadjes kennen, wordt Kamerlid en gaat dan cashen in de lobbysector.
het fenomeen is wijdverbreid in Den Haag, en geldt zeker niet alleen VVD-politici. Uit onderzoek naar het carrièreverloop van Kamerleden, ministers en staatssecretarissen dat we met datajournalist Sybren Kooistra deden voor de Volkskrant - gepubliceerd op 30 januari 2016 - blijkt dat sinds1990 minstens een kwart van alle landelijke politici aan het werk is gegaan binnen het lobbycircuit: in de top van een brancheorganisatie of belangenvereniging, of bij een public-affairsbureau dat extern wordt ingehuurd om de politieke lobby te organiseren. ()
Symbolisch voor de Haagse souplesse is de Rijkspas, die toegang geeft tot het Kamergebouw en de vertrekken van alle fracties - met uitzondering van de PVV, die een beveiligde vleugel heeft. Politici hoeven die pas pas na hun aftreden niet in te leveren. Ze houden dus vrij toegang tot het centrum van de macht, wat in een nieuwe werkkring heel handig kan zij. Pogingen daar paal en perk aan te stellen zijn tot dusver gestrand. (pagina 77-78)
Lees vooral ook de roman Alkibiades van Ilja Leonard Pfeijffer (uit 2023) over het opkomen van politici voor deelbelangen in een tijd waarin de democratie onder vuur ligt
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen