dinsdag 17 mei 2022

Roxane van Iperen

Eigen welzijn eerst : hoe de middenklasse haar liberale waarden verloor
Thomas Rap 2022, 144 pagina's € 18,99

Wikipedia: Roxane van Iperen (1976)

Korte beschrijving
Een verhandeling over het afbrokkelen van het optimistische vooruitgangsdenken van de naoorlogse middenklasse die geloofde in kansengelijkheid, en de hang naar zelfbehoud en extreme sentimenten die ervoor in de plaats zijn gekomen. Met aandacht voor fenomenen als nativisme, populisme en wellness-rechts. De auteur spreekt de hoop uit dat de middenklasse opnieuw de vooruitgangsgedachte omarmt. Intelligent en met diepgang geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Roxane van Iperen (Nijmegen, 1976) is een bekende Nederlandse auteur, jurist, journalist en columnist. Ze schreef een klein aantal boeken. Haar werk werd in meerdere landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
Nederland heeft lang een zelfbeeld van openheid en tolerantie gehad. Dat beeld kwam voort uit het naoorlogse optimisme van de middenklasse, die geloofde in kansengelijkheid, ongeacht afkomst of achternaam, en het belang van goede publieke voorzieningen. Zo zou elke nieuwe generatie het beter krijgen dan de vorige. Het geloof in vooruitgang is de afgelopen jaren afgebrokkeld en heeft onder invloed van de politiek plaatsgemaakt voor een sterke hang naar zelfbehoud, met extreme sentimenten tot gevolg. In Eigen welzijn eerst laat Roxane van Iperen op prikkelende wijze zien hoe dit heeft kunnen gebeuren, en spreekt ze de hoop uit dat de middenklasse opnieuw de vooruitgangsgedachte omarmt.

Fragment uit De Country Club
Dat bepaalde klassen er een specifieke, eigen levensstijl op nahouden, is niet nieuw. De auto waarin je rijdt, je vakantiebestemming, het merk spijkerbroek dat je draagt en zelfs de namen van je kinderen: het zijn geen kwesties van smaak of willekeurige voorkeur. Het zijn uitingen aan de buitenwereld om aan te geven tot welke groep je behoort of wilt behoren. Als bendekleuren maken ze voor iedereen duidelijk met wie ze te maken hebben, en de simpelste symbolen worden daarbij bloedserieus genomen. Vraag een volwassen man in een deathmetal-shirt eens of hij een dag van outfit wil ruilen met een golfspeler in bandplooibroek en vice versa, en je zult zien dat het gevoelig ligt. Kinderen die Jaydon en Kimberley heten, of Olivier en Lieve, vormen voor de buitenstaander een voorspelbaar doorkijkje naar twee totaal verschillende gezinnen, met vaak verschillende sociale posities. Dat hoeft geen probleem te zijn - tot het als hindernis wordt opgeworpen om bij 'de club' te mogen horen. 'De club' betekent dan: de klasse of groep die de beste toegang heeft tot de opleiding of baan die je nastreeft.

Volgens het gelijkheidsideaal zou sociale mobiliteit voor iedereen mogelijk moeten zijn, welke naam, esthetiek, culturele bagage of gedragscodes je ook van huis uit hebt meegekregen. Maar om zekerheid te creëren voor het behoud van de eigen positie, ontstond onder de gegoede middenklasse de 'dictatuur van de goede smaak'.  Het is een ongeschreven dictaat van de 'juiste' schoolkeuze, vakantiebestemming, hobby's, kleiding, taalgebruik en meer. Een slimme manier van risicospreiding: wanneer jij of je kinderen (nog) niet de gewenste vaardigheden of opleiding hebben, of een baan die je op de gewenste positie brengt, heb je alvast de levensstijl om uit te stralen dat je bij die klasse hoort. Heb je wel al het gewenste bereikt, dan fungeert het als een soort levensverzekering: men houdt elkaar onderling in stand. Dat is belangrijk, omdat binnen die klasse een rad van zelfbehoud draait dat bijna net zo waardevol is als een financiële erfenis: alle leden dienen elkaars belang en zo verschijnen hun kinderen met een voorsprong aan de start.

Dit heeft weinig meer te maken met het liberale credo 'met hard werken kom je er wel'; hier worden muren opgetrokken voor iedereen die er niet dezelfde levenswijze op nahoudt. Anno 2022 geldt in Nederland dan ook dat het culturele kapitaal van ouders (of de afwezigheid daarvan), de meeste invloed heeft op de schoolprestaties van een kind; meer dan bijvoorbeeld een migratieachtergrond. Een kind dat toevallig in een omgeving opgroeit waar het is omringd met kennis en vaardigheden, en waar de juiste sociale omgangsvormen een belangrijke rol spelen, heeft een grotere kans op goede schoolprestaties en, later, op succes in de maatschappij. het gaat om bepaalde 'ons kent ons'-codes die ook tot uiting komen in gedrag, taal, smaak en houding. (pagina 59-60)

()

De privilegeparadox
Een van de redenen dat mensen uit de huidige (gegoede) middenklasse weinig aandrang voelen zich in te zetten voor meer dan kortetermijnzelfbehoud, is dat bijna niemand in die groep vindt dat hij of zij nou zo bevoorrecht is. Doorgaans wordt vol afschuw gereageerd op de suggestie dat ze onderdeel uitmaken van een 'elite' - een woord dat niets meer betekent dan een groep die vanwege haar vaardigheden of voorrechten een comfortabele positie inneemt en van daaruit dus ook iets voor een ander zou kunnen betekenen. Een mooie anekdote om dat te illustreren is een filmpje van satirisch programmamaker Roel Maalderink, waarin hij op een dorpsplein in 't Gooi mensen aanspreekt. 'Hoe elitair bent u?' En 'Hoort u bij de elite?' vraagt hij aan voorbijgangers - mannen in jagersjassen, vrouwen met pareloorbellen, allen even keurig en beleefd. De passanten antwoorden overwegend ontkennend en soms zelfs beledigd, alsof ze ergens van worden beticht. Op één dame na ('mensen durven niet in de spiegel te kijken') worden ze allemaal overvallen door de vraag en lijken er nooit eerder bij stil te hebben gestaan hoe groot hun culturele, sociale dan wel financiële kapitaal is. Het feit dat ze 'fatsoenlijk' Nederlands spreken, soepele omgangsvormen hebben, in het bezit zijn van een baan, woning of pensioen, toegang hebben tot een netwerk en eruitzien als de Nederlander die in het 'wij' van de meeste politieke partijen wordt bedoeld, lijkt volkomen nieuw voor ze. Of misschien beseffen ze het wel maar vinden ze het irrelevant, overtuigd van het hedendaagse maakbaarheidsgeloof dat suggereert dat iederéén zo'n leven zou kunnen leiden, als ze maar hard genoeg hun best zouden doen. (pagina 63-64)


Het laatste boek van Joris Luyendijk gaat deels over hetzelfde onderwerp: De zeven vinkjes : hoe mannen zoals ik de baas spelen (2022)

Terug naar Overzicht alle titels


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen