Nieuw Amsterdam 2020, 285 pagina's - € 24,99
Oorspronkelijke titel: Die Reise unsere Gene : eine Geschichte über uns und unsere Vorfahren (2019)
Wikipedia: Johannes Krause (1980) en korte bio van Thomas Trappe (19?)
Korte beschrijving
Een inleiding tot de archeogenetica, een nieuwe wetenschap, die terugkijkt naar erfelijkheid vanuit het verleden. Hier vooral van de oermens tot en met de moderne mens. Dat is mogelijk geworden door de geavanceerde techniek van het sequencen: het bepalen van de totale erfelijke eigenschappen van individuen, waarbij gelet wordt op de afzonderlijke genen en veranderingen in de lange ontstaansgeschiedenis. Je wordt in dit boek meegenomen in de zoektocht naar de menselijke verspreidingsgeschiedenis over de Aarde. Gebaseerd op feitenmateriaal uit DNA-analyses, komen soms heel verrassende conclusies tevoorschijn bij het onweerlegbaar herschrijven, rangschikken en nuanceren van gegevens. Discussies over rassen komen in een totaal ander, mondiaal licht te staan. Het laatste stuk gaat – met gebruikmaking van de nieuwe mogelijkheden – over epidemieën (onder andere pest, cholera en syfilis), die samen met de mensen (net als nu corona) over de wereld getrokken zijn. In kaarten worden de hoofdstukken in beeld gebracht; tevens bevat het boek zwart-witafbeeldingen. Met uitgebreide eindnoten en literatuurverwijzingen. Uitermate boeiend. Bijzonder om er deelgenoot van te zijn.
Tekst op website uitgever
Waar komen we vandaan? Wie zijn wij? Wat onderscheidt ons van anderen? Sinds zijn ontstaan trok de mens vanuit Afrika over de hele wereld, ook naar Europa. Tot voor kort was de geschiedenis van de oermens nog in nevelen gehuld, maar met nieuwe methodes uit de archeogenetica komen tal van nieuwe inzichten boven tafel. Johannes Krause en Thomas Trappe nemen je mee terug in de tijd, over verschillende continenten, en vertellen wat onze genen over onze afkomst verraden. Bestaan er 'oervolkeren'? Wanneer verloren de vroege Europeanen hun donkere huid? En in hoeverre zijn conflicten, oorlogen en ziektes sinds de oertijd op migratie terug te voeren?
De reis van onze genen vertelt de geschiedenis van de homo sapiens in Europa - en laat zien hoe wij geworden zijn wie we zijn.
Fragment uit hoofdstuk 8. Ze brengen de pest mee
De mens is de nieuwe vleermuis
In het collectieve geheugen van Europa roept de pest veel meer afschuw op dan welke andere ziekte ook. Daar zijn een heleboel goede redenen voor, waarvan het feit dat ook nu nog elk jaar twee- tot drieduizend mensen ergens op de wereld de ziekte krijgen relatief nog de minst belangrijke is. De pest heeft zijn duivelse reputatie vooral te danken aan de veertiende eeuw, toen naar schatting één op de drie, misschien zelfs één op de twee Europeanen op gruwelijke wijze stierf aan de 'Zwarte Dood', zoals in historische berichten over bloed spuwende patiënten en onder lijken bedolven stegen wordt beschreven. In die tijd dachten veel mensen dat de ziekte de complete mensheid zou uitroeien. Iets dergelijks kunnen we ook lezsen in overleveringen over de 'Pest van Justianus', die in de zesde eeuw na Chr. voor het eerst in Egypte werd gedocumenteerd en die zich razendsnel over het hele Middellandse Zeegebied verspreidde. In de loop van vele eeuwen teisterde de ziekte Europa telkens opnieuw en er zijn duizenden uitbraken gedocumenteerd. De pest was een gesel voor de mensheid en verloor pas iets meer dan vijftig jaar geleden, met de brede toepassing van antibiotica, zijn afschrikwekkende karakter. Pas sinds kort weten we dankzij genetische analyses hoe de pest naar Europa is gekomen. En in de eerste plaats hebben we ontdekt dat hij hier al veel vroeger huishield dan tot nu toe werd aangenomen: hoogstwaarschijnlijk effende een uitbraak in de steentijd de weg voor de grote immigratie vanuit de Pontische Steppe.
Voor de wetenschap was de pest lange tijd een fantoom. Wetenschappers wisten wel van de pandemie, de grote epidemie die van 1347 tot 1353 woedde en veel landen teisterde, maar het was niet bekend at of de bacterie Yersinia pestis daar inderdaad verantwoordelijk voor was geweest en niet een andere verwekker, zoals de pokken. In 2011 ontcijferden we aan het instituut in Tübingen voor het allereerst het genoom van een pestverwekker uit het verleden, die we in een middeleeuws massagraf in Londen hadden gevonden. De Zwarte Dood had Londen erg zwaar getroffen, en volgens schriftelijke bronnen werden de slachtoffers van de epidemie op het East Smithfield-kerkhof begraven. Een van de redenen dat we de pestverwekker konden analyseren was dat pestbacteriën zich massaal in hun gastheer vermeerderen en zodoende in heel hoge concentraties in het bloed voorkomen. Wij maakten gebruik van zeer goed doorbloede delen van het skelet, namelijk de tanden. Met behulp van een op neanderthaler- en andere menselijke botten beproefde en verfijnde methode konden we het Yersinia pestis-genoom uit het monster vissen en ontcijferen. (pagina 173-174)
Lees ook een boek dat twee jaar later verscheen: De reis van de mensheid : wat onze genen zeggen over ons verleden en onze toekomst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen