Athenaeum 2023, 284 pagina's - € 22,99
Korte bio van Ariejan Korteweg (1955)
Korte beschrijving
Een kritische analyse van politiek Den Haag. De auteur analyseert de stagnatie van de Nederlandse politiek, veroorzaakt door zowel de politici als het systeem waarin zij functioneren. Hij gaat in op de gebouwen, de omgangsvormen, de obsessie met authenticiteit en beeldvorming, de eenvormigheid in het hart van de politiek. Direct, scherpzinnig en analytisch geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Ariejan Korteweg (1955) is een bekende Nederlandse schrijver, politicoloog en journalist. Hij was tot 2022 politiek verslaggever van de Volkskrant. Hij schreef meerdere boeken.
Tekst op website uitgever
Dag in, dag uit komen de grote politieke vraagstukken via allerlei media tot ons, maar zelden hebben we het idee dat politici daar snel en concreet op sturen. Het lijkt wel alsof echte keuzes nauwelijks worden gemaakt of zelfs worden vermeden. Het Binnenhof zakt weg in een poel van onvermogen. Dat heeft niet alleen te maken met de hoofdrolspelers, maar vooral met het systeem waarin zij functioneren, dat koste wat het kost in stand wordt gehouden.
Ariejan Korteweg was voor de Volkskrant negen jaar politiek verslaggever en columnist. In Het Haagse moeras analyseert hij de kramp waarvan politiek Den Haag doortrokken is: de gebouwen, de omgangsvormen, de hoofdrolspelers, de obsessie met authenticiteit en beeldvorming, de vermolmde structuren en partijen.
Terwijl de Haagse politiek stilstaat, is de betrokkenheid bij de politiek in het land groter dan die in decennia was. Als Den Haag zichzelf niet aan de eigen haren uit het moeras trekt, zal een ander het doen. Dat moment is niet ver meer. Dit boek bereidt u daarop voor.
Fragment uit 9. Studio Binnenhof - media
'Ironie verstaat zich slecht met oprecht engagement', schrijft Ilja Leonard Pfeijffer in zijn essay Ondraaglijke lichtheid. Pfeijffer verbindt er de conclusie aan dat de ironie van kamp is verwisseld. Ooit kon de linkse kerk tegen heilige huisjes schoppen en daarbij ironie inzetten als wapen. Nu links zelf heilige huisjes als identity politics, diversiteit en feminisme bezet houdt, gaat rechts er met de ironie vandoor. Mensen die geloven in politieke correctheid vinden dat je over bepaalde onderwerpen geen grappen mag maken, betoogt Pfeijffer.
Ironici in de politiek heten tegenwoordig niet Marijnissen, Klaver of Ouwehand, maar Hiddema, Bosma of Nanninga. Kijk naar Trump, die zijn tegenstanders verkleint tot stripfiguren: crazy Bernie (Sanders), en mini-Mike (Bloomberg), 'a mass of dead energy' (een berg dode energie). Angstige ironiegebruikers zijn het, dat wel. Ironie is voor hen een kogelwerend vest. Zodra ze zich aangevallen voelen, trekken ze dat aan en zeggen: dit was ironie, waar is je gevoel voor humor gebleven? Op sociale media zullen ze aan hun post een digitale knipoog toevoegen, om vooral niet verkeerd begrepen te worden: ;-). Terwijl een echte ironicus nooit zijn ironische bedoelingen zal toegeven, dan is de ironie immers op slag verdampt. Dus eigenlijk is ironie niet van kamp gewisseld, maar bezig te verdwijnen uit het politieke domein.
Ironie is de kanarie in de kolenmijn waarmee kan worden vastgesteld of er nog genoeg gemeenschappelijkheid voorhanden is in de samenleving. Begrijpen we elkaar nog een beetje? Begrijpen we elkaar ook als we het tegenovergestelde zeggen van wat we bedoelen? Sociale media werken op ironie als Roundup op onkruid, zoveel is zeker. Ze laan ironie dood, zonder aanziens des persoons. En dan te bedenken dat politici gretige Twittergebruikers zijn.
Bij ironie wordt een deel van de boodschap gegeven, het resterende deel moet worden aangevuld in het hoofd van de ander. degene die een boodschap stuurt, gaat ervan uit dat de ontvanger een reservoir aan interpretatiemogelijkheden heeft dat zorgt dat de ironie op de juiste wijze kan worden verstaan. Een vereiste daarvoor is dat de boodschap in gedachten wordt aangevuld met eerder opgedane informatie waarover zender en ontvanger het min of meer eens zijn.
Ironie kweekt een zekere saamhorigheid, omdat er ij ironische boodschappen altijd werk aan de winkel is: er wordt twijfel gezaaid die moet worden overwonnen. Dat gebeurt met vereende krachten, zowel ironiegebruiker als - ontvanger moet zijn deel van de klus klaren. In dit tijdsgewricht is ironie voor politici een hachelijk stijlmiddel. In het gunstigste geval wordt je gecanceld. Pakt het slechter uit dan volgen doodsbedreigingen of word je thuis opgezocht. Dat ironie bezig is uit de politiek te verdwijnen, is het beste bewijs dat de gemeenschappelijkheid afneemt; er resteren te weinig waarden en opvattingen die gedeeld worden.
Sociale media spelen daarbij een cruciale rol, omdat ze worden gebruikt als voertuig om angst, vooroordelen en verdeeldheid te verspreiden. Wat eerst voor intern gebruik was, is nu algemeen toegankelijk. Ze verstoren de gemeenschappelijkheid, omdat het gaat om boodschappen van een individu dat zich richt tot een amorfe massa. Dat een groot deel van de gebruikers anoniem is, doet verder afbreuk aan de gemeenschappelijkheid. Sociale media zouden een middel kunnen zijn om dynamiek in de politiek terug te brengen. Politici zijn voor de burger bereikbaarder dan ooit. Kamerleden kunnen rechtstreeks worden benaderd, acties via sociale media zijn een middel dat grassroots-lobbyisten (de niet-professionele belangenbehartigers van onderop) effectief kunnen inzetten. Er zijn talloze voorbeelden van georkestreerde acties van burgers die snel resultaat hadden. Als er groot maatschappelijk ongenoegen is, zoals bij de toeslagenaffaire of rond de aardbevingen in Groningen, zijn sociale media een doeltreffend middel voor politici om informatie op te doen.
Daar staan kinderziektes tegenover die juist in de politiek zwaar wegen. De energie die door sociale media wordt opgeroepen, is in groter verband ongericht. Omdat door het gebruik van sociale media de eenheid van tijd en plaats is komen te vervallen, versplintert het politieke besluitvormingsproces tot een caleidoscoop van voorgekookte mediafragmenten, louter bedoeld voor eigen gewin. De algoritmen van sociale media moedigen de neiging aan de politieke turbulentie op te zoeken: opwinding wordt beloond met aandacht. Zo dragen sociale media ertoe bij dat de focus verschuift van wetgeving naar incidenten, van opvattingen naar personen, die immers gemakkelijker in beeld te vangen zijn. Studio Binnenhof suggereert eenheid, maar versterkt de verbrokkeling en gejaagdheid van het politieke bedrijf. (pagina 189-191)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen