Boom 2023, 396 pagina's - € 29,90
Oorspronkelijke titel: Le parasite (1980)
Wikipedia: Michel Serres (1930-2019)
Korte beschrijving
Een originele en complexe filosofische verhandeling over de parasitaire aard van al het leven op aarde. Leven betekent dat je neemt en er niets of weinig voor teruggeeft, stelt Michel Serres. Dat geldt voor microscopisch kleine wezens, maar ook voor dieren, kinderen, landbouwers, politici en filosofen. Kenmerkend voor dit parasitaire leven is ondankbaarheid of het uitblijven van compensatie, maar door zijn afzijdige positie kan de parasiet ook zaken in beweging zetten, veranderen en vernieuwen. Het boek zelf is eveneens parasitair; het wordt gevoed door de verhalen van fabelvertellers, ideeën van filosofen als Leibniz en Rousseau en de Bijbel. In zeer intelligente, talige en beeldende stijl geschreven. Met annotaties en een voorwoord van René ten Bos. Met enkele schema’s. Enkel geschikt voor geoefende lezers. Michel Serres (1930-2019) was een beroemde Franse filosoof en wetenschapshistoricus. Hij schreef vele boeken. Zijn werk wordt in meerdere landen uitgegeven en won verschillende literaire prijzen. 'De parasiet' werd oorspronkelijk gepubliceerd in 1980.
Tekst op website uitgever
In hoogst originele, literaire stijl beschrijft filosoof Michel Serres waarom wij allemaal parasieten zijn
In De parasiet laat de Franse filosoof Michel Serres zien dat het leven door en door parasitair is. Leven betekent dat je neemt en er niets of weinig voor teruggeeft. Dat geldt voor kleine microscopische wezens, maar ook voor dieren, kinderen, belastingadviseurs, landbouwers, filosofen, politici en managers. Kenmerkend voor het parasitaire leven is ondankbaarheid of het uitblijven van compensatie. Toch blijft Serres niet hangen in moraliseringen. Door zijn afzijdige positie kan de parasiet zaken in beweging zetten, veranderen en vernieuwen. Zonder parasieten zouden we leven in een vermoeiend paradijs waar nooit iets gebeurt.
De tekst van Serres is zelf ook parasitair. Hij teert op de verhalen van grote fabelvertellers als Aesopus en La Fontaine, op de ideeën van filosofen als Leibniz en Rousseau, en op de Bijbel. Dit komt ook naar voren in de literaire en lyrische stijl waarmee deze parasietenmaaltijd wordt opgedist.
De Parasiet is vertaald door René ten Bos, die samen met Arjen Kleinherenbrink de inleiding verzorgde.
‘De mens is de universele parasiet, omdat hij als gast leeft op kosten van de aarde, de planten en de dieren.’ - – René ten Bos
Michel Serres (1930-2019) was lid van de Académie française en hoogleraar aan Stanford University en gold in Frankrijk als een van de grootste geleerden op het terrein van de filosofie en wetenschapsgeschiedenis. Hij publiceerde tientallen boeken over uiteenlopende onderwerpen. In Nederlandse vertaling verschenen eerder Muziek (2012) en De wereld onder de duim (2014).
Fragment uit (de) Inleiding (van René ten Bos en Arjen Kleinherenbrink)
Le parasite, dat in 1980 in Parijs verscheen, is zelf een parasitair boek. De lezer die zware filosofie verwacht zal meteen merken dat het boek helemaal niet lijkt te beginnen met een filosofisch betoog. Het gaat over ratten die knabbelen en knagen aan de resten van een ortolaan die na de maaltijd van een dorpse belastinginner op tafel zijn achtergelaten. Het beeld is ontleend aan een fabel van Jean de la Fontaine (1621-1695), een auteur met wie Serres in het hele boek in gesprek lijkt te zijn. Daarbij veronderstelt hij, niet ten onrechte, dat Franse lezers bekend zijn met deze verhalen. Dat wordt niet gedaan in deze Nederlandse editie. Bij de vertaling wordt in eindnoten steeds de titel van de fabel waar het om draait vermeld en kort uitgelegd wat de pointe van de fabel is. Daarbij wordt steeds verwezen naar de fraaie Nederlandse editie De fabelen van La Fontaine uit 1980. Deze vertaling verscheen voor het eerst in 1871 en werd, mede door de fantastische illustraties van Gustave Doré (1832-1883) die in het boek zijn opgenomen, immens populair.
Serres parasiteert dus op La Fontaine, maar ook op diens tijdgenoot Molière (1622-1673), op de Bijbel en op talloze andere teksten. De lezer komt opvallend weinig teksten tegen van filosofen, alsof Serres zichzelf willens en wetens naar de filosofie heeft willen plaatsen. In ons taalgebied bedacht de bekende Brabantse filosoof Cornelis Verhoeven (1928-2001) ooit de term 'parafilosofen' voor filosofen die buiten iedere filosofische school wilden blijven, iets wat ons naadloos van toepassing lijkt te zijn op Serres. Een parafilosoof parasiteert niet zozeer op de filosofie, maar vooral op literatuur, kunst en, zeker in het geval van Serres, op wetenschap en religie. Al deze domeinen vervlecht Serres in zijn tekst, en de lezer zou op het eerste gezicht kunnen denken dat dit allemaal weinig te maken heeft met filosofie. Inderdaad, een boek dat naast de filosofie staat.
Schijn bedriegt echter. In de eerste plaats bevat het intermezzo een uitvoerige bespreking van Jean-Jacques Rousseau, een volgens Serres bij uitstek parasitaire filosoof en mislukte componist. De grote filosoof wordt neergezet als erbarmelijke denker die zijn hele leven slechts in het gevlij probeerde te komen bij adellijke dames. Het mooie is dat hier een filosoof niet in een filosofisch licht, maar in een 'parafilosofisch' licht wordt geplaatst, iets wat volgens gangbare filosofische normen helemaal niet mag. Je moet volgens die normen de argumenten en stellingen uit de teksten van andere filosofen als uitgangspunten gebruiken voor je eigen theorievorming en juist niet hun (auto)biografie. Serres antwoordt hierop dat een filosoof als Rousseau zichzelf volledig inzette en zelfs uitputte in zijn beschrijving van zijn eigen leven. In zo'n geval is het heel goed mogelijk dat we juist in een autobiografie de kern van iemands denken kunnen ontwarren. (pagina 15-16)
Lees ook: De wereld onder de duim : lofzang op de internetgeneratie! (uit 2014)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen