Volt 2023, 424 pagina's - € 29,90
Oorspronkelijke titel: Ways of Being: Animals, Plants, Machines: The Search for a Planetary Intelligence (2022)
Wikipedia: James Bridle (1980)
Korte beschrijving
Een uitgebreide filosofische beschouwing (424 p.) over niet-menselijke vormen van intelligentie, van dierlijke tot kunstmatige intelligentie. Wat kan de mens leren van andere vormen van intelligentie, en hoe kunnen we onze samenlevingen hervormen om rechtvaardiger met elkaar en de niet-menselijke wereld om te gaan? James Bridle schrijft over de bewustwording van vormen van intelligentie die niet eerder als zodanig werden (h)erkend, zoals de intelligentie van planten, dieren en ecosystemen. Het boek is een diepgaande verkenning van de complexe wereld om ons heen, en een waarschuwing voor de bedreiging die de steeds sneller voortschrijdende ontwikkeling van AI vormt voor ons bestaan.‘Manieren van zijn’ is intelligent, talig en verhalend geschreven, met ruimte voor het perspectief van de auteur. Voor een geoefende lezersgroep. Met afbeeldingen in zwart-wit.James Bridle is een Britse filosoof, technoloog en kunstenaar. Hij schrijft over kunst, politiek, cultuur en technologie voor The Guardian en Wired, en werkt voor o.a. het Victoria & Albert Museum en het Barbican Centre.
Tekst op website uitgever
‘In Manieren van zijn onderzoekt James Bridle het leven in een werkelijkheid die de mens overstijgt.’ – De Groene Amsterdammer
Wat kunnen we leren van andere vormen van intelligentie en identiteit? En hoe kunnen we onze samenlevingen hervormen om rechtvaardiger met elkaar en de niet-menselijke wereld om te gaan?
Terwijl grote vorderingen worden gemaakt op het gebied van kunstmatige intelligentie, worden we ons ook bewuster van andere intelligenties die al die tijd bij ons waren, maar niet als zodanig werden herkend of erkend. Deze andere intelligenties zijn dieren, planten en natuurlijke systemen die steeds sneller hun complexiteit en kennis aan ons onthullen. Tegelijkertijd worden we ermee geconfronteerd hoe we met onze nieuwe technologieën hun uitsterven dreigen te veroorzaken, en daarmee uiteindelijk ook de onze.
Filosoof, technoloog en kunstenaar James Bridle vertelt in Manieren van zijn een radicaal nieuw verhaal over ecologie, technologie en intelligentie. We moeten, zo stelt James, deze begrippen herdefiniëren om een betekenisvolle en vrije relatie op te bouwen met het niet-menselijke; een relatie die gebaseerd is op solidariteit en diversiteit. James boek is een diepgaande verkenning van de complexe wereld om ons heen en een waarschuwing voor de bedreiging die de steeds sneller voortschrijdende ontwikkeling van kunstmatige intelligentie vormt voor ons bestaan.
‘Bedwelmend, opwindend en verbazingwekkend.’ – The New York Times
‘Een inspirerend boek over intelligentie in de meer-dan-menselijke-wereld […] Bridle bespreekt een reeks voorbeelden uit de moderne biologie, informatica en andere disciplines [en] verweeft ze soepel in een helder en goed geschreven narratief.’ NRC Handelsblad
‘De ideeën in dit boek zijn zo groot, zo fascinerend en ja, zo anders [...] Bridle heeft een nieuwe manier van denken over onze wereld gecreëerd, over ons zijn.’ – Washington Post
‘Fascinerend, innovatief en tot nadenken stemmend: ik beveel Manieren van zijn van harte aan.’ – Jane Goodall
Fragment uit 1. Anders denken
Anderen vonden het onderzoek problematisch. In het oorspronkelijke experiment werd de spiegel op de grond geplaatst, buiten de behuizing van de olifanten. De dieren zagen hoofdzakelijk poten en tralies; niet bepaald de ideale omstandigheden voor zelfherkenning. Toen ze in de Bronx Zoo werkten met de olifanten Patty, Maxine en Happy, namen de onderzoekers Joshua Plotnik en Diana Reiss (de Diana Reiss van de dolfijnenstudie) bij minstens één van de dikhuiden zelfherkenning waar, als de spiegel maar groot genoeg was en dichtbij genoeg stond opgesteld. Ze installeerden een spiegel van tweeënhalve meter in het olifantenverblijf, die onmiddellijk de aandacht trok. De olifanten wreven ertegenaan, sloegen hun slurf over de muur en probeerden achter de spiegel te komen, vermoedelijk om te zien waar de andere olifant was. Maar na enige tijd raakten ze eraan gewend, net zoals eerder de chimpansees. Toen er een groot wit kruis werd aangebracht boven Harry's rechteroog, raakte ze het keer op keer aan. Zo trad de Aziatische olifant alsnog toe tot de club van de zelfherkenners. Het had er alle schijn van dat dit net als bij de gibbons een gevalletje was van mensen die eindelijk slim genoeg waren geworden om in te zien hoe dom ze eerder waren geweest.
Ook de vooraanstaande primatoloog Frans de Waal denkt er zo over. Hij voert Happy ten tonele in zijn boek Are We Smart Enough to Know How Smart Animals Are? (Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn?). (Plotnik studeerde onder De Waal, en De Waal is coauteur van de genoemde paper.) De Waal merkt op dat een aantal Aziatische olifanten in Thailand voor de test is geslaagd, maar dat er ook veel zijn 'gezakt'. (Daarbij moet worden opgemerkt dat Gordon Gallup, de bedenker van de test, de resultaten voor olifanten en dolfijnen - en vermoedelijk ook die van eksters en andere wezens - betwistte omdat hij dacht dat alleen 'hogere' primaten zichzelf kunnen herkennen.) Ondertussen stelt Daniel Povinelli, een van De Waals beste studenten en de schrijver van de paper over Shantji en Ambika, dat de spiegelproef ons niets kan vertellen over innerlijke gemoedstoestanden, maar alleen over het vermogen om bewegingen en beelden met elkaar in verband te brengen. De spiegel is tot op de dag van vandaag controversieel, voor alle soorten.
Ook het wat mij betreft beste voorbeeld van dierlijke fysionomie die problemen veroorzaakt voor de spiegelproef heeft weer te maken met olifanten, Patty, Maxine, Happy en de Thaise olifanten van De Waal zijn alle Aziatische olifanten, en de experimenten lijken uit te wijzen dat ze zichzelf herkennen in een spiegel. Hun grotere, onstuimige Afrikaanse neven en nichten hebben daarvan nog geen blijk gegeven, wat uiteraard niet wil zeggen dat ze het niet kunnen. Het is alleen zo dat er nog geen spiegel is gebouwd die groot en stevig genoeg is om de slurf, slagtanden en aangeboren nieuwsgierigheid van deze dikhuiden te weerstaan, die soms wel 4500 kilo wegen. Alle experimenten zijn er tot nu toe op uitgelopen dat de olifanten de spiegel braken. (pagina 55-56)
Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen