zondag 21 maart 2021

Floor Milikowski


Een klein land met verre uithoeken : ongelijke kansen in veranderend Nederland
Atlas Contact 2020, 269 pagina's € 21,99

Website Floor Milikowski (1980)

Korte beschrijving
Journaliste en geografe Milikowski deed jarenlang onderzoek naar de verschillen tussen kansarme en kansrijke delen van Nederland. De schrijfster stelt dat de Nederlandse economie de laatste dertig jaren veranderd is van een economie gebaseerd op fabrieken, scheepswerven en mijnbouw in een economie die draait om kennis en creativiteit en ook steeds meer in een internationaal speelveld moet opereren. In die transitie konden sommige steden, dorpen en streken niet mee; andere wisten juist hun kansen te benutten. Het beleid vanuit Den Haag is gericht op het versterken van kansrijke gebieden met als gevolg toenemende verschillen tussen krimpregio's (zoals Emmen, het noorden van Groningen, Helmond) en booming centra (Groningen, Eindhoven, Amsterdam). Zij bezocht zowel winnaars als verliezers in beide soorten regio's en sprak met beleidsmakers, ervaringsdeskundigen en wetenschappers. De vraag welk beleid gevoerd moet worden om de kloof tussen kansarme en kansrijke gebieden te verkleinen, wordt van verschillende kanten belicht. Ook worden er voorbeelden gegeven van initiatieven die de lokale gemeenschappen kunnen ondernemen. Grotendeels als artikel eerder gepubliceerd in De Groene Amsterdammer; of het nog steeds in alle opzichten actueel is? De coronacrisis zal niet zonder gevolgen zijn..

Tekst op website uitgever
In ‘Een klein land met verre uithoeken’ schetst geograaf en journalist Floor Milikowski een uiterst treffend tijdsbeeld van dorpen en steden. Bewoners en bestuurders zijn op zoek naar houvast in een veranderd land. In Nederland groeit de kloof tussen kansarm en kansrijk, tussen centrum en periferie, tussen macht en onmacht. Banen, kapitaal en hoogopgeleiden concentreren zich in een aantal grote steden. Op andere plekken krimpt de bevolking en moeten ziekenhuizen en scholen hun deuren sluiten. Het succes van de ene plek gaat ten koste van de welvaart elders. Naarmate Nederland verandert in een lappendeken van winnaars en verliezers, wordt de urgentie om in te grijpen groter. Hoe willen we dat het land eruitziet – en wie kan, wil of moet daar invloed op uitoefenen?

Fragment uit De stad als motor
Het verval van de industrie zorgde niet alleen in Emmen voor grote problemen, maar bracht de gehele Nederlandse economie in zwaar weer. In steden en dorpen in alle delen van het land gingen banen verloren door de sluiting van fabrieken, scheepswerven en mijnen. Grote bedrijven die het fundament waren geweest onder bloeiende gemeenschappen vielen om en lieten grote leegtes achter. Het zuiden van Limburg veranderde van een florerende mijnstreek in een probleemgebied met vele tienduizenden werklozen. In de havens van Amsterdam en Rotterdam kwam een einde aan de rijke geschiedenis van scheepsbouwers. Brabant zag de textielindustrie en de auto-industrie grotendeels verdwijnen. producten als steenkool, kleding en auto's kwamen niet meer van eigen bodem, maar werden met treinen, schepen en later vliegtuigen aangevoerd uit andere delen van Europa en uit landen aan de andere kant van de wereld.
  De globalisering van de economie zorgde voor een fundamentele verschuiving van functies en kansen tussen landen en dwong Nederland om zich opnieuw te positioneren. Maar wat moest er in de plaats komen van de maakindustrie? Er was geen panklaar antwoord op die vraag. De ernst en de urgentie van het probleem werd duidelijk aan het begin van de jaren tachtig op het hoogtepunt van een diepe wereldwijde crisis, toen de werkloosheid snel opliep. In 1983 telde Nederland meer dan zeshonderdduizenden werkzoekenden, 11 procent van de beroepsbevolking.
  Het kabinet-Van Agt stelde een commissie aan om de mogelijkheden te verkennen voor een nieuwe economische koers. Aan het hoofd van de commissie stond Gerrit Wagner, voormalig president-commissaris van Shell. De veranderende economie vroeg in zijn ogen om een nieuwe benadering. het dwong landen om de concurrentie met elkaar aan te gaan en te zoeken naar specifieke eigenschappen waarmee het die strijd kan winnen. Wagner verwoorde een van zijn belangrijkste aanbevelingen als volgt: 'Don't back the losers but pick the winners'. Zet je geld niet op het spreiden van kansen en het ondersteunen van de meest zwakke delen van het land, maar zoek de meest kansrijke regio's en economische sectoren en doe er alles aan om die te versterken. (pagina 65-66)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen