woensdag 14 april 2021

Cyrille Offermans 2

Midden in het onbewoonbare
De Arbeiderspers 2020, 621 pagina's € 27,50

Wikipedia: Cyrille Offermans (1945)

Korte beschrijving
Dit allegaartje aan teksten over literatuur, musea, architectuur, politiek en min of meer persoonlijke anekdotes (die nergens te dichtbij komen) heeft Cyrille Offermans (1945) geordend volgens de 12 maanden van het jaar 2019. In december, aan het einde van dit 600 pagina's tellende boek, vergelijkt Offermans schrijven met tuinieren, het winterklaar maken met het oog op het voorjaar. Hij noemt zichzelf anti-specialist en ongebreideld nieuwsgierig. Zijn historisch hermeneutische essays blijven verre van naar essenties gravende universalisten of particularisten. De essays houden zich op aan de oppervlakte van het leven. Geschreven vanuit het eigen vertrouwde middelpunt kijkt de auteur uit op een wereld die door klimaatproblemen, natuurvernietiging en sociale tegenstellingen steeds onbewoonbaarder wordt. Een uitstekend boek om dagelijks iets uit te lezen, erudiet, ondanks alles optimistisch en doortrokken van een diep renaissancistisch humanisme. Kleine druk. Met nawoord en personenregister.

Tekst op website uitgever
Met Midden in het onbewoonbare – als journaal van een denkend schrijver het natuurlijke vervolg op Een iets beschuttere plek misschien – trakteert Cyrille Offermans de lezer met genereuze hand op een caleidoscoop van teksten. Over schrijvers, kunstenaars van alle disciplines en over het eigen dagelijkse leven. Maar hoe gul en monter ook – uit veel van zijn stukken spreekt evenzeer verbijstering over een wereld die gevaarlijk uit zijn voegen barst. Ongebreidelde economische expansie, natuurvernietiging, klimaatverandering, wereldwijde armoede, oorlogen, emigratiegolven, bekrompen nationalistische politiek, blind populisme en agressief Chinees imperialisme: een wereld vlak voor een ongekende crisis. Onze eigen omgeving een eiland midden in het onbewoonbare.



Fragment uit Door katten, boeken en mensen vredig bewoond

Perec heeft een indrukwekkende opsomming van het onbewoonbare die ook bijna een halve eeuw later niets aan afschrikwekkendheid heeft ingeboet - 'vuilstortzee, prikkeldraadkusten, kaalslagaarde, massagrafaarde, lijkenbergen, modderrivieren, stanksteden / architectuur van de verachting en de opschepperij, middelmatige praalzucht van woontorens en flats, hokken die bij duizenden op elkaar zijn gestapeld, armzalige bluf van hoofdkantoren / het benauwde, het verstikkende, het kleine, het benepene, het bekrompene, het maar nét passende/ het omheinde, het verbodene, het gekooide, het vergrendelde, muren bezaaid met glasscherven, deuren voorzien van kijkgaatjes, geblindeerde ramen', et cetera.
  De elementen van deze opsomming kunnen zonder moeite met Perecs vervreemde levensgeschiedenis verbonden worden. Tegelijk is 'het onbewoonbare' ervan algemeen genoeg om iedereen, ook zoveel jaar later, nog te doen gruwen. De verwijzingen naar de kampen, de vluchtelingen, de gevangenissen, de genocide, de natuurvernietiging mogen rechtstreeks uit zijn gepijnigde bewustzijn komen, ze laten zich voor de lezer van nu makkelijk concretiseren met actuele inhouden.
  Ruimten rondom is, zoals gezegd, van 1974, kort nadat de Club van Rome ons had voorgerekend dat de grenzen van de groei waren bereikt; de oliecrisis van '73 had ons nog eens met de neus op de alarmerende feiten gedrukt. Perec was daarvan zonder twijfel op de hoogte - met woorden als 'vuilstortzee', 'modderrivieren', 'stanksteden' geeft hij blijk van zijn walging. Anno 2019 is de situatie dramatisch verergerd. Antropogene natuurrampen, ontwrichte samenlevingen - ze zijn aan de orde van de dag. Te lang hebben politici van achtereenvolgende generaties, in de ban van het heiligverklaarde neoliberalisme, de problemen ontkend en oplossingen voor zich uit geschoven; nu zijn die hun, en ons niet minder, ver boven het hoofd gegroeid. 
  De grondstoffen- en klimaatcrisis - en de oorlogen die daarvan nu al het gevolg zijn - dreigen steeds grotere delen van de wereld onbewoonbaar te maken, in de meest letterlijke zin van het woord. Omvangrijke migratiestromen lijken onafwendbaar, de nationalistische reacties daarop voorspelbaar. Steeds meer loopt West-Europa, loopt Nederland, het gevaar een eiland midden in het onbewoonbare; tegelijkertijd worden ook wij bedreigd door onbewoonbaarheid, zeker in sociale en culturele zin.
  Maar ook letterlijk: met het natuurvernietigende oprukken van troosteloze niet-plekken ter wille van alle noodzakelijk geachte groei en mobiliteit verdwijnen de oriënteringsmogelijkheden voor een gelukkig leven. Natuur wordt infrastructuur. Hectische leegte vreet de anticiperende droomkracht aan. Het is aan de creatieve intelligentsia om - in het spoor van Antonello, in het spoor van Perec en zoveel anderen - het bewustzijn daarvan te vergroten, het onbewoonbare bewoonbaar te maken, in beeld, in taal, in de realiteit. (pagina 592-594)

Recensie op L1 Cultuurcafé door Ben van Melick (duur: ca. 15 minuten)

Lees ook: Een iets beschuttere plek misschien (2018)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen