Boom 2021, 224 pagina's - € 24,90
Oospronkelijke titel: La part sauvage du monde (2018). Vertaling: Mieke van Hemert (onder mentoraat van Jeanne Holierhoek)
Biografie Virginie Maris (1978)
Korte beschrijving
Dit werk van de Franse milieufilosofe Virginie Maris is een pleidooi voor een andere kijk, een andere relatie met de natuur. In het eerste deel geeft ze een definitie van natuur, waarin vooral de term ‘de grote scheidslijn’ centraal staat. Deze houdt in dat de mens en zijn producten tegenover de natuur staan. Ze laat zien hoe deze zienswijze historisch is ontstaan. Het tweede deel gaat over het willen verwerpen van deze scheidslijn door het einde van de natuur aan te geven of het bestaan ervan te ontkennen. In het derde deel ligt de focus op de natuurbescherming die onderdeel wordt van het biotechnologisch, economisch of analytisch systeem. Ten slotte geeft de auteur een aantal ideeën over herwaardering van de natuur door de manier waarop we naar haar kijken te veranderen. Onze relatie te veranderen door de meervoudigheid, zelfstandigheid en continue verandering waaraan ze onderhevig is te erkennen en te accepteren. De natuur ook soms haar gang te laten gaan. Helder geschreven pleidooi met korte hoofdstukken en veel verwijzingen naar internationale filosofie en geschiedenis. Goed literair onderbouwde kritiek op de zienswijze over natuur door de eeuwen heen. De internationale focus maakt het nog krachtiger. Met noten..
Tekst op website uitgever
In het antropoceen stelt de mens zichzelf centraal en probeert hij de wereld op grote schaal te beheersen. De natuur wordt gereduceerd tot instrument en verliest haar intrinsieke waarde. Virginie Maris pleit voor een herwaardering van de natuur in haar radicale anders-zijn. Tegenover de platte, grenzeloze wereld van het antropoceen stelt Virginie Maris ‘het wilde deel van de wereld’.
Haar benadering veronderstelt een andere manier van denken over, en omgang met de natuur. Het is van belang onszelf te begrenzen, om zo de soevereiniteit van de wilde natuur zeker te stellen, en haar te beschermen tegen uitbuiting en vervreemding. We moeten ons in de wilde natuur gedragen als bezoekers van een vreemd land, niet als opzichters of beheerders.
Vooraanstaande filosoof verkondigt nieuw geluid in de discussie over het antropoceen: De natuur blijft!
‘Het wilde is alomtegenwoordig – het is de kleine woelmuis die zich een weg baant dwars door de kaarsrechte rijen maïs, het is de zwerm putters die elke winter terugkeert om zich uitbundig te goed te doen aan de zonnebloempitten in de voederbakjes in de tuin, het zijn de paardenbloemen die uit het asfalt steken, het is de torenvalk met haar nest boven in de Notre-Dame. Het is misschien ook een archaïsch, vitaal deel van onszelf.’
Dit boek is tot stand gekomen in samenwerking met Institut Français Pays Bas (IFPB).
Fragment uit 11. De verzoening : Een win-winecologie?
De bewijslast
Door de menselijke wezens, één soort op meer dan acht miljoen, wordt beslag gelegd op een kolossaal deel van de hulpbronnen en de ruimte. Hiermee treffen ze, bedoeld of onbedoeld, met name door de klimaatverandering en het verlies aan bodems door bebouwing, alle andere soorten tezamen. Geschat wordt dat de mensen zich niet minder dan een kwart van de wereldwijde netto primaire productie toe-eigenen, waarmee ze dus de productiecapaciteit van de natuur voor zichzelf wegkapen. Er mag niet worden gezwicht voor de depolitisering die we het discours van het antropoceen hebben verweten, en van meet af aan moet worden erkend dat niet alle mensen in gelijke mate bijdragen aan het verval en de teloorgang van de wilde wereld. De verschillen zijn enorm en wat er op het spel staat, is wel degelijk een levensstijl, een verlangen tot toe-eigening, uitbreiding en accumulatie dat eigen is aan de op groei gebaseerde samenlevingen waar we in leven.
Op dit moment wordt naar schatting ongeveer een kwart van de zoogdieren bedreigd. In de loop van de afgelopen dertig jaar zijn door het menselijk handelen vijftig tot duizend maal meer dieren uitgestorven dan natuurlijk is, en daarmee is de huidige periode een zesde episode van massa-extinctie. Ook is het aantal wilde dieren in vrije val, getuige het feit dat in de afgelopen veertig jaar het aantal exemplaren met de helft is afgenomen. Elke dag komen er op onze grondgebieden projecten bij die vernietigen wat er nog over is van natuurlijke milieus: vliegvelden, opslagloodsen, windmolen- en zonneparken, in combinatie met oncontroleerbaar uitdijende steden en zich verdichtende infrastructuur. Alleen al deze constatering zou twijfels moeten laten rijzen over ons vermogen om opbouwend om te gaan met de wilde wereld. Niet om te verklaren dat dit onmogelijk is, maar om bescheiden en oprecht op zoek te gaan naar gidsen die ons kunnen wijzen welke wegen we zouden moeten inslaan naar een vorm van samenleven die minder rampzalig uitpakt. (pagina 163-164)
Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen