dinsdag 30 juli 2024

Jitske Kramer

Tricky tijden : laat je niet gek maken
Boom 2024,  411 pagina's € 25,--

Wikipedia: Jitske Kramer (1973)

Korte beschrijving
Een analytisch boek over maatschappelijke veranderingen en culturele antropologie. Het boek bespreekt de dynamiek van grote veranderingen en de menselijke reacties daarop. De auteur put uit haar kennis over diverse culturen om inzicht te geven in turbulente tijden van transformatie. Besproken wordt hoe de mens zich door schijnzekerheden en mooie beloftes laat verleiden. Het boek belicht ook dat de mens eerder overgangsperioden doorgemaakt heeft en in staat is om deze te overleven. Helder en relatief toegankelijk geschreven voor de complexiteit van het onderwerp, met passages vanuit het persoonlijke perspectief van de auteur. Met zwart-witfoto’s en -illustraties. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. Jitske Kramer (1973) is een Nederlandse antropoloog, internationaal spreker, bestsellerauteur en oprichter van Human Dimensions. Van haar boeken 'De corporate tribe', 'Building tribes', 'Deep democracy', 'Jam cultures' en 'Werk heeft het gebouw verlaten' zijn meer dan 150.000 exemplaren verkocht. Haar boeken zijn vertaald in het Engels, Duits en Russisch.

Tekst op website uitgever
In Tricky tijden deelt Jitske Kramer haar nieuwste inzichten over cultuurveranderingen.

Het zijn Tricky Tijden. De bestaande ordening staat ter discussie, het vertrouwde moeten we loslaten en grenzen worden verlegd. Elke transformatie kent een turbulente tussentijd, een intrigerende transitiefase waar de wereld lijkt te spelen met haar eigen regels. In deze verwarrende tijd verschuilen we ons graag achter schijnzekerheden en laten we ons te gemakkelijk verleiden door mooie beloftes.

In dit boek ontdek je de fascinerende dynamiek van grote veranderingen. Jitske Kramer ontrafelt de menselijke reacties op ingrijpende transformaties, met inspirerende inzichten uit de antropologie en diverse culturen. Ze geeft ook hoop. We zijn verdwaald, maar niet verloren. We zijn al vaker door de turbulente tijden van transities gegaan. We kunnen dit!

Jitske Kramer is antropoloog, internationaal spreker, bestsellerauteur en oprichter van Human Dimensions. Van haar boeken De Corporate Tribe, Building Tribes, Deep Democracy, Jam Cultures en Werk heeft het gebouw verlaten zijn meer dan 150.000 exemplaren verkocht. Haar boeken zijn vertaald in het Engels, Duits en Russisch.

Fragment uit 3. Tricksters spelen met grenzen
Zeven trickstertactieken om verwarring te zaaien

Ik heb zeven trickstertactieken gedistilleerd uit het enorme aanbod aan mogelijkheden, er zijn er vast en zeker meer. Ze werken fantastisch in het zaaien van verwarring en het anderen meekrijgen in jouw eigen verhaal. Ook creëren ze monsters van twijfel die ervoor zorgen dat we nog ontvankelijker worden voor deze tactieken. Ze worden door iedereen gebruikt, van links naar rechts, van boven naar beneden, in profit en non-profit, door activisten en lobbyisten. Die tactieken zijn een essentieel onderdeel van het leven, maar worden tricky als we er te veel van hebben en wanneer mensen met kwaadachtige intenties ermee aan de haal.

Zeven trickstertactieken om verwarring te zaaien, te manipuleren en grenzeloze onveiligheid te creëren

1. Speel met feiten en percepties

2. Speel met taal

3. Maak nieuwe tweedelingen

4. Voorkom stilte

5. Doe anderen na

6. Creëer verwarring en geheimzinnigheid

7. Blijf een buitenstaander (pagina 162)

Het Tricky Spectrum: verleider, charlatan, schoft
Ik heb het menselijk tricktergedrag in drie categorieën ingedeeld: de verleider, de charlatan en de schoft. Laten we beginnen bij de verleider. Hier plaats ik het onhandige en soms grappige trickstergedrag. Het gedrag helemaal links op het spectrum en dicht tegen handelen vanuit een moraal aan, noem ik onschuldig. Denk aan met een wat onschuldige opmerking of grap de boel opschudden. Of wanneer je vanuit onwetendheid per ongeluk grenzen overtreedt of afspraken oprecht bent vergeten, wat je eigenlijk ook wel goed uitkomt. Wanneer we iets naar rechts schuiven op het spectrum wordt het brutaler. Je vertelt over wat je hebt meegemaakt met lekker veel overdrijven., je poetst je cv iets op, zaait verwarring door heel veel vragen te stellen, je maakt per ongeluk expres bepaalde opmerkingen, of je sjoemelt een beetje met afspraken. Je liegt niet echt over dingen, maar gaat gewoon een beetje losjes met de waarheid om. 'Leugentjes om bestwil', zou mijn oma zeggen. Soms ontloop je je verantwoordelijkheden met een smoesje en laat je wat dingen liggen zonder het te melden. Je leidt anderen af. Mensen noemen je brutaal, maar zelf zal ja dat mogelijk helemaal niet zo voelen. 

Dan gaan we door naar de charlatan en komen we bij gedrag dat ik gewiekst heb genoemd. Het is niet echt volledig immoreel, maar het gaat allemaal niet meer helemaal per ongeluk. Trickstergedrag wordt nu meer en bewuster ingezet voor eigen gewin. Door fouten die je hebt gemaakt te ontkennen, informatie in je eigen voordeel te verdraaien of achter te houden, door te spelen met taal en gemaakte fouten en verantwoordelijkheden gewoon te ontkennen. Heel gewiekst verhul je jouw werkelijke motieven, maak je selectief gebruik van informatie, speel je met verborgen agenda's en halve waarheden. Je kunt met gemak in een zogenaamde amorele positie stappen door te zeggen dat het nu even niet gaat over goed en fout, maar over de oplossing. Je benut dubbele betekenissen, buit dubbelzinnigheden in afspraken uit en zaait verwarring door de context waarin je iets hebt gezegd te veranderen. Je verleidt anderen met wat ze graag willen horen, praat mensen naar de mond en gooit je charmes in de strijd. (pagina 176-177)

Enkele boeken die worden aangestipt, én op dit blog staan

Hans Achterhuis

De utopie van de vrije markt

2010

319

Stevo Akkerman

Het klopt wel, maar het deugt niet

2016

116

Isaiah Berlin

Twee opvattingen van vrijheid

1958

190

Alain De Botton

Statusangst

2004

334

Erich Fromm

De angst voor vrijheid

1941

270

Malcolm Gladwell

Het omslagpunt

2001

240

David Graeber

Bullshit jobs

2018

335

David Graeber c.s

Het begin van alles

2022

655

Yuval Noah Harari

Sapiens

2014

556

Bas Heijne

Mens/Onmens

2019

128

Sander Heijne c.s.

Fantoom groei

2020

256

Naomi Klein

Dubbelganger

2023

540

Roman Krznaric

De goede voorouder

2021

303

Joris Luyendijk

De zeven vinkjes

2022

199

Joris Luyendijk

Dit kan niet waar zijn

2015

240

Charles Mann

De tovenaar en de profeet

2018

688

Susan Neiman

Links is niet woke

2023

156

Thomas Piketty

Een kleine geschiedenis van de gelijkheid

2022

327

Kate Raworth

Donuteconomie

2017

352

Hartmut Rosa

Leven in tijden van versnelling

2016

160

Jan Rotmans

Omarm de chaos

2021

301

Bernie Sanders

Het is oké om kwaad te zijn op het kapitalisme

2023

365

Ad Verbrugge c.s.

Het goede leven & de vrije markt

2018

452

Paul Verhaeghe

Onbehagen

2023

285

Rob Wijnberg

Voor ieder wat waars

2023

192

 In het boek valt regelmatig het woord liminaal. Artikel: Wat is liminaliteit en hoe ga je ermee om?

Terug naar Overzicht alle titels

Jos de Mul 3

Welkom in het Symbioceen : over de verstrengeling van natuur, cultuur en techniek
Boom 2024, 318 pagina's € 29,90

Wikipedia: Jos de Mul (1956)

Korte beschrijving
Een filosofisch boek over de symbiose van natuur, cultuur en techniek. De auteur stelt dat het leven onlosmakelijk verbonden is met competitie, strijd en vernietiging, maar dat de symbiose waarin natuur, cultuur en techniek existentieel verstrengeld zijn minstens even belangrijk is. Hij benadrukt het belang van symbiose — het samenleven en samenwerken van mensen, andere levensvormen en technische artefacten — als een onuitputtelijke bron van vernieuwing. De Mul combineert recente inzichten uit de natuur- en geesteswetenschappen met romans, sciencefictionfilms en games. Hij biedt een frisse kijk op actuele problemen zoals ecologische catastrofes, geopolitieke spanningen en kunstmatige intelligentie, en moedigt de lezer aan om deze uitdagingen met 'voorzichtige roekeloosheid' tegemoet te treden. Soepel en met diepgang geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Jos de Mul (Terneuzen, 1956) is een bekende Nederlandse academisch docent en filosoof. Hij is emeritus hoogleraar filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zijn werk is in meer dan tien talen vertaald.

Tekst op website uitgever
Verkenningen van een nieuw tijdperk, waarin natuur, mens en techniek in een existentiële dans verstrengeld zijn geraakt

Het leven is onlosmakelijk verbonden met competitie, strijd en vernietiging, maar minstens zo belangrijk is symbiose: het samenleven en samenwerken van mensen, andere levensvormen en technische artefacten. Aan de hand van vele prikkelende voorbeelden laat Jos de Mul zien dat symbiose een onuitputtelijke bron van vernieuwing is. Steeds opnieuw schept de wonderlijke verstrengeling van natuur, cultuur en techniek onverwachte oplossingen én nieuwe uitdagingen.

In Welkom in het Symbioceen combineert De Mul recente inzichten uit de natuur- en geesteswetenschappen met romans, sciencefictionfilms en games. Met deze symbiotische aanpak biedt hij een verfrissende kijk op actuele problemen als ecologische catastrofes, toenemende geopolitieke spanningen en kunstmatige intelligentie. Daarbij moedigt hij de lezer aan deze uitdagingen met een ‘voorzichtige roekeloosheid’ tegemoet te treden.

Jos de Mul (1956) is is emeritus hoogleraar filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij geldt als een van de origineelste en veelzijdigste denkers in het Nederlandse taalgebied. Zijn bekendste boeken zijn Cyberspace Odyssee (winnaar Socratesbeker 2003, zesde druk 2010), De domesticatie van het noodlot (vijfde druk 2014) en Kunstmatig van nature (derde druk 2024, Essay Maand van de Filosofie). Ook publiceert hij geregeld in toonaangevende media als Trouw, NRC, Vrij Nederland en De Groene Amsterdammer. Jos de Mul is wereldwijd een veelgevraagd spreker en zijn werk is in meer dan tien talen vertaald.

Fragment uit 4. Technosymbiose
5. Massa-extincties

Wie denkt dat het onze tijd wel zal duren of dat het nogal hoogmoedig is te denken dat de mens, pas een paar honderdduizend jaar oud, nog ruim vijf miljard jaren zal voortbestaan in plaats van de miljoenen soorten te volgen die sinds het allerprilste begin van het leven op aarde, minimaal 3,7 miljard jaar geleden, zijn uitgestorven (zelfs de evolutionair bezien uiterst succesvolle dinosauriërs legden na en slordige 140 miljoen jaar het loodje), moet toch nog ven verder denken. De aarde mag dan weliswaar als geosysteem (het geheel van niet-levende natuur) de afgelopen vijf miljard jaar aardig hebben doorstaan, dat geldt niet in alle opzichten voor het ecosysteem, het leven op de planeet. Dat leven heeft namelijk herhaaldelijk massa-extincties te verduren gehad. Die mogen we niet verwarren met het 'gewone uitsterven' van soorten, dat inherent is aan de evolutie van het aardse leven, zoals ook individuen niet het eeuwige leven hebben. Iedere 1 miljoen jaar sterft ongeveer 10% van de soorten, iedere 10 miljoen jaar 30%, en iedere 100 miljoen jaar 65%.
  Van massa-extincties spreken we als er in relatief korte tijd heel erg veel soorten uitsterven en het leven zelf aan een zijden draadje komt te hangen. Alleen al de laatste 500 miljoen jaar hebben zich minstens vijf van dergelijke massa-extincties voorgedaan, die het gevolg waren van drastische veranderingen van verschillende aard. Zo'n 444 miljoen jaar geleden leidde de tektonische verheffing van de Appalachen tot verwering, uitstoot van CO2 en de daarmee gepaard gaande veranderingen van klimaat en de chemische samenstelling van de oceanen. Ongeveer 360 miljoen jaar geleden ging de snelle groei en diversificatie van de landplanten gepaard met een sterke afkoeling van de aarde. Ongeveer 251 miljoen jaar en ongeveer 201 miljoen jaar geleden leidden respectievelijk methaan-producerende bacteriën en intense vulkaanuitbarstingen juist weer tweemaal tot een forse opwarming van de aarde. De vijfde en bekendste massa-extinctie, 66 miljoen jaar geleden, was het gevolg van een asteroïde die in Mexico insloeg, wat enorme as- en stofwolken veroorzaakte, die het einde betekende van 76% van het leven op aarde, inclusief de dinosauriërs. 
  Sinds 2018 wordt er gesproken over de mogelijkheid dat er rond 230 miljoen jaar geleden nog een massa-extinctie heeft plaatsgevonden als gevolg van een bijzonder vochtige periode, het zogeheten Carnian Pluvial Event (CPE), die een miljoen jaar duurde. Dat leidde tot een enorm verlies aan biodiversiteit op land en in de zee, maar maakte ook de weg vrij voor nieuwe, door planten gedomineerde ecosystemen, en daarmee ook voor de dinosauriërs, die weliswaar al enkele miljoenen jaren daarvoor waren ontstaan, maar vanaf dir moment voor meer dan 150 miljoen jaar de heerschappij over de aarde zouden verkrijgen, totdat de laatste - of als we de huidige meerekenen voorlaatste - massa-extinctie aan hun bestaan een eind zou maken en daarmee het pad effende voor de opmars van de zoogdieren, en niet in de laatste plaats de mens, die kortgeleden een heel geologisch tijdperk naar zichzelf vernoemd heeft.
  En juist daarom is reden tot zorg. In het inleidende hoofdstuk van dit boek wees ik erop dat in de discussies over het Antropoceen naast vervuiling, uitputting van natuurlijke grondstoffen en opwarming van het klimaat, ook een zesde (of zevende, indien we die van het CPE meerekenen) massa-extinctie als definiërend kenmerk wordt genoemd. En als we de geschiedenis van voorafgaande massa-extincties in ogenschouw nemen, is de kans dat de mens zal behoren tot de meerderheid die daarbij ten onder gaat vele malen groter dan de kans dat bacteriën en archaea ten onder zullen gaan. Organismen zijn kwetsbaarder naarmate ze complexer zijn. Daarin lijken ze ook op technische artefacten. Een smartphone is immers ook kwetsbaarder en sneller aan vervanging toe dan een hamer. (pagina 81-82)

Lees ook: Kunstmatig van nature : onderweg naar Homo sapiens 3.0 (2014) en Paniek in de polder : polytiek in tijden van populisme (2017)

Terug naar Overzicht alle titels


Thomas H. Macho

Waarom we dieren eten
Noordboek 2024,  127 pagina's € 19,90

Oorspronkelijke titel: Warum wir Tiere essen (2022)

Wikipedia: Thomas H. Macho (1952)

Korte beschrijving
Een filosofisch boek over de band tussen mens en dier vanaf de oertijd tot nu. Het betoog voert langs offerrituelen, knuffels en dierenrechten, en stelt kritische vragen over onze huidige omgang met dieren. Op dit moment eet bijna iedere Europeaan zestig kilo vlees per jaar. Dat we gemakkelijk over de dood van dieren heen stappen komt omdat we onze gedeelde geschiedenis met hen zijn vergeten. De auteur pleit voor een terugkeer naar een respectvolle interactie met dieren. Intelligent en met diepgang geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Thomas Macho (Wenen, 1952) is een Oostenrijks-Duitse cultuurfilosoof en was jarenlang als hoogleraar cultuurwetenschappen verbonden aan de Humboldt-Universität in Berlijn. Hij ontving de Sigmund Freud-prijs en de Oostenrijkse Staatsprijs voor Culturele Journalistiek. Hij schreef vele boeken. Zijn werk wordt in meerdere landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
De Duitse filosoof Thomas Macho beschrijft onze band met het dier vanaf de oertijd tot nu. Zijn filosofische betoog voert langs offerrituelen, knuffels en dierenrechten. Terwijl hij onze gedeelde geschiedenis met het dier in herinnering roept, plaatst Macho vraagtekens bij onze huidige omgang met dieren. Op dit moment eet bijna iedere Europeaan zestig kilo vlees per jaar. Dat we gemakkelijk over de dood van dieren heen stappen, komt doordat we onze gedeelde geschiedenis – dieren zijn onze verwanten – zijn vergeten. Macho wijst ons de weg terug naar een respectvolle interactie met het dier. Slim, nauwkeurig en diepgravend Thomas Macho (1952) is een Oostenrijks-Duitse cultuurfilosoof en was jarenlang als hoogleraar cultuurwetenschappen verbonden aan de Humboldt-Universität in Berlijn. Hij ontving de Sigmund Freud-prijs en de Oostenrijkse Staatsprijs voor Culturele Journalistiek.

Fragment uit De cultivering van de vleesonthouding
Agrarische culturen moesten regels voor de collectieve vleesonthouding propageren. Vlees was en bleef tot aan de industriële, moderne tijd een zeldzaam waar. Vastendagen en vastentijden vormden slechts tijdelijke oplossingen; de christelijke religie vestigde daarom het sacrament van de eucharistie, de metamorfose van brood en wijn in het vlees en bloed van Christus. Of deze metamorfose als een soort van 'transsubstantiatie' - tot aan de Werkelijke Tegenwoordigheid van de godenzoon - of slechts als herinneringsritueel en teken moest worden begrepen, bleef eeuwenlang onderwerp van theologisch debat. Intussen zijn de details van deze debatten naar de achtergrond van de industriële en seculiere moderniteit verhuisd, maar dat geldt niet voor de alsmaar dringender kwestie van een vermindering en regulering van de wereldwijde vleesconsumptie. Weliswaar is de roep om een nieuwe ascese luider geworden in de slipstream van de milieudebatten en de angst voor de rampen, maar terwijl we de mogelijkheden onderzoeken om verpakkingsmateriaal te besparen blijft impliciet duidelijk dat de verpakte goederen zelf niet mogen worden gereduceerd. Alleen al het voorstel om consumptiebeperkingen in te stellen zou voldoende zijn om politieke crises en paniekreacties te veroorzaken. Enige decennia terug heeft Carl Friedrich von Weisäcker de toen al op ecologische gronden onvermijdelijke vraag opgeworpen naar een 'ascetische wereldcultuur'.  Gezien de moderne afstand en scepsis tegenover traditionele ascesemodellen stelde Weisäcker voor om tussen bescheidenheid, zelfbeheersing en werkelijke onthouding te differentiëren. De ascetische idealen moesten aan de verwachtingen van democratische industriële samenlevingen worden aangepast, want de voorbeelden van agrarische ascese zijn 'op de overgeleverde ethiek van het heersen en dienen gebaseerde.  Het werkelijke probleem is de 'democratisering van de ascese', de 'overgang naar een ethiek van vrijheid en gelijkheid die vanaf de revoluties eind achttiende eeuw langzaam opkwam.' Wie ascese als een nieuw soort dwangsysteem, als een in zekere zin door de staat verordonneerde onthouding propageert, is gedoemd te mislukken. Hij riep alleen dat ressentiment en die weerstand op waartegen groene partijen en milieu-activistische organisaties zo vaak aanlopen. Maar hoe kan een 'democratische ascese' er eigenlijk uitzien? Weisäckers idee van vrijheid kan worden verbonden met die elementen uit de oude hongerkunsten die in de schaduw van de industrialisering het meest vergeten zijn. Wie de ascese, zoals Nietsche deed, alleen als masochistisch spektakel ziet kan niet begrijpen wat ooit met het spreken over pneuma werd bedoeld: namelijk de kunst der ademhaling, het elementaire metabolisme. Voordat we eten en drinken halen we adem. Terwijl de voedselinname gepaard gaat met de verminking van objecten en daarbij de paranoïde drang volgt naar narcistische samensmelting, zoals Frederick S. Perls benadrukt, wordt met iedere ademtocht vrijheid en onafhankelijkheid ervaren. Niet toevallig concentreerden vele hongerculturen op de training van de ademhaling. Culturen van de honger en ascese waren vaak ook culturen van ademhaling; en culturen der ademhaling waren meestal ook culturen waarin gezocht werd naar de ervaring van innerlijke vrijheid en hoe die te verdiepen. (pagina 99-101)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels

Huub Buijssen

De verborgen psychologie achter populisme : als je dit boek leest, begrijp je Wilders beter...en jezelf
TRED 2024, 232 pagina's € 21,90

Korte bio van Huub Buijssen (1953)

Korte beschrijving
Een inzichtelijk boek over de psychologie achter populisme. Het boek analyseert de opkomst van het populisme en de impact ervan op de democratie wereldwijd. Huub Buijssen, een psychogerontoloog, legt uit hoe populistische politici inspelen op universele menselijke instincten, emoties en verlangens. Hij stelt dat begrip van de onderliggende psychologie essentieel is om populisme te kunnen bestrijden. Het boek combineert wetenschappelijk onderzoek, politieke actualiteit en psychologische inzichten om de aantrekkingskracht van populistische leiders te verklaren. In duidelijke, doorwrochte stijl geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. Huub Buijssen (1953) is psychogerontoloog, voormalig gezondheidszorgpsycholoog en klinisch psycholoog. Hij schreef eerder ‘De heldere eenvoud van dementie’ en ‘Als een dierbare depressief is’. Zijn werk wordt in meerdere landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
‘Razend interessant voor iedereen die wil weten hoe we in deze politiek onzekere tijden de democratie kunnen behouden.’ Alexander Pechtold, oud-partijleider D66.

‘Een vlijmscherpe analyse die zowel de zwakheden als de gevaren van populisme genadeloos blootlegt. Het zou verplichte kost moeten zijn voor de bovenbouw van middelbare scholen.’ Ap Dijksterhuis, schrijver en hoogleraar psychologie.

‘Een vloeiend betoog met wetenschappelijk onderzoek, politieke actualiteit en psychologische beroepservaring. Helpt de populist in jezelf te erkennen én het populisme tegen te gaan.’ Paul Dekker, hoogleraar Civil society University Tilburg.

‘Heel knap hoe Buijssen de resultaten van psychologisch onderzoek weet te verbinden met de politieke actualiteit, historische achtergronden en heel persoonlijke en alledaagse waarnemingen.’ Paul Schnabel, voormalig directeur Sociaal Cultureel Planbureau.

‘Een actueel , spannend en gedurfd boek! Een aanrader voor wie meer vat wil krijgen op de opkomst van het populisme in Nederland en daarbuiten. Huub Buijssen fileert uitspraken van ons zeer bekende politici en zoekt naar onderliggende retoriek en gemeenschappelijke thema’s. Vooral in de confrontatie met hedendaagse psychologische kennis toont hij zijn meesterschap met bijzondere en soms zeer originele vergezichten. Dat helpt! Zeker bij het begrijpen wat er aan de hand is en hoe ons daartoe te verhouden.’ Giel Hutschemaekers, hoogleraar Geestelijke Gezondheid, Radboud Universiteit Nijmegen.

Mondiaal staat de democratie onder druk door de opkomst van het populisme. Over de hele wereld stellen mensen zich de vraag: wat is het geheim van de aantrekkingskracht van populistische leiders? En ook: hoe komt het dat politieke figuren juist ook de steun genieten van degenen die door hun ideeën en beleid het meest getroffen worden? De psycholoog Huub Buijssen maakt in dit boek duidelijk dat populistische politici appelleren aan universele menselijke instincten, emoties en verlangens waarvan we ons doorgaans niet bewust zijn. Hij laat zien dat de Amerikaanse populisme-expert Kirk Hawkins gelijk had toen hij zei: ‘In ieder van ons sluimert een populist.’ De boodschap van het boek is dat we populisme – in onszelf en bij anderen – pas kunnen bestrijden, als we de psychologie erachter begrijpen. Dit hoogst originele boek zal iedereen aanspreken die de recente politieke ontwikkelingen wil begrijpen.

Huub Buijssen (1953) is psychogerontoloog, voormalig gezondheidszorgpsycholoog en klinisch psycholoog. Hij schreef meer dan veertig boeken waaronder de bestsellers De heldere eenvoud van dementie en Als een dierbare depressief is. Boeken van verschenen in het Engels, Duits, Koreaans, Chinees, Pools, Zweeds, Deens en Tsjechisch.

Fragment uit 11. Van inzicht naar (enig) uitzicht
2 Hoe verander je een mening?

Ruim tien jaar geleden debuteerde de voetballer Daley Blind in het Nederlands elftal. Ik was van begin af aan een fan van hem. Zoveel spelinzicht en zo'n goed \e pass! Twee van mijn beste vrienden, die beiden in hun jeugd uitstekende voetballers waren, deelden mijn mening niet. 'Te langzaam en daaro niet oranje-waardig. Hooguit selecteren als twaalfde man.' In de loop der jaren heb ik met deze twee vrienden tientallen keren over Daley Blind in de clinch gelegen. Mijn vrienden vielen Daley aan, ik verdedigde hem. 'De afgelopen tien jaar hebben alle acht bondscoaches hem steevast opgesteld. Er zijn intussen in de hele geschiedenis van oranje maar drie spelers (Wesley Sneijder, Frank de Boer en Edwin van der Sar) die meer minuten op het veld hebben gestaan.' Maar wat ik ook zei, welke argumenten ik ook inbracht, mijn vrienden bleven bij hun mening. En ik ook! Waarom ik dit hier vertel?
  Als je je (net als ik) zorgen maakt over de opkomst van populistische partijen, dan zul je vast mensen die op zo'n partij stemmen, willen 'bekeren'. Als je hier aan gaat beginnen, bedenk dan dat talloos psychologisch onderzoek heeft aangetoond dat je iemand anders niet van mening kunt doen veranderen via feiten en argumenten. Het is juist zelfs andersom: door te argumenteren zul je de ander in zijn mening sterken. De ander gaat extremere standpunten innemen en jij ook. Jullie polariseren. Er is maar één persoon die iemand van mening kan doen veranderen en dat is de persoon zelf. Een ander gegeven is dat veranderen van mening nooit verloopt via de weg van de feiten, maar via die van het gevoel.
  Ik las ooit dat er maar twee manieren zijn waarop je anderen kunt helpen van mening te veranderen en dat er niet meer smaken zijn. 

De eerste is door het vertellen van een verhaal dat de ander aangrijpt, liefst een verhaal dat zijn eigen leven raakt of waarmee hij zich kan vereenzelvigen. Denk bijvoorbeeld aan een verhaal over een kind dat de dupe werd van een politieke beslissing van een populistisch e partij óf dat juist enorm vele baat had bij een politiek besluit van een niet-populistische partij. In dit voorbeeld helpt het als de ander een kind heeft dat binnenkort dezelfde leeftijd bereikt als het kind in je verhaal.

De tweede effectieve manier om de ander te helpen switchen is: vooral vragen stellen. Ik zal uit de doeken doen hoe je dat kunt doen. Ik zal me hierbij baseren op het boek 'Hoe verander je een mening', van David McRaney, een boek dat ik je zeer kan aanbevelen. (pagina 193-194)

Terug naar Overzicht alle titels

Bas Eickhout

Groen realisme : de internationale strijd om een radicaal andere economie
Lemniscaat 2024, 141 pagina's  - € 19,99

Wikipedia: Bas Eickhout (1976)

Korte beschrijving
Een actueel essay over klimaatverandering, economie en Europese politiek. Het boek analyseert de huidige klimaat- en natuurcrisis en de noodzaak voor een radicale economische transformatie om deze aan te pakken. Europarlementariër en klimaatwetenschapper Bas Eickhout belicht de groeiende maatschappelijke weerstand tegen groene ambities en de politieke belangen die in Brussel op het spel staan. De auteur neemt de lezer mee langs de grote vragen van deze tijd en presenteert een visie voor een groen realisme. Informatief maar onderhoudend geschreven. Geschikt voor de meer geoefende lezer. Bas Eickhout (Groesbeek, 1976) is een Nederlandse klimaatwetenschapper en zit sinds 2009 in het Europees Parlement. Hij is vice-fractievoorzitter van de Europese Groenen en houdt zich bezig met Europese klimaatwetgeving. Hij schreef meerdere boeken.

Tekst op website uitgever
De tijd om de klimaat- en natuurcrisis aan te pakken slinkt snel. We staan aan de vooravond van een grootse omslag in onze manier van leven: de gehele economie moet worden verbouwd om in de toekomst levensvatbaar te kunnen blijven. Tegelijkertijd groeit het maatschappelijk verzet tegen meer groene ambitie, zoals ook de verkiezingswinst van Wilders laat zien. De belangen die in Brussel op het spel staan, zijn gigantisch. De EU besteedt de grote politieke keuzes nog altijd liever uit aan de markt. Het gevolg is een politiek die de belangen dient van degenen die de sluiproutes naar de macht weten te vinden. Europa zal met deze koers moeten breken. Wat we nodig hebben, is een radicaal andere economie. In dit boek neemt Europarlementariër Bas Eickhout de lezer mee op reis langs de grote vragen waar we voor staan. En hij laat zien hoe we het tij kunnen keren: met groen realisme.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels


Koen De Leus

De nieuwe wereldeconomie : investeren in tijden van superinflatie, hyperinnovatie en klimaattransitie
Lannoo 2023, 431 pagina's € 39,99

Korte bio van Koen De Leus (1969)

Korte beschrijving
Een verhandeling over beleggen met de huidige internationale economie in ogenshouw en vijf grote economische trends die de komende dertig jaar de maatschappij zullen beheersen. Het boek analyseert de huidige instabiele wereldeconomie, belicht de uitdagingen van inflatie, klimaatcrisis, vergrijzing, hoge schulden, disruptieve innovatie en multiglobalisering. Het onderscheidt de belangrijke economische trends van tijdelijke hypes en identificeert vijf grote trends die de komende dertig jaar zullen domineren en die van belang zijn voor het doen van lucratieve investeringen. Daarbij geven de auteurs concrete adviezen en proberen alarmisme over de economie te temperen. Informatief, intelligent en met diepgang geschreven. Met ondersteunende diagrammen in kleur en zwart-wit. Voor de meer geoefende lezer met verregaande interesse in het onderwerp. Koen De Leus is hoofdeconoom bij de Belgische bank BNP Paribas Fortis en auteur. Philippe Gijsels is hoofdstrateeg bij BNP Paribas Fortis en beleggingsprofessional.

Tekst op website uitgever
Eén ding is zeker: de wereldeconomie staat op losse schroeven. Beleggers, bedrijven en overheden moeten hun aanpak herdenken in het licht van gierende inflatie, de voortdurende klimaatcrisis en een vergrijzende bevolking. Daarnaast krijgen ze af te rekenen met de hoogste schuldenberg ooit in vredestijd, disruptieve innovatie en de effecten van multiglobalisering.

Er gebeurt zoveel tegelijkertijd, waardoor het moeilijk is om de grotere golven te onderscheiden van de kleine hypes. Welke economische ontwikkelingen zullen blijven nazinderen en welke zijn van voorbijgaande aard? Hoe zal de rente evolueren? Welke groeilanden zijn de wereldmachten van morgen? In welke sectoren vallen de meeste opportuniteiten te rapen?

Macro-econoom Koen De Leus en marktstrateeg Philippe Gijsels duiken onder de motorkap van onze economie. Ze ontwaren de vijf grote trends die de komende dertig jaar ons leven en ons geld zullen beheersen. Met diepgravende analyses en concrete adviezen bieden ze houvast, leggen ze verbanden bloot en temperen ze het alarmisme.

De nieuwe wereldeconomie toont hoe je mee kunt surfen op de globale megatrends en succesvol kunt investeren in een veranderende realiteit.

'De komende decennia bieden uitdagingen, maar ook kansen. Dit boek helpt je mee te surfen op de golven, of tenminste niet opgeslokt te worden door de tsunami.'

Fragment uit Oorlog en energie
Voortel voor een globale koolstofbelasting

'We hebben behoefte aan een wereldwijde koolstofbelasting', legt professor Rajan Raghuram uit in een toespraak voor het IMF. 'Alle economen zeggen dat het zinvol is, maar het is een "one zize fits all"-oplossing. Politiek is zo een introductie van een koolstofbelasting in de VS vandaag onhaalbaar. En voor Tanzania is het niet fair, want de CO2-uitstoot per hoofd bedraagt amper 0,2 ton tegenover 16 ton in de VS.
Een rechtvaardiger systeem is mogelijk. De globale uitstoot per capita bedraagt 4,6 ton. Wie meer dan het gemiddelde uitstoten, betalen aan een mondiaal fonds; wie minde ruitstoten zoals Tanzania, ontvangen. 'Concreet betalen de VS 16 minus 4,6. Dat is het teveel aan uitstoot dat het vandaag produceert. Dat vermenigvuldigen we met 325 miljoen Amerikaanse burgers én met wat ik de mondiale koolstofprikkel noem. Die zetten we bij de aanvang op 10 dollar per ton.  Die 10 kan later nog opgetrokken worden. Bij de start betalen de VS nu jaarlijks 38 miljard aan het fonds.
Als je alle bedragen van alle grote 'vervuilers' optelt, kom je uit op ongeveer 100 miljard dollar. Dat is ook de hulp die de rijke landen aan de arme hebben beloofd. Tanzania, een 'minder dan gemiddeld vervuiler' ontvangt volgens dezelfde berekening ongeveer 2,4 miljard dollar. Dat overheidsgeld kan worden gebruikt om de grootste risico's van bepaalde projecten te dekken. Daardoor wordt er extra geld vanuit de privésector aangetrokken. 'Een hefboom van 9 voor 1 zou niet normaal zijn, wat een financiering van 1000 miljard dollar oplevert', rekent de voormalige IMF-hoofdeconoom voor. 'Dat zijn de bedragen die een verschil beginnen te maken in de klimaatfinanciering.'
Rechtvaardigheid is gedekt. Een tweede voordeel van dit systeem is dat het de juiste prikkels zet. 'Tanzania heeft er alle belang bij zijn emissies laag te houden, want anders verliest het een stuk van zijn inkomen. De VS worden gestimuleerd om hun uitstoot te verminderen, waardoor het bedrag dat zij moeten betalen vermindert.'
Tot slot is het een gecentraliseerd systeem: de landen beslissen zelf hoe ze hun CO2-uitstoot beperken. Willen Tanzania noch de VS hun burgers en bedrijven ene koolstofbelasting opleggen, in tegenstelling tot het Europeses Emission Trading Mechanism en andere koolstofbelastingen die er gelden? Dan kan Tanzania door bijvoorbeeld steenkool te verbieden de CO2-emissies naar beneden halen. De VS kunnen in plaats van ene koolstofbelasting stimuli geven, zoals ze recent deden met de Inflation Reduction Act. 'Verschillende manieren voor verschillende mensen. je betaalt als land je bijdrage, maar wat je in je eigen land doet, is je eigen keuze.'
Wat ook interessant is aan dit systeem, is dat het verantwoordelijkheid toewijst aan andere landen. 'Wat we nodig hebben, is een systeem dat eigendomsrechten in emissies toewijst. En dit systeem doet precies dat.' Er is een gemeenschappelijke begroting, een gemiddelde hoeveelheid emissies die je mag uitstoten. Stoot je meer uit, dan betaal je. En je betaalt zolang je meer dan gemiddeld uitstoot. (pagina 155-156)

Terug naar Overzicht alle titels

Nicklas Brendborg

Gewoontedieren : waarom we altijd meer willen en wat we daartegen kunnen doen
Spectrum 2024, 285 pagina's  - € 24,99

Oorspronkelijke titel: Vanedyr (2024)

Website Nicklas Brendborg (1996)

Korte beschrijving
Een verhandeling over de menselijke drang naar groter, beter en meer. De Deense bioloog Nicklas Brendborg legt uit dat bedrijven de biologie achter het menselijke instinct gebruiken om ons meer en meer te laten consumeren. Aan de hand van onder andere voorbeelden uit het dierenrijk biedt hij ook een oplossing om de verslavende superstimulus te verslaan en de controle over onze eigen hersenen terug te pakken. Onderhoudend en aansprekend geschreven. Nicklas Brendborg (1995) is een Deense moleculair bioloog en wordt beschouwd als een van de meest veelbelovende jonge wetenschappers van deze tijd. Eerder schreef hij de internationale bestseller 'Onsterfelijke kwallen & eeuwenoude haaien'. Zijn werk wordt in meerdere landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
De verklaring van de menselijke drang naar groter, beter en meer, én wat je ertegen kunt doen

Vogels als de spreeuw en het roodborstje leggen blauwe eieren en die bewaken ze met hun leven. Maar als wetenschappers deze vervangen door grotere en diepblauwe plastic varianten geven de vogels hun eigen eieren op om zich volledig over te geven aan de nep eieren. Daar zouden wij als mens nooit intrappen, denken we dan. Maar niets is minder waar. De Deense bioloog Nicklas Brendborg legt uit dat bedrijven de biologie achter het menselijke instinct gebruiken om ons meer en meer te laten consumeren.

Denk maar aan de chipszak die nooit halfleeg de kast ingaat, het checken van sociale media dat ineens een halfuur duurt of de serie die je plots in één avond hebt afgekeken. Gelukkig biedt Brendborg aan de hand van onder andere voorbeelden uit het dierenrijk ook een oplossing om de verslavende superstimulus te verslaan en de controle over onze eigen hersenen terug te pakken.

Nicklas Brendborg (1996) is een Deense moleculair bioloog en de auteur van de internationale bestseller Onsterfelijke kwallen & eeuwenoude haaien. Dit boek stond in Denemarken wekenlang op nummer 1 in de bestsellerlijst en de vertaalrechten werden wereldwijd verkocht. Brendborg maakte als student deel uit van een internationaal talentenprogramma van de Universiteit van Kopenhagen en wordt beschouwd als een van de meest veelbelovende jonge wetenschappers.

Nicklas Brendborg (1996) is een Deense moleculair bioloog en de auteur van de internationale bestseller Onsterfelijke kwallen & eeuwenoude haaien. Dit boek stond in Denemarken wekenlang op nummer 1 in de bestsellerlijst en de vertaalrechten werden wereldwijd verkocht. Brendborg maakte als student deel uit van een internationaal talentenprogramma van de Universiteit van Kopenhagen en wordt beschouwd als een van de meest veelbelovende jonge wetenschappers.

Fragment uit Zon, palmen en een kort leven
De verklaring voor de vetzuchtepidemie kan om goede redenen niet genetisch zijn. We hebben dezelfde genen als onze slanke voorouders een paar generaties geleden  hadden. In sommige landen zijn de vetzuchtproblemen zelfs in een paar decennia ontstaan. 
  Dus als de zondaar niet erfenis is, dan moet het het leefmilieu zijn. Als onze genen ons niet met overgewicht opzadelen, moet er iets mis zijn met onze omgeving of onze levensstijl. Zaken die in de laatste decennia drastisch zijn veranderd.

  Ik weet het al, denk je misschien. Ooit hadden we lichamelijk hard werk. Nu zijn veel mensen bezig digitaal papier heen en weer te schuiven, dus is het logisch dat je niet zoveel calorieën verbrandt en uiteindelijk alleen maar aankomt!
  Om deze theorie te testen kunnen we naar het noorden van Tanzania reizen waar het Hadzavolk woont, een van de actiefste volkeren op aarde. De Hadza zijn jagers-verzamelaars, dus hun levensstijl doet denken aan die we in de rest van de wereld hadden in de steentijd. Ze hebben geen vee of akkers, maar trekken elke ochtend naar de savanne om eten te regelen: de mannen gaan op jacht en klimmen in bomen voor honing, de vrouwen verzamelen wortels, bessen, vruchten en noten.
  Dat betekent uiteraard niet dat de Hadza lichamelijk veel actiever zijn dan wij. Een mannelijke Hadza zet gemiddeld 19.000 stappen per dag, terwijl een vrouwelijke Hadza rond de 13.000 aantikt. Tijdens een deel van deze stappen slepen ze ook nog eens de vangst van de dag terug naar de stam, of er nu sprake is van wortels, parelhoenders of misschien een complete zebra. Het zal je dus niet verbazen dat de Hadza slank zijn. De gemiddelde Deen heeft zoals gezegd overgewicht en een BMI boven de 25, maar een gemiddelde Hadza heeft een BMI van ongeveer 21, met meer spiermassa dan een gemiddelde Deen.
  Het plaatje dat je erbij kunt schetsen, ziet er dus eenvoudig uit: het ene volk - de Denen - zit stil, verbrandt weinig calorieën en heeft daarom overgewicht. Het andere volk - de Hadza - is enorm actief, verbrandt heel veel calorieën en is daardoor slank.
  Het probleem is alleen dat dit beeld niet klopt. Want ook al zijn de Hadza ongewoon actief, ze verbranden niet meer calorieën op een dag dan een Deen. Ja, het verbaasde mij ook toen ik die statistiek voor het eerst hoorde, maar het klopt inderdaad. 
  Een gemiddelde Deen verbrandt zelfs meer calorieën dan een gemiddelde Hadza, omdat we langer zijn dan de Hadza; langere lichamen hebben een hogere verbranding. Als je echter het lengteverschil meeneemt in de berekening zijn de resultaten gelijk. Dat wil zeggen dat een Deen en een Hadza die even lang zijn op een dag evenveel calorieën verbranden - ook als is de Deen een stilzittende kantoormedewerker en de Hadza een actieve jager-verzamelaar.
  De cijfers over verbranding zijn afkomstig uit studies die zijn uitgevoerd door de Amerikaanse evolutiebioloog Herman Pontzer en zijn collega's. Ze hebben een geavanceerde methode gebruikt, 'dubbel-gemarkeerd water' genaamd, om het energiegebruik bij mensen en dieren te meten. We hoeven hier niet gedetailleerd op in te gaan op wat dit precies wil zeggen, maar je moet weten dat dubbel-gemarkeerd water de nauwkeurigste meetmethode is die we hebben om te achterhalen hoeveel calorieën iemand op een dag verbrandt. Nauwkeuriger dan diverse fitnesstrackers en andere apparatuur die beweren hetzelfde te kunnen. (pagina 14-15)

()
Als je nu een beetje in de war bent, dan kan ik daar goed inkomen. Hoe is het überhaupt mogelijk dat Denen en Hadza's  evenveel verbranden? Iedereen weet immers dat je calorieën verbrandt als je actief bent. Als je een rondje gaat hardlopen verbruik je meer energie dan wanneer je op de bank ligt. Dus hoe kan het dan dat stilzittende mensen en dierentuindieren evenveel calorieën verbranden als een actief stamvolk en wilde dieren?
  Op de verklaring hiervoor zullen we keer op keer in dit boek terugkomen. Onze lichamen zijn dynamisch. Het zijn aanpassingsmachines die constant op hun omgeving reageren - in dit geval op een vrij irritante manier. Het lichaam is namelijk ingesteld op het besparen van energie. Dus als jouw verbranding omhooggaat omdat je gaat sporten, probeert je lichaam dat te compenseren door de verbranding ergens anders te verlagen. Bijvoorbeeld in wat het basaalmetabolisme wordt genoemd, de energie die je verbruikt in rust - voor je ademhaling, bloedsomloop, hersenactiviteit, lichamelijk onderhoud enzovoort. (pagina 17)

Lees bijvoorbeeld ook: De voedselfuik : waarom eten we zo ongezond...en kunnen we daar niet mee stoppen? van Chris van Tulleken (uit 2024) en Zout, suiker, vet : hoe de voedselindustrie ons in zijn greep houdt van Michael Moss (alweer uit 2013)

Terug naar Overzicht alle titels