woensdag 30 oktober 2019

Ilja Leonard Pfeijffer 2

Ondraaglijke lichtheid : over het nut en nadeel van de ironie voor het leven
Prometheus 2019, 120 pagina's - € 12,99
Uit de reeks Nieuw Licht

Wikipedia: Ilja Leonard Pfeijffer (1968)

Korte beschrijving
In dit boekje probeert Pfeijffer de vraag te beantwoorden of ironie ons momenteel kan helpen het sterk gepolariseerde maatschappelijke debat weer naar de normaliteit terug te brengen. Met Quintilianus wordt ironie gedefinieerd als uitspraak waarin bedoeling en betekenis uit elkaar zijn gevallen, vergelijkbaar maar niet identiek aan een leugen. Met het coöperatie principe van de taalfilosoof Paul Grice wordt uitgelegd hoe ironie in een gesprek functioneert. Vele voorbeelden verder bespreekt Pfeiffer de filosofische kritiek op een ironische levenshouding; de sterk afwijzende houding van Hegel wordt verworpen, de mild positieve van de draaikont Kierkegaard overgenomen. In het verrassende laatste hoofdstukje bekent Pfeiffer door het schrijven van dit essay doordrongen te zijn geraakt van de destructieve werking van ironie. Zeker, ironie maakt belachelijk wat niet verdient serieus genomen te worden, maar sabelt tegelijkertijd ook neer wat waardevol is. Hoe mooi Pfeiffer ironie ook vindt, toch roept hij op tot de herontdekking van de ernst. Pocketuitgave; normale druk.

Tekst op website uitgever
‘Wat de twijfel is voor de wetenschap,’ schreef de Deense filosoof Søren Kierkegaard (1813-1855), ‘dat is de ironie voor het persoonlijk leven.’ Maar in het maatschappelijk debat leidt ironie al gauw tot onverschilligheid. En dat wist Kierkegaard ook. De ironicus maakt van alles een grap en neemt niets meer serieus, ‘teneinde zichzelf te redden’.
In onze gepolariseerde en geridiculiseerde debatcultuur geldt de waarschuwing van Kierkegaard meer dan ooit. Terwijl wereldleiders met bommen en granaten spelen, draait de amusementsindustrie van de media op grappen en bloopers van Donald Trump en Kim Jong-un, die met ironische emoticons en jolige gifjes worden geliket en geshared.
Ilja Pfeijffer vraagt zich op even geestige als bewogen wijze af of ironie en satire nog steeds kritische wapens kunnen zijn tegen de ondraaglijke lichtheid van het debat.

Ilja Leonard Pfeijffer (Rijswijk, 1968) is schrijver, dichter en classicus. Voor zijn roman La Superba ontving hij de Libris Literatuur Prijs 2014. Zijn laatste roman, Grand hotel Europa, behoort tot de succesvolste Nederlandse romans van de afgelopen tijd.

Fragment uit Hoofdstuk 5. Het oneindig lichte spel met het niets
Filosofische kritiek op de ironische levenshouding

Omdat ironie het tegenovergestelde is van ernst, vormt het concept een filosofisch probleem. Omdat ironie een handelsmerk was van Socrates, de founding father van de filosofie, vormt het concept een filosofisch probleem waar filosofen niet omheen kunnen. Hun interesse in het onderwerp geldt met name de ironische levenshouding, de attitude van iemand wiens 'hele leven door ironie is gekleurd, zoals het geval was met Socrates, die een ironicus werd genoed omdat hij zich de rol aanmat van een onwetende man die zich zogenaamd verloor in zijn ontzag voor de wijsheid van anderen'.  (Quintilianus, Inst.Or. 9.2.46)
  Het feit dat speciaal negentiende-eeuwse filosofen als Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770-1831)en Soren Aaye Kierkegaard (1813-1855) zich gedwongen voelden de ironische levenshouding te onderzoeken, had ook een actuele reden. Het was een turbulente tijd voor Europa. Revoluties raasden over het oude continent. De absolute monarch en het feodale systeem hadden hun langste tijd gehad en de wankele grondslagen werden geleegd voor onze moderne democratieën. Met de traditionele instituties verloren de traditionele waarden aan relevantie en overtuigingskracht. Doordat de oude roestige ankers waren losgeslagen, kregen subjectivisme, relativisme en nihilisme vrij spel op het leven dat dobberde op onzekerheid. Hierdoor kwam een levenshouding in de mode die romantische ironie werd genoemd. Dit was zowel een filosofisch concept als een artistiek programma. De toegenomen en zo zoetjesaan onverdraaglijk geworden onzekerheid verleidde de romantische ironicus tot de conclusie dat er in feite niets anders bestond dan chaos. En als dat zo was, had eigenlijk niets nog zin en was het al helemaal zinloos daarover te dichten of te schrijven, maar ach, wat moet een gevoelig mens anders aanvangen, alle andere activiteiten zijn zo mogelijk nog zinlozer. Romantische ironie is een houding van afstandelijke scepsis van de auteur ten opzichte van zijn eigen werk en manifesteert zich in de vorm van literair zelfbewustzijn en ironische zelfreflectie. De stroming wordt geassocieerd met de Duitse schrijver Friedrich Schlegel (1772-1829). (pagina 61-63)

Lees ook: Grand hotel Europa (uit 2018)

Startpagina Nieuw Licht

Terug naar Overzicht alle titels


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen