De vrijheidsillusie : essays van Alicja Gescinska, Christien Brinkgreve, Ger Groot, Herman Vuijsje en anderen
Boom 2018, 192 pagina's - € 20,--
Korte beschrijving
De titel van deze bundel met achttien essays geeft meteen de teneur weer van de verdedigde stelling: vrijheid is een illusie. Hoe vrij zijn wij en zijn we vrijer dan onze voorouders? De auteurs poneren dat het bezitten van ongebreidelde keuzemogelijkheden in werkelijkheid onze vrijheid beperkt. Om er meteen aan toe te voegen dat van alle kwalen een ongelimiteerde keuzemogelijkheid wel de minst schadelijke is. De zeventien auteurs – enkel Ger Groot schrijft twee essays – vertrekken van deze premisse: vrijheid is een illusie. De essayisten behoren tot verschillende disciplines: filosofen, historici, wetenschappers, journalisten, met namen als Alicja Gescinska, Ger Groot, Herman Vuijsje, Christiaan Weijts en Joep Dohmen. Zo'n verscheiden en boeiende achtergrond van de auteurs had aanleiding kunnen geven tot een breder en volwaardiger debat, met de nodige tegenwind, vraagtekens en controverses. Aan de lezer vervolgens om te concluderen of er na de titel 'De vrijheidsillusie' een vraagteken dan wel een uitroepingsteken dient geplaatst. Hoe dan ook stof voor een boeiend debat.
Tekst op website uitgever
Meer dan ooit lijken groepsnormen tegenwoordig onze keuzes te bepalen. Het heersende mensbeeld perst ons in een keurslijf. Via sociale media spiegelen we ons voortdurend aan elkaar. Succesvol zijn is een heilige plicht, de lat kan niet hoog genoeg worden gelegd. Intussen stapelen de nieuwe taboes zich op: vermijd politiek incorrecte termen als 'invalide' en 'allochtoon', hang vooral niet aan de grote klok dat je weleens met je kleuterdochter onder de douche staat, en zweer ongezonde leefgewoonten af want je riskeert naming and shaming.
Auteurs
De essays zijn van: Ger Groot, Alicja Gescinska, Désanne van Brederode, Christiaan Weijts, Nelleke Noordervliet, Christien Brinkgreve, Albert Jan Kruiter, James Kennedy, Herman Vuijsje, Hans Achterhuis, Max Pam, René Cuperus, Stevo Akkerman, Jos de Mul, Trudy Dehue, Welmoed Vlieger en Joep Dohmen.
De vrijheidsillusie staat onder redactie van Simon Knepper en Frank van den Bosch, beiden werkzaam bij het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Alle essays verschenen eerder in AMC Magazine, en zijn nu toegankelijk voor een breder publiek.
Fragment uit Hoe jezelf ontstijgen ) door James Kennedy)
Zelfontplooiing als een manier om boven jezelf uit te stijgen is de laatste decennia uit het zicht geraakt, waardoor de vrijheid om jezelf te ontplooien vaak een vlak en sleets karakter heeft. De laatste jaren is er binnen het onderwijs wel meer aandacht gekomen voor deze problematiek; steeds vaker wordt er gesproken over de waarde van 'deugden'. Voormalig minister van Onderwijs Jet Bussemaker stelde zelfs dat Bildung - persoonlijke vorming - 'topprioriteit' zou moeten hebben in het hoger onderwijs. 'Het is de combinatie van het ontwikkelen van je vaardigheden én je persoonlijkheid tot een veelzijdige burger', zoals de hoofdstedelijke Academie voor de Stad het verwoordde.
Als 'dean' van een Liberal Arts and Science College heb ik mezelf vaak afgevraagd wat het verschil is tussen bildung en 'liberal arts'. Volgens literatuurwetenschapper Margaret Lourie heeft Bildung meer betrekking op de wijze waarop een individu zichzelf verheft. Het Angelsaksische studiemodel gaat over de wijze waarop studenten door een liberal arts-curriculum en door hun docenten getransformeerd en 'bevrijd' worden om verstandige en verantwoordelijke burgers te zijn. Dat maakt het geschikter om jonge mensen te vormen.
Het probleem met Bildung is echter niet alleen - zoals sommigen hebben opgemerkt - dat het historisch geworteld is in de culturele idealen van een Duits burgerdom, maar ook dat het een individualistisch project is. Het lijkt me dat onze tijd vraagt om een gezamenlijk project, waarbij je in de dialoog met anderen - soms als medestanders en soms als tegenstanders - werkt aan zelfontplooiing.
Deze uitdaging zie je terug in de wijze waarop we het onderwijs inrichten. Onderwijspedagoog Gert Biesta meent dat we te veel denken over onderwijs als het zelf dingen leren, in plaats van geleerd te worden door anderen. Zelf leren past heel goed in de moderne noties van zelfontplooiing; alles wat je nodig hebt ligt al besloten in jezelf - het hoeft er alleen maar uit te komen. Maar een aha-erlebnis tijdens het leren komen meestal niet uit jezelf, die is vaak het resultaat van wat een ander je laat zien. Leren - en jezelf ontplooien - heeft een tegenover nodig, iemand als een leraar of een leergemeenschap die je dieper uitdaagt dan je uit jezelf zou hebben gedaan.
Om kort te gaan, ik vrees dat de huidige denkbeelden over zelfontplooiing ons minder vrij maken dan we zelf vaak denken. Wie op zichzelf wordt teruggeworpen in zijn zoektocht naar zelfontplooiing, raakt minder geïnspireerd door nieuwe inzichten en ideeën dan wie dat doet in samenspraak met anderen. En gewapend met een mentaliteit die voorschrijft dat iedereen zelf moet weten wat hij met zijn leven wil doen, kun je zelfs een gevaar vormen voor de democratie - die gebaat is bij een gemeenschappelijk debat over idealen. Als je beter weet naar welke samenleving je wilt streven, kun je ook beter weten hoe je je leven wilt inrichten om daar te komen.
Deze vorm van zelfontplooiing hoort naar mijn smaak een belangrijke vaardigheid te zijn van alle burgers, en niet alleen van liberal arts-studenten. Iedereen kan door scholing ontdekken dat zelfontplooiing niet alleen over jezelf gaat en niet alleen uit jezelf komt. Want er staat veel op het spel. Via studie doe je niet alleen leuke en interessante vaardigheden en ervaring op voor jezelf.
Als burgers beseffen dat zelfontplooiing het resultaat is van een dialoog met de omgeving, waarin je abstracte idealen ontwikkelt en aanscherpt voordat je besluit om je leven daarnaar in te richten, kan de democratie beter functioneren en wordt de vrijheid beter beschermd dan nu helaas het geval is. (pagina 84-86)
Uit een recensie
Het is makkelijk om kritiek te hebben op a) een bundel van meerdere auteurs met b) zeer verschillende achtergronden die c) gaat over (de illusie van) vrijheid. Hte project als geheel is enorm ambitieus, de verwachtingen zijn hoog, en alleen daarom al vallen teleurstellende essays meer op - in elk geval meer dan bij ene regulier boek van één schrijver het geval zou zijn.
Daarom wil ik die kritiek ook weer nuanceren. Oprechte hulde aan de twee redacteuren die dit project met zoveel schrijvers überhaupt aangingen en afkregen. Hulde ook aan de auteurs. Er zitten echt mooie essays tussen, mijn favorieten waren Albert Jan Kruiter, Trudy Dehue, Alicja Gescinska, Jos de Mul, Christian Weijts
Trouw: Beroep op waarde van de dialoog ontbeert tegenargumenten (21 november 2018)
Lees ook: Filosofie voor een weergaloos leven van Lammert Kamphuis (uit 2018) (hoofdstuk 3 - 26 soorten jam), De angst voor vrijheid : de vlucht in autoritarisme, destructivisme, conformisme van Erich Fromm (uit 1941) en Hoe vrij zijn wij? de machinaties van macht en de strijd voor onze toekomst van Raoul Martinez (uit 2017) en Vrijheid van Jonathan Franzen (uit 2010)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen