Boom 2015, 200 pagina's - € 22,50
Website Verwey-Jonker instituut: Hans Boutellier (1953)
Korte beschrijving
'Als er niemand meer in God gelooft, dan wordt het een zooitje'. De auteur citeert deze woorden die zijn vader tegen hem als vijftienjarige zei. Het boek is een open en eerlijke worsteling met deze opvatting. Boutellier is wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut en mede door eerdere studies gekwalificeerd het complexe en gevoelig liggende probleem van de secularisering te entameren. Op grond van drie studies over respectievelijk criminaliteit, de seksuele revolutie en immigratie en integratie in de periode na 1960 toont hij – die zichzelf een kind van de secularisering noemt – aan dat de westerse, met name de Nederlandse samenleving door sterke ontkerkelijking weliswaar in sterke mate 'van God los' is geraakt, maar toch bevredigend is blijven functioneren. Kortom: het is tot dusver geen zooitje geworden, zoals zijn vader vreesde. Boutellier is niet somber wat de toekomst betreft. De hedendaagse seculiere samenleving is er kennelijk in geslaagd een redelijk solide en succesvol fundament voor haar ethisch handelen te creëren: geloof in de zelfcontrole en eigen verantwoordelijkheid van mensen. Die verantwoordelijkheid laat zich herleiden tot de op Paulus teruggaande christelijk-seculiere waarden. Een geweldig boek met subtiele en genuanceerde argumentatie..
In Het seculiere experiment analyseert Hans Boutellier hoe het christendom verdween uit het maatschappelijke leven. Ook de grote seculiere verhalen zijn uitgewerkt: de (sociale) wetenschap, het humanisme en ideologische stromingen. Een nieuw verlangen naar inspiratie komt op – in een veelkleurige netwerkmaatschappij die alle kanten op gaat. Maar waar komt de bezieling vandaan en hoe ziet die eruit?
Na de ontkerkelijking is de complexiteit van de samenleving toegenomen. De huidige netwerkmaatschappij biedt nieuwe kansen voor een moraal van onderaf, maar ideeën over goed en kwaad moeten steeds opnieuw worden geformuleerd en bevestigd. Het lijkt ons te ontbreken aan een externe noodzaak om dat te doen. Komt er een einde aan het seculiere experiment? Aan de hand van persoonlijke ervaringen en analyses van criminaliteit, diversiteit, seksualiteit, gezag en sociale orde maakt Hans Boutellier de balans op van vijftig jaar seculiere samenleving.
Fragment uit 8. De pragmatiek van praktijken
Hoe we van God los samenleven
Wanneer het precies begon, is niet te zeggen: misschien wel bij de eerste acties van Provo. Het eerste nummer van hun gelijknamige gestencilde blaadje verscheen op 12 juli 1965. De oploopjes die Robert Jasper Grootveld bij het Lieverdje op het Spui in Amsterdam organiseerde, liepen uit op happenings tegen God, volk en vaderland - met enige regelmaat uiteengeslagen met de blanke sabel. Het was het symbolische begin van een schokgolf die een einde zou maken aan de dominantie van de kerk en het georganiseerde geloof. Was God in de negentiende eeuw door Nietzsche dood verklaard, vanaf de jaren zestig werd dat een sociologisch feit. De afname van 'de sociaal regulerende functie van gemeenschappelijk geloof in een (intentionele) hogere macht' - mijn definitie van secularisering - was het onontkoombare gevolg. In de eeuwenlange aanloop naar het seculiere experiment domineerde één grote zorg: zonder geloof in een hogere instantie verliezen mensen zich in chaos of ongeluk.
Maar als het dan per se zonder God moest, dan meldden zich steeds weer nieuwe kandidaten om chaos te voorkomen. De Geest, de Natuur, de Cultuur, de Staat, de Gemeenschap - iets wat groter is dan wijzelf, iets wat ons bij de les kan houden. Of de concrete politieke vormen daarvan: nationalisme, communisme, fascisme - substituten die het volgens Eagleton niet konden halen bij het origineel. Onder radicaal-seculiere condities lijkt echter geen enkel geloof meer stand te houden. Wat resteert, is een politiek van de kleine verschillen, met een enkele grote outlier die zich verzet tegen elke politiek. De grote verhalen zijn opgelost in een buzz van standpunten, geloven, waarden, normen, ideologische reminiscenties en meningen - vooral veel meningen. Maar laat ik niet te hard van stapel lopen. (
Hoe we van God los samenleven
Wanneer het precies begon, is niet te zeggen: misschien wel bij de eerste acties van Provo. Het eerste nummer van hun gelijknamige gestencilde blaadje verscheen op 12 juli 1965. De oploopjes die Robert Jasper Grootveld bij het Lieverdje op het Spui in Amsterdam organiseerde, liepen uit op happenings tegen God, volk en vaderland - met enige regelmaat uiteengeslagen met de blanke sabel. Het was het symbolische begin van een schokgolf die een einde zou maken aan de dominantie van de kerk en het georganiseerde geloof. Was God in de negentiende eeuw door Nietzsche dood verklaard, vanaf de jaren zestig werd dat een sociologisch feit. De afname van 'de sociaal regulerende functie van gemeenschappelijk geloof in een (intentionele) hogere macht' - mijn definitie van secularisering - was het onontkoombare gevolg. In de eeuwenlange aanloop naar het seculiere experiment domineerde één grote zorg: zonder geloof in een hogere instantie verliezen mensen zich in chaos of ongeluk.
Maar als het dan per se zonder God moest, dan meldden zich steeds weer nieuwe kandidaten om chaos te voorkomen. De Geest, de Natuur, de Cultuur, de Staat, de Gemeenschap - iets wat groter is dan wijzelf, iets wat ons bij de les kan houden. Of de concrete politieke vormen daarvan: nationalisme, communisme, fascisme - substituten die het volgens Eagleton niet konden halen bij het origineel. Onder radicaal-seculiere condities lijkt echter geen enkel geloof meer stand te houden. Wat resteert, is een politiek van de kleine verschillen, met een enkele grote outlier die zich verzet tegen elke politiek. De grote verhalen zijn opgelost in een buzz van standpunten, geloven, waarden, normen, ideologische reminiscenties en meningen - vooral veel meningen. Maar laat ik niet te hard van stapel lopen. (
De bevindingen
Ik constateer op basis van de veldstudies dat de wereld totaal maar dan ook totaal veranderd is. Dat is materieel het geval als we kijken naar ontwikkelingen in criminaliteit en veiligheid, de verhouding tussen de seksen in liefde, lust en seksueel geweld, en de samenstelling van de bevolking. Maar ook structureel heeft de samenleving een volledig ander aanzien gekregen door de technologische ontwikkeling en wat daaruit is voortgevloeid. De netwerksamenleving biedt andere condities voor de economie, voor de mobiliteit, voor de relaties, voor de veiligheid, voor de wetenschap. Voor alles. De complexiteit van de menselijke samenleving, die door ons reflexieve bewustzijn al zoveel groter is dan die van de natuur, is door de technologisering nog groter geworden. Het levert een andere constellatie voor de eeuwige vragen over wie we zijn, wat we willen en waarom. Het seculiere experiment is als het ware opgelost in een proces van - lelijk woord - complexisering. Ik zet de resultaten van mijn veldstudies op een rij. (pagina 173-174)
Ik constateer op basis van de veldstudies dat de wereld totaal maar dan ook totaal veranderd is. Dat is materieel het geval als we kijken naar ontwikkelingen in criminaliteit en veiligheid, de verhouding tussen de seksen in liefde, lust en seksueel geweld, en de samenstelling van de bevolking. Maar ook structureel heeft de samenleving een volledig ander aanzien gekregen door de technologische ontwikkeling en wat daaruit is voortgevloeid. De netwerksamenleving biedt andere condities voor de economie, voor de mobiliteit, voor de relaties, voor de veiligheid, voor de wetenschap. Voor alles. De complexiteit van de menselijke samenleving, die door ons reflexieve bewustzijn al zoveel groter is dan die van de natuur, is door de technologisering nog groter geworden. Het levert een andere constellatie voor de eeuwige vragen over wie we zijn, wat we willen en waarom. Het seculiere experiment is als het ware opgelost in een proces van - lelijk woord - complexisering. Ik zet de resultaten van mijn veldstudies op een rij. (pagina 173-174)
Interview: Ik voel de plicht om optimistisch te zijn (NRC, zaterdag 14 november 2015)Vraag: Burgers verlangen ene overheid die hard optreedt tegen criminaliteit, maar als ze een verkeersboete krijgen is de klacht al snel: 'meneer agent, ga toch boven vangen'. Waar komt dat vandaan?
HB: "Leg mij niets in de weg maar disciplineer de buurman', dat zit in onze cultuur ingebakken. Over fundamentele normen als wreedheid, vernedering en discriminatie zijn we het wel eens, maar praktische normen als snelheidslimieten zijn altijd betwistbaar. Mensen lopen er niet warm voor. Daar zit het verschil met levensbeschouwelijke normering. De kracht van religie is de gezamenlijke beleving. Normen die daaruit voorkomen beleven we intenser en lijken minder vrijblijvend."
Opiniestuk dat hier op aan sluit - We zijn ons geloof kwijt – en de leegte is groot (door Hans Schilderman) (NRC, zaterdag 14 november 2015)
Fragment
Lees ook: De improvisatie maatschappij : over de sociale ordening van een onbegrensde wereld (2011)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen