Filosofie van de jamsessie : of Hoe we kunnen samenwerken in vrijheid
Lemniscaat 2017, 245 pagina's - € 19,95
Wikipedia: Jurriën Rood (1955)
Korte beschrijving
Filosofische problemen zijn best goed uit te leggen. Dit boek is daar een schitterend voorbeeld van. Het probleem in kwestie is de gespannen relatie tussen individu en samenleving: het moderne individu eist alle ruimte op en de ander kan maar beter buiten blijven. Volgens de schrijver zit daar een fundamentele misvatting onder, een misvatting met betrekking tot het begrip 'vrijheid'. Hij maakt dat duidelijk aan de hand van een uitvoerige bespreking van wat er goed maar vooral ook wat er fout kan gaan bij een jamsessie, een spontane onvoorbereide vorm van muzikaal samenspel (de schrijver is niet alleen filosoof maar ook saxofonist). In het tweede deel van zijn boek gebruikt hij dat voorbeeld bij zijn analyse van het wijsgerig vrijheidsbegrip, en daarbij laat hij zien dat vrijheid pas vorm kan krijgen in het vrijwillig invoegen in een kader van regels. Een belangrijk boek, en uitermate leesbaar. Met bronvermelding en een internetsite met beeld- en geluidsfragmenten.
Korte beschrijving op website uitgever
Als amateursaxofonist heeft Jurriën Rood vijfentwintig jaar ervaring met het spelen in jamsessies, met alle bijbehorende hoogte- en dieptepunten. Als filosoof beschouwt hij de jam als een experiment van mensen die elkaar (nog) niet kennen en in vrijheid met elkaar samenwerken. Het is een prachtige metafoor voor het openbare leven en het publieke debat.
De vragen die bij de jam spelen, zijn vragen die ons allemaal aangaan. Waarom verloopt vrije samenwerking soms zo moeizaam? Hoeveel regels hebben we nodig en welke rol speelt autoriteit daarbij? En vooral: is het onze beperkte opvatting van vrijheid die ons hier in de weg zit? Wij denken vaak dat vrijheid wordt beperkt door regels, maar Jurriën Rood laat zien dat regels juist vrijheid kunnen schéppen, zowel in de muziek als in de maatschappij.
'De jam is een avontuur van vrijheid en spontane samenwerking. Soms. Het kan ook een opgebroken weg zijn van tegenwerking, disharmonie en stuurloosheid. Waar ligt dat aan?
Hé, houd even op met je gefilosofeer, ze zijn weer begonnen! Naar muziek moet je luisteren. Lekker nummer, dit. Hard ook. Een telefoon. Nee, nu niet, ik hoor je niet, ik zit bij de jam!'
Klik hier voor een website met achtergrondinformatie bij/over dit boek
Fragment
"Mensen die geconcentreerd werken, spelen of sporten denken niet over zichzelf na en zijn eenvoudig tevreden. Zij bevinden zich dan in de flow, een soort van trance. ‘We zijn het gelukkigst als we ons optimaal concentreren. Niet op onszelf, maar op ons handelen’, zo vat de Duitse filosoof Richard David Precht het verschijnsel samen in een boek met de veelzeggende titel Die Kunst, kein Egoist zu sein. De jamsessie op z’n best kan gezien worden als oefening in het bereiken van een gemeenschappelijke flow. En inderdaad draait het zowel bij de jam als bij andere vrijwillige collectiviteit steeds om dit punt: geen pure egoïst te zijn.
Muziekervaringen moeten niet onder te veel woorden bedolven worden, maar met het oog op de bruikbaarheid van het jam-model is het toch zinvol om de bijbehorende jamhouding expliciet te benoemen. Het is een houding die op veel andere terreinen voorkomt en er is dan ook een heel arsenaal aan termen voor beschikbaar: Onzelfzuchtigheid. Vertrouwen. Openstaan. Luisteren. Gunnen. Helpen. Dienstbaar zijn. Onbaatzuchtigheid. Een lijstje dat iedereen gemakkelijk zelf kan aanvullen. De grootste gemene deler is een ego-arme grondhouding. Of wat bescheidener: een houding die het ego niet zo groot opblaast dat het al het andere onzichtbaar maakt. Althans: die dat regelmatig weet te realiseren. Laten we dit de jam-modus noemen, als contrast met een ego-modus.
Komen we met deze jam-modus nu niet gewoon uit bij een idealistische beschrijving van de ‘goede mens’ in de ‘ideale maatschappij’, een utopische constructie die wel erg naïef is? Eigenlijk niet: we kunnen nuchter vaststellen dat de jamsessie niet utopisch is maar reëel, en dat ze op haar top inderdaad doorkijkjes biedt naar fraaie vormen van onvoorbereide samenwerking. Met deze belangrijke kanttekening: de jam-modus is geen exclusieve houding die alle andere uitsluit. Ernaast blijft de ego-modus gewoon bestaan en actief meespelen. Het resultaat is een heen-en-weer-gaan, waarbij de jamhouding de richting bepaalt.
Door beide modi als begrippen tegenover elkaar te stellen, doen we geen recht aan het idee dat het ego door de jam niet zozeer wordt uitgewist, als wel opgetild. In de jam zijn ego’s nog volop zichtbaar, naast onzelfzuchtigheid bestaat er nog steeds pure zelfgerichtheid. De jam-modus is in feite geen tegenstelling met, maar een opbouw op en verbetering van de ego-modus binnen situaties van samenwerking. Anders gezegd, het is in het belang van het ego, of van de individuele vrijheid, om eraan mee te doen: de muziek wordt er beter door. Het is óók welbegrepen eigenbelang om deze collectiviteit te ondersteunen. En omgekeerd is wat ik hier ego-modus heb genoemd, in feite een uitdrukking van kortzichtig eigenbelang: de muziek wordt op den duur saai, of erger. De gevolgen van zulk kortzichtig eigenbelang komen duidelijk naar voren in ons publieke leven".
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen