Klement 2013, 399 pagina's - € 26,95
Klik hier voor het Filoblog met een filmpje van de presentatie van dit boek van René Munnik (1952) en een recensie.
Korte beschrijving
'In de mate waarin wij onszelf als rationele wezens realiseren en onze wereld rationeel inrichten, in die mate neemt onze wereld een steeds mythischer gestalte aan.' Deze stelling probeert de auteur, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Twente en universitair docent wijsbegeerte aan de Tilburg School of Catholic Theology, door middel van dit boek aanvaardbaar te maken als hypothese. Na uit te leggen wat hij onder 'rationaliteit' en 'mythe' verstaat, zet hij een historische lijn uit die kan worden samengevat onder de noemer 'strijd tegen de tijd'. Technologieën zoals de fonografie, fotografie en cinematografie noemt hij 'tijdmachines' omdat ze 'flarden' (zoals stemmen en gestaltes) fixeren en op die manier aan de vergankelijkheid onttrekken. Die flarden worden dankzij de nieuwe media alleen maar levendiger en directer. De auteur vraagt zich af of dit uiteindelijk het einde van een tijdperk dat 'geschiedenis' genoemd wordt, met zich meebrengt. Vooral toegankelijk voor filosofisch geschoolde lezers.
Fragment uit 1. Rationeel denken en mythisch beleven (paragraaf 3 Mythe)Men moet voorzichtig zijn wanneer men een gewaagde stelling ter tafel brengt. De kans is immers groot dat die stelling niet alleen op onbegrip stuit maar ook dat ze binnen de korste keren en op goede gronden weer van tafel wordt geveegd. Presenteer haar daarom als een hypothese, en zeg erbij dat ze zich nog zal moeten bewijzen ten overstaan van de feiten. Dit boek is voorbereidend werk om tot zo'n hypothese te komen. Het bevat dus de stelling en probeert die gaandeweg als hypothese aanvaardbaar te maken. Ontdaan van iedere toelichting en nuancering, luidt de stelling: In de mate waarin wij onszelf als rationele wezens realiseren en onze wereld rationeel inrichten, in die mate neemt onze wereld een steeds mythischer gestalte aan. (11-12)
() Met de term 'mythe' betreed ik een heel ander terrein. Ik bedoel daarmee niet zozeer een bepaald genre verhalen, en evenmin een type denken en handelen. Ik reserveer dit begrip voor een belevingswereld met een eigen karakteristiek. In een mythische belevingswereld ontbreken scherpe grenzen, bijvoorbeeld die tussen dromen en waken, tussen schijn en werkelijkheid, tussen kennen, menen en voelen, tussen dieren en mensen, tussen levenden en gestorvenen, tussen sterfelijken en goden... Een mythische belevingswereld heeft wat weg van een sluimer of halfslaap waarin fabelwezens en schimmen van gestorvenen verkeren met mensen, waarin dieren en rivieren kunnen spreken, en waarin een god huist op een berg of in een grot. Noem het een droomwereld met dien verstande dat degen die haar droomt pas van een mythisch bewustzijn blijk geeft wanneer hij het verschil tussen droomwereld en waakwereld niet scherp onder ogen ziet.
Er is een tijd geweest waarin mensen werkelijk in een mythische wereld leefden. Niet zozeer omdat ze in de mythische voorstellingen geloofden of er 'mythische overtuigingen' op na hielden, als wel omdat ze in een mythische wereld - hun wereld - als zodanig ondergingen. Misschien leeft een waanzinnige er nu nog in. In onze dromen maken we er nu en dan nog kennis mee. Maar dromen zijn bedrog, en inmiddels hebben de mythische voorstellingen hun maatschappelijk erkende vrijplaats gevonden in de fictieve literatuur en in de populaire film. Voor zover wij ze fictief noemen is ons bewustzijn uiteraard niet mythisch meer. Hoe is dat zo gekomen? (pagina 14-15)
Fragment uit een opiniestuk in NRC Handelsblad van 2 oktober 2013 (titel: De machine wordt mens)
Real humans mag dan fictie zijn, maar ze toont dat die 'symbolische orde' draait om mensen die werkelijk steeds minder weten waarmee ze van doen hebben: mensen of machines. Wat dat betreft vermoed ik dat de bezinning op de rol van de technologie binnenkort niet enkel gedomineerd wordt door risico's en toekomstscenario's, maar steeds meer draait om die symbolische orde, en in die zin levensbeschouwelijk zal worden.
Verderop in de serie laat de oude Lennart een 'digitale kloon' van zichzelf vervaardigen, waarmee na zijn dood een niet van hem te onderscheiden replica gemaakt kan worden. De grensvervaging tussen mens en machine verschuift daardoor naar die tussen de gestorven Lennart en zijn onsterfelijke replica.
Ik heb deze grensvervaging tussen levenden en en de sporen die ze na hun dood achterlaten, uitgewerkt in mijn boek 'Tijdmachine' (Klement 2013). De grensvervaging suggereert dat zoiets kan, maar machines zullen nooit zoals mensen kunnen sterven.
Klik hier voor een Vimeo-opname waarin René Munnik ingaat op Tijdmachines (bijna 90 minuten lang)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen