Cossee 2013, 96 pagina's - € 12,90
Peter Giesen (1959)
Korte beschrijving
Hoe komt het dat Nederlanders zo pessimistisch zijn over hun land als de cijfers een gunstig beeld laten zien? Die vraagt stelt journalist Peter Giesen (1959) zich in dit essay. Giesen is historicus en werkt ruim twintig jaar voor de Volkskrant. Sinds 2013 is hij correspondent in Parijs. Eerder publiceerde hij 'Laat me feesten' (1999) over vermeende en daadwerkelijke problemen van jongeren en 'Land van lafaards?' (200&) waarin hij de geschiedenis van de angst in Nederland bespreekt. Het antwoord op de vraag die Giesen in 'De weg van de meeste weerstand' opwerpt, staat haaks op het vandaag de dag populaire neoliberalisme. Met veel aandacht voor historische context doet Giesen een pleidooi voor een relativering van het 'ik'. Hij betoogt dat de 'bv ik' niet kan zonder de 'bv wij', die ervoor zorgt dat het individu meer controle op de wereld heeft, waardoor optimisme ontstaat. Giesen besluit zijn essay met een 'bescheiden optimistische agenda', die de onderlinge verbondenheid van burgers moet versterken en hen meer greep geeft op de wereld. Kleine druk.
Korte beschrijving (van website uitgever)
Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht. Zo kijken de meeste Nederlanders tegen hun land aan. Groot optimisme over het persoonlijk leven gaat gepaard met diep pessimisme over de samenleving. Peter Giesen betoogt dat ons persoonlijk optimisme zichzelf in de staart begint te bijten. Mensen hebben hoge verwachtingen van hun leven en voelen zichzelf verantwoordelijk voor succes of falen. Steeds meer mensen bezwijken onder die druk, met een toename van allerlei psychische kwalen als gevolg.
Terwijl we ons persoonlijk optimisme moeten temperen, zouden we het maatschappelijk optimisme juist moeten vergroten. Maar ons maatschappelijk pessimisme is diep geworteld.
Om greep te krijgen op grote, onpersoonlijke krachten als 'globalisering', 'Europa' of 'de markt' is een nieuw optimisme nodig. Peter Giesen laat zien hoe dat tot stand kan komen door een versterking van het collectief: hoe we de doodlopende weg van de zeurcultuur in het openbare debat kunnen vermijden.
Fragment uit recensie in Trouw (26 oktober 2013)
Als het mistig is, kun je zeggen: wat een pest die mist. Maar de reactie kan ook zijn: klaart wel op die mist! Het woordgrapje laat zien dat er een groot verschil is tussen pessimisten en optimisten. En de suggestie is dat je maar beter tot die laatsten kunt behoren.
In zijn vlot geschreven essay gaat Peter Giesen, journalist bij De Volkskrant, uitgebreid in op het onderscheid tussen pessimisten en optimisten. Hij noemt zichzelf een 'rationele optimist'. "Ik ben op zoek naar een optimisme dat ik kan onderbouwen, niet naar een optimisme dat zich louter baseert op de wil, een feel good-optimisme dat gelukkig maakt, ook al berust het op zelfbedrog."
Giesen is vooral op zoek naar een antwoord op de vraag hoe het toch kan dat uit alle onderzoeken blijkt dat mensen gelukkig zijn met hun eigen leven, maar ongelukkig met wat er om hen heen gebeurt.
() Het essay beslaat nog geen honderd pagina's, maar de auteur haalt daarin veel overhoop.
Fragment uit Een kleine geschiedenis van het optimisme
Nederland is rijker dan ooit. De staatsschuld is lager dan in Engeland, Frankrijk en Duitsland. Ons overschot op de betalingsbalans is groter dan dat van exportkampioen Duitsland. Onze pensioenpot is de best gevulde ter wereld. Natuurlijk moet de komende jaren blijken hoeveel rijkdom op de pof verworven is, maar we kunnen een stootje hebben. Zoals Rutger Bregman in de Volkskrant schreef: 'Een hedendaagse zwerver met een daklozenuitkering is rijker dan Jan Modaal in 1955.'
Je kunt natuurlijk tegenwerpen dat inkomen een wel heel platte maat is om vooruitgang te meten. Dat is ook zo, maar niemand zal terug willen naar een wereld van kleine, vochtige huizen waarin tienerkinderen met zijn drieën in één bed sliepen, moeder druk bezig was met het uitwringen van de was en het wecken van de groente, en vader dolgelukkig was als hij zich een bromfiets en leren jas kon veroorloven.
DE vooruitgang is echter niet beperkt gebleven tot het materiële vlak. We zijn vrijer dan ooit. De mythische wereld van 'vroeger' was hiërarchisch: gelovigen stonden boven niet-gelovigen, mannen boven vrouwen, hetero's boven homo's. (pagina 43-44)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen