De vrijheid van de grens
Maand van de Filosofie 2016, 126 pagina's - € 5,--
Lenen als E-book via bibliotheek.nl
Wikipedia: Wikipedia: Paul Scheffer (1954 en website Maand van de Filosofie
Korte beschrijving
Politiek/filosofische verhandelingen van de bekende publicist en
hoogleraar Europese Studies Scheffer (1954), die vooral bekend is van
'Het multiculturele drama' (2000) en 'Het land van aankomst' (2007). De
interdisciplinaire uitgave is gebaseerd op artikelen in NRC Handelsblad
en lezingen en verschijnt als Essay van de Maand van de Filosofie 2016.
Scheffer onderzoekt in zeven essays de betekenis van grenzen in een
open, democratische samenleving. Door de vluchtelingencrisis zijn
grenzen erg actueel: moeten wij onze samenleving afbakenen voor anderen
en onze vrijheid beschermen? Wat blijft er over van ons westerse
vooruitgangsideaal? Hoe moet de EU omgaan met de binnengrenzen en het
humanitaire drama aan de buitengrenzen? Daarbij komen politieke en
filosofische thema's aan de orde: globalisering, nationalisme,
populisme, jihad, kalifaat, moslimterrorisme en islam. Zeer actueel
werk, wetenschappelijk van vorm en inhoud en daardoor niet gemakkelijk
leesbaar. Voor iedereen die inzicht wil krijgen in de chaos van de
hedendaagse Europese samenleving is dit een must..
Korte beschrijving
In april 2016 denken we na Over de grens. Paul Scheffer neemt hierin, als verkozen essayist, het voortouw. Wat is de vrijheid van de grens?
Het overschrijden van grenzen wordt vaak gezien als de enige weg naar vooruitgang. We leven het leven als een immer wijkende horizon, als een vrijheid die zich steeds verder heeft losgezongen van een vorm – met een wereld zonder grenzen als het hoogste ideaal. Want wie zijn wij, wereldburgers, om anderen toegang tot ons grondgebied te ontzeggen?
Dit heeft alles te maken met een overschatting van de mobiliteit: de minderheid van mensen die in beweging zijn wordt overal bestudeerd, maar dat de overgrote meerderheid aan een plaats gebonden is lijkt geen onderwerp van onderzoek. We gaan gemakshalve voorbij aan het gegeven dat driekwart van de Fransen woont in de regio waar ze zijn geboren, en dat is elders in Europa niet veel anders. Die blinde vlek belemmert niet alleen ons zicht op de werkelijkheid, het leidt ook tot een verachting van alles wat plaatsgebonden is.
In het essay van de Maand van de Filosofie onderzoekt Paul Scheffer dan ook niet de grenzen van de vrijheid, maar de vrijheid van de grens. Met de nodige filosofische distantie stelt hij de vraag of een open samenleving niet pas ontstaat door een ruimtelijke afbakening. Anders gezegd: om hoeveel begrenzing vraagt de beschaving? En wat is tegen die achtergrond een eigentijds vooruitgangsideaal?
Fragment uit VII - Een dwang tot grote politiek
Het morele misverstand rond grenzen weegt denk ik zwaarder dan de praktische mogelijkheden ervan, die zoals iedereen zal begrijpen aan beperkingen onderhevig zijn. Niemand wil een totalitaire staat, die alle wetsovertreding met draconische middelen uitbant, en niemand wil een staat met waterdichte grenzen. Dus er zullen altijd mensen zijn die zonder toestemming de grens oversteken. Maar illegaliteit is nog nooit een argument geweest om legaliteit af te schaffen. Het gegeven dat mensen inbreuk maken op wetten, maakt die wetten nog niet achterhaald. De kern is dat we niet voldoende onderscheid maken tussen afsluiten en reguleren. Grenzen zijn 'filters', zoals de eerdergenoemde filosoof Régis Debray, het formuleerde. Een grens sluit niet het menselijk verkeer af, maar reguleert de stroom van mensen.
Je kunt het ook anders zeggen: het succes van Europa als vrijheidsgemeenschap maakt de stap naar een veiligheidsgemeenschap nodig. Dat is mijn tweede conclusie: het economische Europa schiet tekort en een meer machtspolitieke rol van Europa is onvermijdelijk. Velen zouden zich willen vastklampen aan de status quo: we hoeven niet nog mer invloed en beseffen dat we sinds de Tweede Wereldoorlog een gouden tijd hebben beleefd. Maar de geschiedenis leert dat stilstand meestal resulteert in achteruitgang. Macht baart macht, en dat cumulatieve effect is zichtbaar geweest in de Europese geschiedenis vanaf de vijftiende eeuw. Er is geen reden om aan te nemen dat de wereld die voor ons ligt de koestering van afzijdigheid zal belonen.
Volgens Sloterdijk heeft Europa een eigen geestesmerk. Dat is de terugkerende gedachte van een herleving van het Romeinse Keizerrijk. Voorbeelden daarvan zijn het Karolingische Rijk, het Heilige Roomse Rijk, het Napoleontische Keizerrijk, het Russische Imperium en het Derde Rijk. Sloterdijk: 'Europa is het toneel van gedaantewisselingen van het Imperium. De leidende politieke voorstelling bestaat uit een soort zielsverhuizing van het Romeinse Imperium.' Aan Europese eenwording denken zonder een voorstelling van Europa als wereldmacht, dat is volgens hem onmogelijk. Zeker is in ieder geval dat de interne markt nooit zou zijn gerealiseerd zonder de wil om de Europese Unie tot economische wereldmacht te laten uitgroeien. (pagina 108-109)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen