woensdag 17 april 2019

Marc Schuilenburg


Hysterie : een cultuurdiagnose

Boom 2019, 224 pagina's - € 22,50

Wikipedia: Marc Schuilenberg (1971)

Korte beschrijving
Door het verouderde begrip hysterie te gebruiken in de maatschappij-analyse laat de auteur (filosoof, criminoloog, auteur van onder meer het prijswinnende 'Orde in Veiligheid'*) zien dat, hoe beter het met ons gaat, hoe hysterischer we worden door een gevoeld tekort aan veiligheid, gezondheid, welvaart etc. De term mag in medische zin dan verouderd zijn, het onderliggend mechanisme, waarbij gevoelens van angst in hysterisch gedrag worden omgezet, is springlevend. Bij processen met een hysterische dynamiek zien we, net als bij hysterie, dat mensen het gevoel hebben dat zij de greep op hun leven kwijt zijn door het niet kunnen of willen bijhouden van veranderingen. De auteur gaat in op de visie door de eeuwen heen op het verschijnsel hysterie en focust daarbij op onze eisen aan veiligheid, beïnvloed door de visie van de filosoof Hobbes. Hysterie vertroebelt het oordelend vermogen en wordt aangemoedigd en verspreid door sociale netwerken. Het mooie van dit boek is, dat het ons opmerkzaam maakt op een sociaal verschijnsel dat bijzonder gevaarlijk kan zijn en dat het dat verschijnsel toelicht. Het maakt je wakker. Met eindnoten, lijsten van films en tv-series en een register.

Fragment uit 5. Van minority report naar reporting minorities
Verslaafd aan controle
Predictive policing is een gevolg van de controlesamenleving waarin we zijn beland. Aan het begin van de jaren negentig schreef Gilles Deleuze een kort - het artikel telt niet meer dan vijf bladzijden - maar invloedrijk stuk met de titel 'Post-scriptum sur les sociétés de contrôle'.  Zijn stelling hierin is dat we leven in een samenleving waarin alles draait om controle, een term die Deleuze leent van de Amerikaanse godfather van de Beat Generation, Willam S. Burroughs. In een interview met Penthouse uit 1972 redeneert Burroughs dat 'de middelen van controle nu veel efficiënter zijn. We hebben computers. (...) Dus de mogelijkheden om te controleren zijn veel krachtiger dan ze ooit zijn geweest.' De controlesamenleving is volgens Deleuze de opvolger van de door Michel Foucault beschreven disciplinaire samenleving, waarin orde werd gehandhaafd binnen de afbakeningen van gesloten instellingen, in de gevangenis, op school en in de fabriek. Deleuze constateert dat we nu een technologische revolutie zonder weerga beleven, en dat met de komst van nieuwe technologieën controle een permanent proces is geworden. Ze heeft zich losgemaakt van de beslotenheid van institutionele omgevingen en is verplaatst naar het dagelijks leven.
  De steeds grotere schaal waarop controle plaatsvindt, kan moeilijk worden overschat. Gedreven door al dan niet gefundeerde angst voor terroristische aanslagen, criminaliteit en overlast heeft een ongebreidelde controlebehoefte zich van ons meester gemaakt. Dit verlangen krijgt uiting in steeds meer camerabewaking, gezichtsherkenningssystemen, uitdijende politiebevoegdheden, zero tolerance, preventief fouilleren, gebiedsverboden, drones, sensoren, big data en poortjessystemen waarmee mensen de toegang kan worden ontzegd tot locaties als metro's en treinstations. En niet te vergeten een steeds groter aantal 'lichtblauwe' handhavers dat ons moet beschermen: buitengewone opsporingsambtenaren, buurtwachten en particuliere beveiligers. De gretigheid waarmee dit alles wordt ingezet, verraadt een trend die al lang aan de gang is, en waarbij we elke vorm van onheil willen voorkomen. De Britse criminologe Lucia Zedner spreekt van een 'pre-crime-werkwijze', waarin het niet langer gaat om het bestraffen van een inbreuk op de (straf)wet, maar op het voorkomen van potentieel risicovol gedrag. (pagina 109-110)

Terug naar Overzicht alle titels


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen