Ambo Anthos 2019, 103 pagina's - € 12,99
Lenen als E-book via bibliotheek.nl
Wikipedia: Daan Roovers (1970)
Korte beschrijving
Marc van Dijk in gesprek met Daan Roovers, de nieuwe Denker des Vaderlands voor de komende twee jaar. Het gesprek gaat over vrijheid van meningsuiting: wanneer is er sprake van een mening? Hoe democratisch is het om te stemmen? Welke samenleving staan we voor? Er is te veel polarisatie, waardoor je de middengroepen niet meer hoort. Waar ligt de verantwoordelijk bij computergestuurde programma's? Is kunstmatige intelligentie een bedreiging? Als voorbeeld noemt ze het vernielen door textielarbeiders van de Spinning Jenny (een spinmachine uit de tweede helft van de achttiende eeuw), dat de industriële revolutie niet heeft tegengehouden, als parallel met de vernielingen die de Gele Hesjes aanrichtten. Zij laat zien wat publiek denken is en hoe je een bijdrage kunt leveren aan de samenleving. Dat begint in het klein. Ze noemt daarbij herkenbare voorbeelden uit haar gezin. Een kind stelt deze vragen al. Van deze vrouw gaan we nog veel horen. Zij levert een bijdrage aan het publieke debat en zet de lijn door van haar voorganger, leermeester en vriend René Gudde.
Tekst op website uitgever
'Politiek is bij uitstek een zaak die je niet aan politici moet overlaten,’ zegt Denker des Vaderlands Daan Roovers. ‘Het wordt tijd om groot onderhoud te plegen aan het democratische systeem.’
Hoe kunnen we meer betekenis geven aan onze gedeelde publieke sfeer? We maken gretig gebruik van onze vrijheid van meningsuiting, maar mag je eigenlijk alles zeggen? En laten we ons niet veel te makkelijk uit elkaar spelen door populisten en trollen? De extreme stemmen eisen onze aandacht op, ten koste van de redelijke en de gematigde, terwijl die in de meerderheid zijn.
Daan Roovers pleit in Wij zijn de politiek voor een nieuw politiek bewustzijn en een beter begrip van vrijheid en verantwoordelijkheid. Want wij zijn heel wat meer dan ons brein: wij zijn de politiek.
‘Het is Daan Roovers’ persoonlijke missie om filosofie in de publieke ruimte te brengen. In deze spannende tijd voor de democratie helpt zij ons om samen na te denken over de betekenis van burgerschap.’ – Michael Sandel, auteur van Rechtvaardigheid en Niet alles is te koop.
De populaire Israëlische historicus Yuval Harari, bekend van de Homo Deus-cyclus, waarin hij met veel bravoure de geschiedenis en de toekomst van de mens beschrijft, waarschuwt keer op keer voor het ontstaan van een onderklasse die niet meer vooruit dreigt te komen. Een groeiende groep mensen die werkloos raakt en zich overbodig gaat voelen. Ze kunnen zich uiten via alle mogelijke mediakanalen. Maar ze voelen zich machteloos - ongezien en onbegrepen.'
Zoals de textielarbeiders aan het begin van de negentiende eeuw de industriële revolutie niet konden stoppen door de machines stuk te slaan, zo kunnen wij nu de industrialisering van de geest niet tegenhouden. Ons leven wordt erdoor vergemakkelijkt en verrijkt, en tegelijkertijd weten we ons er geen raad mee en stellen we volgens de Denker des Vaderlands voortdurend de verkeerde vragen. 'De veranderingen maken ons bezorgd, omdat we nog steeds vaak denken in termen van een wedstrijd tussen mens en machine. Dat is ook niet zo gek. Schaaklegende Kasparov speelde in 1985 in Hamburg simultaan schaak tegen 32 computers. Hij won alle partijen. Twaalf jaar later speelde hij tegen één computer en verloor hij. Nu hebben we allemaal een telefoon op zak die beter kan schaken dan Kasparov en alle menselijke schakers van toekomst bij elkaar. Die vooruitgang gaat razendsnel.'
Vraag: Met andere woorden: de strijd om wie de slimste is moeten we loslaten?
'Ik denk dat we beter moeten nadenken over wat intelligente computerprogramma's kunnen wen wat wij kunnen. Wat dat betekent, dat verschil. Harari worstelt ook met die vraag, maar omdat hij de mens beschrijft in informatieverwerkende termen, als een bundel algoritmes, komt hij er niet goed uit. Mensen, giraffen en virussen: het zijn allemaal algoritmes, zegt hij. Het enige verschil met computers is dat wij biochemische algoritmes zijn. Dan blijf je dus met die vergelijking zitten en wat mij betreft informatieverwerking zijn computers een stuk beter en sneller dan wij. En nog belangrijker: het blijft op deze manier een wedstrijdje.' (pagina 75-77)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen