Sinds 2012 vindt u hier non-fictie boeken over onze snel en sterk veranderende tijd. Boeken over uiteenlopende, elkaar aanvullende en overlappende gebieden. Boeken die vragen oproepen. Leesbare boeken die allemaal opgenomen zijn in de collectie van de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken. Een instelling die uiteenlopende activiteiten organiseert over thema's die in deze boeken worden aangesneden. Boeken voor Lezers van Stavast.
woensdag 25 december 2013
Dave Eggers
De cirkel
Lebowski Publishers 2013, 445 pagina's - € 22,50
Oorspronkelijke titel: The circle (2013)
Wikipedia: Dave Eggers (1970) en zijn Nederlandse website
Korte beschrijving
De Cirkel is de naam van een enorm softwarebedrijf waar de jonge Mae in dienst treedt. Al snel merkt ze dat dat meer is dan een kille organisatie: de werknemers worden niet gezien als robots of nummers maar als individuen, en omdat iedereen deel uitmaakt van een grote warme gemeenschap, wordt er heel veel prijs gesteld op deelname aan groepsactiviteiten. Mae heeft niet door wat de lezer wel spoedig begrijpt: de enorme sociale druk, het gebrek aan privacy en het blinde positivisme verhullen een organisatie die met haar geavanceerde media-technologie de maatschappij wil gaan beheersen – misschien met de beste bedoelingen, maar toch… Briljante visionaire roman, een soort update van Orwells '1984' die zijn kracht niet alleen aan de boodschap ontleent maar ook aan Eggers' inventiviteit bij de futuristische, maar zeker niet onmogelijke technologische snufjes, zoals een draadloze camera zo klein als een lolly en een in een mens geïmplanteerde 'tracking'-chip. Binnen het huidige privacy-debat een bijzonder actuele roman, maar ook daarbuiten voorbestemd een klassieker te worden. Kleine druk.
Fragment
'Mooi. Kun je dit opdrinken?' De dokter gaf Mae de dikke groene vloeistof die ze had klaargemaakt. 'Het is geen smoothie.'
Mae dronk. De vloeistof was stroperig en koud.
'Goed, je hebt zojuist de sensor opgedronken die op je polsmeter is aangesloten. Hij zat in dat glas.' De dokter klopte Mae vrolijk op de schouder. 'Ik vind dit elke keer weer geweldig.'
'Heb ik hem al ingeslikt'?' vroeg Mae.
'Dat is de beste manier. Als ik hem op je hand leg, ga je aarzelen. Maar de sensor is piepklein en uiteraard biologisch, dus je drinkt hem op zonder daar iets van te merken en dan is het maar gebeurd.'
'Dus de sensor zit al in mijn lichaam?'
'Inderdaad. En nu,' zei de dokter met een tikje op Mae's polsmeter, 'nu staat hij aan. Hij verzamelt gegevens over je hartslag, bloeddruk, cholesterol, temperatuurschommelingen, calorie-inname, de duur en kwaliteit van je slaap, je spijsvertering en nog veel meer. En voor Cirkelaars, vooral voor Cirkelaars zoals jij die soms nogal stressvol werk doen, is het prettig dat hij ook de huidgeleiding meet, zodat je kunt zien of je opgewonden of angstig bent. Wanneer bij een Cirkelaar of een afdeling afwijkende stressniveaus worden gemeten, kunnen we de werklast aanpassen. Het apparaat meet de PH-waarde van je zweet, zodat je weet wanneer je moet hydrateren met basisch water. Het let op je houding, zodat je weet wanneer je van houding moet veranderen. Het zuurstofgehalte in je bloed en weefsels, je hemoglobinegehalte en dingen als het aantal stappen dat je zet. Zoals je weet, raden artsen zo'n tienduizend stappen per dag aan, en hierop kun je zien hoe dicht je in de buurt komt. Loop maar eens door de kamer.'
Op haar pols zag Mae het getal 10.000 en met elke stap die ze zette werd dat lager: 9999, 9998, 9997.
We vragen alle newbies deze tweede-generatiemodellen te dragen; over een paar maanden hebben alle Cirkelaars er een. Het idee is dat we met volledige informatie betere zorg kunnen verlenen. Onvolledige informatie zorgt voor hiaten in onze kennis en vanuit medisch oogpunt leiden hiaten in onze kennis tot fouten en omissies.' (pagina 145-146)
Klik hier voor een greep uit enkele recensies.
Terug naar Overzicht alle titels
dinsdag 17 december 2013
Sendhil Mullainathan & Eldar Shafir
Maven 2013, 360 pagina's - € 22,--
Lenen als E-book via bibliotheek.nl
Oorspronkelijke titel: Scarcity: why having too little means so much (2013)
Wikipedia: Sendhil Mullainathan (1872) en Eldar Shafir ()
Korte beschrijving
In dit boek bieden Harvard-econoom Sendhil Mullainathan en Princeton-psycholoog Eldar Shafir een baanbrekend nieuw perspectief op menselijk gedrag. Sleutelwoord: schaarste. Mentale scherpte is de gunstige bijwerking van schaarste; het leeuwendeel van het boek gaat echter over de destructieve gevolgen ervan. Aan de hand van eigen onderzoek en spraakmakende voorbeelden tonen de auteurs aan dat de gevolgen van schaarste veel verder gaan dan tot nu toe bekend. Ze presenteren uiteenlopende gedragsexperimenten die aantonen hoe schaarste het denkvermogen van mensen verlamt. Armoede zorgt er voor dat men moeilijk nieuwe vaardigheden aan kan leren en gebrek aan tijd leidt ertoe dat we steeds onverstandigere beslissingen nemen. Deze inzichten hebben verregaande gevolgen op vele terreinen (onder andere armoedebestrijding, scholing, obesitas, verkeersveiligheid en werkloosheid). Met eindnoten en register. Wat drukke typografie, spaarzaam geïllustreerd. Een belangrijk en vernieuwend boek voor een redelijk omvangrijke lezerskring.
Klik hier voor een artikel van Rutger Bregman over dit boek (De Correspondent, dinsdag 17 december 2013) (Waarom arme mensen domme dingen doen).
Klik hier voor de Introduction (full text, Engels)
Fragment uit 7. Armoede
Een van de dingen waaraan het de armen vooral ontbreekt, is bandbreedte. Door het gevecht om de eindjes aan elkaar te knopen houden ze minder van dit essentiële middel over. Dit tekort is niet van de gebruikelijke psychologische soort, die te maken heeft met een gebrek aan voedingsstoffen of te veel stress vanaf de vroege jeugd waardoor de hersenontwikkeling wordt belemmerd. Evenmin wordt de bandbreedte door armoede blijvend aangetast. De bandbreedte heeft te lijden onder de cognitieve belasting van het dagelijks gevecht om rond te komen; stijgt het inkomen, dan neemt ook de cognitieve capaciteit toe. De bandbreedte van de boeren herstelde zich zodra de betalingen voor de oogst binnen waren. Armoede legt in essentie beslag op een groot deel van de bandbreedte en vermindert de cognitieve capaciteit.
Voor vrijwel alle aspecten van ons gedrag is bandbreedte nodig. We gebruiken haar om onze kansen bij een speeltje poker te berekenen, de gezichtsuitdrukking van andere mensen te beoordelen, onze emoties in de hand te houden, onze impulsen te onderdrukken, een boek te lezen, creatief te denken. Vrijwel alle hogere cognitieve functies doen een beroep op de bandbreedte. Maar een belasting van de bandbreedte wordt gemakkelijk over het hoofd gezien. Misschien kun je je het 't beste zo voorstellen: stel dat je met iemand in gesprek bent die duidelijk tegelijkertijd iets anders aan het doen is, surfen op het internet bijvoorbeeld. Als je niet wist wat hij deed, hoe zou hij dan op je overkomen? Duf? Verward? Afwezig? Een belasting van de bandbreedte kan hetzelfde beeld geven.
Als je de armen wilt begrijpen, moet je je dus voorstellen dat je met je gedachten elders bent. Je hebt de afgelopen nacht slecht geslapen en je bent niet zo helder. Het kost veel moeite om jezelf in de hand te houden. Je bent afwezig en raakt snel van streek. En dat elke dag. (pagina 205-206)
Insight: Ideas for Change - Sendhil Mullainathan (18 maart 2013) (1.689 views op 31 december 2013)
TED - Solving social problems with a nudge (februari 2010) (350.267 views op 31 december 2013)
In zijn boek heeft hij het niet expliciet over nudge, als een manier om mensen de 'goede' dingen te laten doen, maar impliciet wel. Dit filmpje is een vooraankondiging van zijn boek over Schaarste.
Debat in Nederland
Verslag bezoek Eldar Shafir aan de Balie Amsterdam 11-12-2013
Een tip van een Lezer van Stavast: Are poor people stupid? Duur: 7:34.
Artikelen: Gemeentes eisen dat het kabinet een eind maakt aan het 'regelcircus'. (oktober 2015) en Een nieuwe lente: Should I stay or should I go? (maart 2018) en Identiteit kan gebruikt worden om verdeeldheid te zaaien, maar het kan tevens gebruikt worden om mensen te verenigen (maart 2019)
Terug naar Overzicht alle titels
Nienke Wijnants
Prometheus/Bert Bakker 2013, 292 pagina's - € 18,95
Website uitgever: Nienke Wijnants (1974)
Klik hier voor een artikel in Volzin: "Dertigers zijn apathisch" (6 november 2013)
Korte beschrijving
De auteur, psychologe en loopbaanadviseur, schetste in haar bestseller 'Het dertigersdillemma' (2008)* de loopbaan- en levensvragen van hoger opgeleide dertigers. Keuzestress, verslaving aan geluk en de druk om het perfecte leven te leiden waren thema's waarin vele dertigers zichzelf herkenden. In dit nieuwe boek dat een meer filosofische invalshoek heeft, zijn het vooral de zingevingsvragen van dertigers die centraal staan. Wijnants geeft daarbij een uitvoerig overzicht van wat wetenschap, religie en filosofie door de eeuwen heen aan antwoorden op de vraag naar de zin van het leven hebben aangedragen. Dit wordt afgewisseld door voorbeelden uit de vele gesprekken die zij met twintigers en dertigers voerde over het thema authenticiteit, zingeving en geluk. Ook fenomenen als mindfulness, onthaasting en consuminderen komen aan de orde. De combinatie tussen filosofie, praktijk en actualiteit maakt dit tot een toegankelijk boek met bruikbare tips en adviezen, niet alleen voor dertigers en mensen die met hen te maken hebben, maar voor iedereen die moeite heeft met het maken van keuzes. Met een literatuurlijst en een register van persoonsnamen.
Fragment uit 1. De ondraaglijke lichtheid van het consumentisme
We
zijn gemiddeld bijna drie keer zo rijk als onze grootouders op onze
leeftijd waren, maar zijn we daarmee ook drie keer zo gelukkig? Volgens
mij niet. Onze huizen puilen uit van d elektronische gadgets, onze
kasten staan bol van de kleding, en het speelgoed van de kinderen past
allang niet meer in dat handige klepbankje. Voor velen van ons voelt het
inmiddels als een fysiek last; het gewicht van wat we aan spullen met
ons meezeulen, nog uit willen zoeken of op moeten ruimen.
Met de
groeiende welvaart is ons algemeen welbevinden niet evenredig
toegenomen. Jazeker, een bepaalde financiële basiszekerheid is een
belangrijke factor in hoe gelukkig mensen zich voelen, maar exponentiële
toename in rijkdom doet ons geluksgevoel vervolgens niet proportioneel
stijgen. Sterker nog, er zijn onderzoeksresultaten die aangeven dat ons
algehele psychische welbevinden afneemt naarmate onze rijkdom boven een
bepaald niveau toeneemt. En terwijl het voor sommigen wellicht nog
moeilijker te bevatten is dat meer rijkdom minder gelukkig maakt het
feit dat consumeren op zich ons een intens leeg gevoel kan bezorgen, dat
weten velen van ons inmiddels uit ervaring.
FENNEKE, 33
Je
zou zeggen dat ik het nu wel weet: dat het kopen van die zoveelste tas
me niet echt blij gaat maken, maar waarom blijf ik het dan doen? Soms
realiseer ik me opeens glashelder dat ik behalve mijn 'dagelijkse brood'
écht niks meer nodig heb. Tot ik weer in de stad loop .... (pagina 19)
Terug naar Overzicht alle titels
Sonja Lyubomirsky
LeV 2013, 317 pagina's- € 19,95
Oorspronkelijke titel: The myths of happiness 2013
Wikipedia: Sonja Lyubomirsky (1966)
Korte beschrijving
Velen van ons denken dat als we nu niet gelukkig zijn, we dat wel worden als we met de juiste persoon getrouwd zijn, de ideale baan vinden of rijk zijn. Anderen zijn juist doodsbang voor de keerpunten in hun leven en vrezen ongelukkig te worden als ze hun baan verliezen, ziek worden of ouder worden. De auteur, hoogleraar psychologie aan de universiteit van Californië, laat aan de hand van wetenschappelijk onderzoek zien in hoeverre dit soort denkbeelden is gebaseerd op misvattingen. Belangrijke thema's die aan de orde komen, zijn 'hedonistische adaptatie' (waardoor we na een positieve levensgebeurtenis weliswaar een periode van blijdschap ervaren, maar daarna weer terugkeren naar ons oude geluksniveau) en onze (onderschatte) veerkracht en vermogen om trauma's te vertalen in groei. Naast wetenschappelijke inzichten biedt het boek volop praktische tips om meer voldoening uit het leven te halen. Het is toegankelijk geschreven en gericht op een breed publiek. Achterin is een uitgebreide bibliografie per hoofdstuk opgenomen. Prettig geschreven boek over een populair onderwerp. De meerwaarde ten opzichte van andere literatuur over het onderwerp bestaat vooral uit de wetenschappelijke inslag.
Bijna iedereen gelooft in wat ik de mythes van geluk noem: de de overtuiging dat als we in ons volwassen leven maar bepaalde dingen bereiken (huwelijk, kinderen, werk, rijkdom), we voor eeuwig gelukkig zullen zijn: en dat we door mislukken of tegenslagen (gezondheidsproblemen, geen levenspartner, weinig geld) voor eeuwig ongelukkig zullen zijn. Deze beperkte opvatting van geluk is cultureel bepaald en houdt hardnekkig stand, ondanks overweldigend bewijs dat ons welzijn zich niet langs zulke zwart-witte lijnen beweegt.
Eén zo'n geluksmythe is de veronderstelling: 'Ik word gelukkig als ... (vul maar in). Ik word gelukkig als ik die promotie in de wacht sleep, als ik 'ja, ik wil' zeg, als ik een kind krijg, als ik rijk ben, en ga zo maar door. Het is niet zeer dat we níet gelukkig worden als die dromen uitkomen. Want dat zal zeker gebeuren. Het probleem is dat als je die hebt bereikt - ook al geven ze aanvankelijk nog zoveel voldoening - ze ons niet zo intens gelukkig maken (of niet zo langdurig) als we denken. Dus, als we door het bereiken van die doelen niet zo gelukkig zijn als we hadden verwacht, krijgen we het gevoel dat er iets aan ons mankeert of dat we vast de enigen zijn die dat gevoel hebben. (pagina 11)
Terug naar Overzicht alle titels
vrijdag 6 december 2013
Cees Guikers
VOC Uitgevers 2013, 152 pagina's - € 14,95
Website die hoort bij dit boek.
Cees Guikers (1952).
Korte beschrijving
Hoe komt het toch dat in onze moderne westerse wereld de groeiende materiële welvaart hand in hand gaat met toenemende immateriële armoede en een steeds breder gevoeld onbehagen? Op die vraag geeft de auteur – eigenaar van een geo-ICT-bedrijf en publicist – in dit vlot lezende boek zijn antwoord. Hij gaat daartoe terug naar de zestiende eeuw waar de oorsprong ligt van de wortels van onze huidige westerse wereld en maakt vandaar de logische overstap naar geld en groei als factoren waardoor wij gevangen zitten in onze huidige economische systemen. Maar we kunnen uit deze zelfgebouwde gevangenis ontsnappen door te veranderen. Hoe? Door andere spel- en gedragsregels te gaan hanteren en daarmee anders te gaan sturen. Geen Netto Binnenlands Product meer, maar het Netto Binnenlands Resultaat waarin meewegen efficiency, symbiose, sociale cohesie en ethiek. Deze veranderingsgedachten werkt de auteur uit met behulp van recente citaten over veranderen en duurzaam ontwikkelen. Oftewel een oproep tot het starten van een transformatie. Een tekst die je aan het denken zet..
Fragment uit het Woord vooraf|
Hoe komt het toch dat in onze moderne westerse wereld de groeiende materiële welvaart hand in hand gaat met toenemende immateriële armoede en een steeds breder gevoeld onbehagen? Die vraag houdt me al mijn hele leven bezig.|
Vaak heb ik gedacht dat het aan mijn gemode ligt. Net zestig geworden ben ik oud genoeg om het als een leeftijdskwestie te kunnen afdoen. Maar in het algemeen ben ik een blijmoedig en energiek mens, heeft een dag te weinig uren en kan ik, niet in de laatste plaats als opa en francofiel, heel erg van het leven genieten.
Wat ik heb ontdekt en hoe ik de wereld anders ben gaan zien, staat in dit boek. Het is vanzelfsprekend mijn manier van kijken en mijn werkelijkheid. Iedereen ziet zijn eigen regenboog. Ik nodig je graag uit om over mijn schouders mee te kijken en je te verbazen. Ik hoop oprecht dat het je aan het denken zet! Maar vooral dat je er nieuwe energie van krijgt, doordat je ineens begrijpt aan welke kant van de kar je moet trekken. (pagina 7)
Terug naar Overzicht alle titels
Wij en de media
Pelckmans/Klement 2013, 204 pagina's - € 21,50
Korte beschrijving
Beschouwingen over de veranderende plaats van de media in de moderne samenleving. Acht auteurs uit Nederland en België, filosofen en communicatie wetenschappers, informeren en gaan kritisch in op de urgente thema's. Naast fundamentele vragen over de betrouwbaarheid van informatie en de mogelijke en gewenste rollen van de media in de samenleving en het journalistieke metier, komt ook de verhouding van de traditionele en de nieuwe social media aan bod (zoals Twitter en blogs). Hoe kan worden gedacht over de eventuele inbreng daarvan in de professionele media, en hoe over participatie door journalisten daaraan? Welke spanningsvelden liggen daartussen en wat zijn bijvoorbeeld de richtlijnen die een persbureau als Reuters aan zijn journalisten daarvoor geeft? Ingegaan wordt ook op wat nieuws eigenlijk is en wat feiten zijn èn aan manieren om op een verantwoorde wijze te voorzien in de toenemende behoefte – zeker bij menige jongere – aan duidingen. Interessant en relevant voor de bewuste nieuwsmaker en de kritische nieuwsconsument.
Zoals het kiezen in de supermarkt moeilijker wordt als we uit een groter aanbod moeten kiezen, zo neemt het oordeelsvermogen af naarmate de informatie toeneemt. Door een teveel aan informatie worden we overrompeld, we beginnen te duizelen en de wereld verliest zijn werkelijkheid. Verlangen we uit die roes te ontwaken en weer wat greep op de wereld te krijgen, dan moeten we de informatie kunnen filteren of kanaliseren zodat we de relevante van de irrelevante kunnen onderscheiden, grappen van waarschuwingen, waarheid van leugen.|
De aanbieders van die massa informatie zijn blijkbaar niet blind voor onze beoordelingsproblemen. Zij stellen zelfs de tools ter beschikking waarmee de gebruiker zijn beoordelingsnood zou moeten lenigen. Zoekmachines zoals Google beslissen in onze plaats over de relevantie van de informatie: bij het ingeven van een zoekterm verschijnt een lijst resultaten waarbij we kunnen veronderstellen dat het resultaat dat bovenaan staat, het meest aansluit bij de gezochte term. Maar, wie beslist daarover? (pagina 9)
Terug naar Overzicht alle titels
Ronald van den Hoff
Stichting Society 2011, 452 pagina's - € 15,00
Website die hoort bij dit boek
Dit boek staat op de literatuurlijst van de Easycratische bibliotheek (Martijn Aslander & Erwin Witteveen).
Ze formuleren het zo:
Society 3.0 is een hoopvol lees- en doeboek voor iedereen die zich realiseert dat onze huidige samenleving toe is aan een nieuw waardesysteem. Society 3.0 biedt visie en vraagt om visie. Alles in dit lekker leesbare boek draait om jou als wereldmens en jouw rol in Society 3.0, een aanlokkelijk perspectief. Durf jij het nog grotendeels regenteske Nederland aan te pakken?
Fragment uit Wereldburgers banen de weg naar Society 3.0
Een hele generatie mensen is de weg kwijt. Idem dito voor onze organisaties in het bedrijfsleven en bij de overheid: zij dwalen als dinosaurussen in de duisternis. De meteoriet is allang ingeslagen en veroorzaakt het uitsterven van de westerse economische- en democratische samenleving zoals we die nu kennen. Een hele generatie mensen denkt nog steeds dat alles vanzelf weer beter wordt. Dat de economie en daarmee de financiële welvaart alleen maar weer kan groeien. Hoe dat zou moeten gebeuren weten ze niet. Niet door de gevestigde orde in elk geval, want daarin is hun vertrouwen tot het nulpunt gedaald. Onze situatie vertoont de vijf kenmerken van Adams. Een hele generatie dreigt daarmee in de valkuil van de decadentie te stappen, voor zover we daar al niet aan het inglijden zijn. Decadentie betekent letterlijk 'ergens van afvallen.
De toekomst belooft weinig goeds. De politiek kenmerkt zich door fragmentatie en polarisatie: zowel lokaal als landelijk ontbreekt een duidelijke meerderheid waardoor de politieke besluiteloosheid toeneemt. De oude bedrijven en bestuurders zien geen andere uitweg meer dan de (Europese) overheid te vragen om meer rechtenbescherming van de oude positie. De belastingtarieven zullen blijven stijgen. De overheid heeft geld nodig en weigert categorisch de inhoud van de dienstverlening fundamenteel te herijken. Ons democratisch bestel is uitgehold. Er is een kloof tussen het electoraat en een handjevol politiek partijleden, die ons land hooguit indirect besturen. Als aandeelhouders-op-afstand. (pagina 111-112)
Terug naar Overzicht alle titels
maandag 2 december 2013
Een oefenende bibliotheek
Debat
Overal in Nederland wordt over de bibliotheek gepraat. Bibliotheken staan onder druk. Denk aan teruglopende uitleningen, minder leden, dalende subsidies, internet, ontlezing. Her en der vallen bibliotheken om en worden diensten en producten soberder. Aan de andere kant wordt ook door veel bibliotheken gezocht naar andere vormen van dienstverlening. Openbare Bibliotheken zijn bij uitstek organisaties die bezig zijn met het thema Oefenen voor een andere tijd.
Stellingen
In het Brabants Dagblad stonden drie artikelen. Een algemeen artikel (Boek en bieb wankelen: oude idealen in de knel), geschreven door kunstredacteur Mieske van Eck. Zij bepleit verder in Stelling 1 (Boek hoofdzaak, rest is flauwekul) dat de bibliotheek terug keert naar haar centrale rol van uitlener van boeken en minder de nadruk legt op ontmoeting en debat. Een andere journalist van het BD - Paul Roovers - neemt in Stelling 2 (Boeken aan de kant, eerst koffie) een andere, haaks daarop staande positie in. Een moderne bibliotheek is in zijn ogen vooral een plaats waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, (samen)werken, lezen, zich informeren, een cursus volgen enzovoorts.Oh ja, en een kopje koffie drinken.
Gesomber
Een aardige poging om het debat op te starten, maar beiden vergeten iets. Ze noemen internet en ontlezing maar er zijn andere redenen waarom het met dé Openbare Bibliotheek relatief slecht gaat. Relatief, want ondanks al het gesomber is tóch 1 op de 10 volwassen lid van de bibliotheek en komen ook veel niet leden regelmatig binnenlopen. Voor de meest uiteenlopende dingen. Maar er is wel reden voor zorg. Veel gemeentes zien zich - door van hogerhand opgelegde bezuinigingen en teruglopende inkomsten - gedwongen kritisch te kijken naar deels door hen bekostigde voorzieningen. Daar is niets mis mee. Voor de bibliotheek hoeft geen uitzonderingspositie te worden ingeruimd. Muziekscholen, Volksuniversiteiten, lokale omroepen en musea voegen allen op hun eigen manier zinvolle zaken aan de lokale gemeenschap toe en staan ook onder bezuinigingsdruk.
Een bredere analyse
Mieske van Eck en Paul Roovers komen in 'hun' stelling al snel to the point. Ze bepleiten wat een bibliotheek anno 2013 zou moeten (gaan) doen. En besteden weinig woorden aan de reden waarom de Openbare Bibliotheek (samen met de mediabranche) niet alleen vanwege mogelijke bezuinigingen onder vuur ligt. Ze hadden meer werk kunnen maken van de analyse. Hieronder een poging.
Creativiteit
Om te beginnen zou iedereen die een uitspraak doet over de toekomst van de bibliotheek moeten nadenken over creativiteit. Wat is het? Wat is het belang daarvan voor onze samenleving? En, als we het eens kunnen worden over de conclusie dat creativiteit belangrijk is (én blijft), hoe we als samenleving kunnen stimuleren dat 'we' creatiever worden dan nu.
Er zijn veel definities van creativiteit. De laatste jaren wordt steeds vaker de definitie van sir Ken Robinson aangehaald. Hij bezigt om de haverklap deze zin: I define creativity as the process of having origninal ideas, that have value. Ik definieer creativiteit als het proces waarin originele ideeën ontstaan, die waardevol zijn. Belangrijk is de toevoeging achter de komma. Niet alle originele ideeën zijn waardevol of zinvol. Denk maar even aan het 'voorstel' van Monty Python voor een Ministry of Silly Walks. Een prachtig, origineel idee: een ministerie voor rare loopjes, maar niet echt zinvol.
Een strijd
Wekelijks kom je ergens het 'verhaal' tegen dat China of India of Brazilië of binnenkort zelfs Afrika 'ons' aan het voorbij lopen zijn. Nog even en het is met ons gedaan. Honderdduizenden slimme jongeren studeren daar af, en zullen met onvoorstelbaar nieuwe dingen en diensten (gaan) komen. Het enige wat we daar tegen kunnen doen is meer jongeren hoog opleiden. Waardoor ze vanzelf creatief zullen worden en blijven. Overal in het Westen kun je politici horen die pleiten voor excellent onderwijs. Vernieuwing. Investeren.
In de praktijk gebeurd er vaak het tegendeel.
Ondanks de scepsis over politici die beweren te (gaan) investeren in het onderwijs, is wel duidelijk dat we in Nederland steeds meer hoogopgeleide mensen hebben gekregen. De aantallen zijn geëxplodeerd. Los van de constatering dat dit alleen kon omdat jaar na jaar de normen daalden, is voor iedereen die er oog voor heeft steeds duidelijker geworden dat veel hoogopgeleide jongeren over het algemeen gebrekkig algemeen ontwikkeld zijn. De meesten zijn tijdens hun opleiding redelijk ingewijd in het vak waarin ze afstuderen, maar bij de meesten is kennis van andere 'dingen' minimaal. Dat is jammer voor die jongeren. En de samenleving.
Legostenen
Creativiteit draait in de visie van sir Ken om het proces waarin originele ideeën komen bovendrijven. Die waarde hebben. Het probleem met mensen die weliswaar hoogopgeleid zijn (in een bepaald segment, of vak) is dat er weinig verrassende gedachtes opkomen als je niet in staat bent verbindingen te leggen tussen op zich losstaande 'zaken' van buiten jouw 'domein'. De Bulgaars-Amerikaanse Maria Popova (van de website Brain pickings) bepleit dat ieder van ons probeert zo veel mogelijk legostenen te verzamelen. Figuurlijk gesproken. Probeer zo veel mogelijk 'dingen' op te pikken. 'Dingen' waar je op het eerste gezicht niets aan hebt. Sterker: aan de meeste opgedane fragmenten heb je waarschijnlijk niets in je leven. Maar. Maar... heel af en toe komt als het nodig is, zomaar (vanzelf) ogenschijnlijk uit het niets een oude legosteen bovendrijven. Die je koppelt aan 'iets' waar je mee bezig bent. Wat je moet oplossen. Wilt oplossen. Of, dat gebeurt ook wel eens, soms krijg je 'zomaar' een idee en begrijp je niet waar het vandaan komt.
Voor alle duidelijkheid. Opzoeken is prima. Niets mis mee. Je hoeft niet alles te 'weten', maar als je in je leven weinig 'zinloze' weetjes hebt opgedaan kun je weinig verbindingen maken.
Wat heeft dit met de bibliotheek te maken?
In Nederland lopen veel mensen rond die denken dat een bibliotheek vooral zinvol is voor kinderen en jongeren. Volwassenen zijn 'klaar'. Die redden zichzelf wel. Weten wat ze willen. Deels klopt dit ook wel. Maar aan de andere kant zou elke volwassene zich zelf moeten voorhouden dat het zéér zinvol is om (liefst regelmatig, structureel) kennis te nemen van nieuwe, andere, soms 'rare' legostenen. Bijna drie jaar geleden hield een Amerikaan daar een mooi pleidooi voor.
Filter bubble
Eli Pariser sprak in maart 2011 tijdens een TED-talk over zijn boek The Filter Bubble : about how personalized search might be narrowing our worldview. Hoe ieder van ons omringd wordt door een filter bubbel. Die bubbel hadden we allemaal (ook) al voor de komst van internet. Om als mens te kunnen functioneren dien je alle op je afkomende informatie te filteren. Het is onmogelijk om alle brokjes info tot je te laten doordringen. Je móet selecteren.
Kern van het verhaal van Eli Pariser is dat we allen als mens geneigd zijn om informatie die ons welgevallig is (ons bevestigd in onze kijk op de werkelijkheid) gemakkelijk 'door te laten' en alles wat onze redelijk vastliggende visie op de werkelijkheid in twijfel trekt te negeren of minder op te slaan. Menselijk. Heel menselijk. Maar wel gevaarlijk. Door de komst van internet en met name door de komst van toepassingen als Google, Facebook, Twitter en andere sociale media worden we - mits we ons daar niet bewust van zijn - meer en meer opgesloten in onze filter bubbel. Google presenteert op basis van ons zoekgedrag bepaalde 'antwoorden' en andere niet. Pariser noemt het jezelf abonneren op een krant waarin alleen artikelen staan die jouw kijk op de samenleving onderschrijven, en alle kritische stukken die ons aan het twijfel zouden kunnen brengen weglaat.
Ontplooiingsfonds
In oktober 2013 voegde de econoom Henk van Tuinen zonder het te weten een element aan dit debat toe. Tot nu is zijn boek Ons land kan menselijker : naar een economie die de samenleving verbetert in de media volstrekt genegeerd. Een mogelijke reden is dat hij zich zeer kritisch uitlaat over 'de media'. Centrale stelling is dat we in het Westen onze uitbundige levensstijl zullen moeten inbinden. De aarde trekt het niet meer; zeker niet als ze in China, India, Brazilië en binnenkort Afrika vrolijk mee gaan doen.
In dit dunne boekje trekt hij de conclusie dat we in het Westen in 'de val' zijn gelopen om steeds maar meer te gaan consumeren. Producten en diensten die feitelijk niet veel toevoegen aan een 'gelukkig leven'. Henk van Tuinen schreef de Nederlandse tegenhanger van Hoeveel is genoeg? van vader en zoon Skidelsky. Maar hij doe het op zijn manier. Zeer lezenswaardig (het is niet voor niets door De Bezige bij uitgegeven).
In tegenstelling tot de Skidelsky's en andere critici van onze huidig economisch model en samenleving komt hij met een voorstel om iets te veranderen. De oprichting van een Ontplooiingsfonds. Een onafhankelijk club. Vooral los van politiek en consumenten. Die aan personen, instellingen en organisaties geld geeft die met zinvolle plannen komen om tegenwicht te gaan bieden aan de almachtige, alom aanwezige reclame- en marketingbranche. Henk van Tuinen weet dat we in het Westen doorlopend worden bestookt met boodschappen om te blijven consumeren. Producten en diensten. Die we vaak niet nodig hebben. Een grotere auto. Een tweede huis. Een derde vakantie. Nog meer voedsel. Een 'macht' waar 500 miljard euro's in omgaat. Denk bijvoorbeeld aan een campagne om ons te overtuigen van het feit dat gewoon kraanwater net zo goed is als water uit een flesje met daarop een label (sorry: brand).
De bibliotheek als ontplooiings-machine
De oproep van sir Ken om creatief te zijn, de stenen van Maria Popova, de filter bubbel en het ontplooiingsfonds van Henk van Tuinen komen wat mij betreft samen in een Openbare Bibliotheek. Die samen met andere partners (zoals kranten, volksuniversiteiten, muziekscholen, musea) continue bezig is om haar bezoekers te verleiden kennis te nemen van 'andere' geluiden. Om eens een andere steen uit te proberen. Zich te informeren over 'dingen' die men niet kent.
Een Openbare Bibliotheek als plaats (vooral dát) waar iets gebeurt. Een workshop. Een cursus. Quiz. Tentoonstelling. Enquête. Debat. Een bibliotheek waar nog steeds veel (en uiteenlopende) boeken staan. Niet alleen de bestsellers. Kranten. Tijdschriften. Digitale databanken. Wifi gratis. Bibliothecarissen die 'iets' kunnen met de meest uiteenlopende vragen
Een plek waar je - liefst - zeven dagen per week terecht kunt. Waar koffie is. Goeie. Waar je kunt verblijven. Werken. Ontmoeten. Afspreken. Zwijgen. Praten. Lachen. Ontroerd raken. Kortom: een plek als het hart van een lokale gemeenschap. Waar iedereen binnen mag komen. Consumptie niet verplicht. Een inspirerende plek. Een bibliotheek die een verhaal vertelt. Of anderen (individuen, organisaties) een plek aanbiedt om hun verhaal te brengen.
Ik koop al mijn boeken zelf
Of: - een eigentijdse variant - ik haal alle relevante boeken illegaal van het net. Dus waarom hebben we nog een bibliotheek nodig? Ik kan alles - tóch - binnen de muren van mijn huis halen. Of opslaan op mijn device. Waar! Helaas. Maar, deels waar!
Voor een groot deel is dit ook onzin. Iedereen die meent een bibliotheek niet nodig te hebben omdat er een boekhandel is, weet niet wat een moderne boekhandel is. Dat is - alweer helaas - een plek geworden waar nieuwe boeken gemiddeld twee maanden in de schappen staan. Is het boek dan niet 'aangeslagen' dan verdwijnt het uit de winkel en maakt plaats voor het nieuwste 'waan van de dag-boek'. Uiteraard kan elke boekhandel alles bestellen, maar iedereen die meent dat een boekhandel een plek is om je breed te oriënteren houdt zichzelf voor de gek.
Aan de andere kant heeft iedereen die op de tennisclub een usb-stick met 7 duizend illegale ebooks 'koopt' ook een probleem. Waar te beginnen? Welk boek is belangrijk, zinvol, leuk, interessant? Het is het verhaal van de supermarkt met 24 soorten jam. Dat aanbod verkoopt amper. Pas nadat de keuze is beperkt tot zes smaken trekt de vraag weer aan.
Ritme, discipline
Voor beiden (koper en downloader) geldt nog iets anders. Een waarheid als een koe, maar desalniettemin wél waar. Een boek (gekocht, geleend, legaal of niet) is geen gelezen boek. Lezen kost tijd. Helaas. Niet toevallig komt het woord discipline bovendrijven. Of ritme.
Het oude (uitleen)model van de openbare bibliotheek had een disciplinerende werking. Leden mogen per keer een x-aantal boeken lenen. Voor drie weken. Bij de Noord Oost Brabantse Bibliotheken sinds enige jaren vier weken. Daarna moet het boek teruggebracht worden of er wordt boete berekend. Dat disciplineert om meerdere redenen. Je moet het boek binnen 3 of 4 weken uitlezen; dus lees je regelmatig. Je wilt de boete ontlopen dus breng je het op tijd terug. En door dat te doen ontstaat er een ritme in je leven: om de 3 of 4 weken ga ja naar de bieb. Zoekt boeken uit. Leest kranten en tijdschriften. Bezoekt de tentoonstelling. Blijf je jezelf ontwikkelen. Mensen en gadgets helpen je daarbij. Marli Huijer spreekt er in januari 2014 over.
Met zeven duizend boeken op je e-reader hoef je nooit meer naar de bieb. Je kunt tot aan je dood vooruit. Vooruitgang! Hoera! Maar het moet wel allemaal uit je zelf komen. De discipline om de eerste duizend te gaan lezen. Allemaal waar, maar ook weer niet toevallig komt op dit moment de naam van de Belgische hoogleraar psychologie Paul Verhaeghe bovendrijven. Die in 2012 een zeer kritisch boek schreef over onze neoliberale samenleving. Op de vraag van Wim Brands (van het tv-boekenprogramma) wat het grootste probleem van onze tijd is gaf hij als antwoord: eenzaamheid. We hebben circa 1,5 miljoen eenzame mensen en veel organisaties, instellingen, bedrijven en overheidsorganen zijn volop bezig dit aantal omhoog te duwen.
De ideale bibliotheek
Is nog steeds een plek. Waar mensen uit een gemeenschap naar toe kunnen gaan. Waar ze andere mensen ontmoeten. Punt.
Consumpties niet verplicht. Een plek met een breed, verrassend aanbod. Boeken. Kranten. Tijdschriften. Databanken. Tentoonstellingen. Activiteiten. Een plek waar je alleen kunt werken, studeren. Maar ook een plek waar je samen kunt werken, overleggen, vergaderen, bespreken, ontmoeten. Een plek die liefst zeven dagen in de week open is. Met goede koffie. En thee. Niet té luxe. Geen grand café waar het belangrijkste is om gezien te worden. Nee, een Openbare Bibliotheek is een plek waar je gezien wil worden omdat je daarmee het signaal afgeeft dat je aan jezelf werkt. Blijft werken. Je op zoek bent naar verrassende nieuwe legostenen. Die je misschien in je leven of baan zou kunnen gebruiken. Niet als doel op zich (dat verzamelen van zoveel mogelijk steentjes), maar omdat je WEET dat elk breed georiënteerd mens beter in zijn of haar vel zit. Prettiger leeft. Zich minder laat leiden door anderen. Kortom een plek voor burgers die weten dat onze samenleving alleen kan én zal overleven als die doorlopend in zichzelf blijven investeren. En weten dat - ondanks al het internet-hosanna-'gedoe' - lezen helpt.
De medewerkers van de bibliotheek
Zoals in het begin van dit (wederom lange) artikel al werd gezegd is de openbare bibliotheek bezig met het jaarthema van de Noord Oost Brabantse Bibliotheken: Oefenen voor een andere tijd.
We proberen van alles uit. En zijn nog veel meer van plan.
Ondanks die constatering is er ook veel hetzelfde gebleven. Mieske van Eck refereert in haar artikel (Boek en bieb wankelen: oude idealen in de knel) aan een oud woord: volksverheffing.
Dat is terecht. Een 'moderne' bibliotheek is daar nog steeds mee bezig en mensen die in een bibliotheek werken vervullen daartoe een vijftal rollen. Die door elkaar heen lopen. We zijn om te beginnen producer (we laten 'iets' tot stand komen; denken er bewust over na), soms impresario (die een spreker of een tentoonstelling of leraar 'binnenvliegen'), regelmatig leraar (die 'iets' aan een groepje uitlegt), om de haverklap ook conciërge (die koffie zetten, een beamer aansluiten, kaartjes verkopen), maar bovenal en doorlopend zijn we verbinder.
Verbinders
Een Openbare Bibliotheek is een plek waar verbindingen gelegd worden. Tot stand komen. Tussen ideeën en mensen.Waar nieuwe dingen tot stand kunnen komen. Een plek die in een samenleving die zichzelf als creatief ziet moet blijven bestaan. Sterker: waar nog meer in zou moeten worden geïnvesteerd. Elke gemeenschap verdient er een. En niet alleen om kinderen van de basisschool te leren lezen. Of laaggeletterden digitaal vaardig te maken. Nee, elke burger van zo'n creatieve samenleving zal zich doorlopend moeten blijven ontwikkelen. Dat kan alleen, lekker met al je digitale devices in je eigen 'hol', maar een mens is en blijft een sociaal dier. Laat de openbare bibliotheek zo'n plek blijven. Wees als burgers blij dat jouw woonplaats zo'n relatief dure instelling overeind houdt. En maak er gebruik van. In de 'moderne' bieb komen beide 'stellingen' samen: boeken én koffie. Maar bovenal: verbinding. Oh ja, en - als het moet - BYOD.
(2 december 2013)
Hans van Duijnhoven
Homepage Achtergrondartikelen