maandag 20 februari 2017

Jan-Werner Müller


Wat is populisme?

Nieuw Amsterdam 2017, 128 pagina's - € 14,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Oorspronkelijke titel: Was ist Populismus? (2016)

Wikipedia: Jan-Werner Müller (1970)

Tekst op website uitgever
Wat is populisme? biedt een overtuigende analyse van wat er nu eigenlijk aan de hand is en is een must read voor eenieder die de oorzaken en het succes van dit snelgroeiende fenomeen wil begrijpen. Populisten als Donald Trump, Marine Le Pen en Geert Wilders drukken steeds duidelijker hun stempel op de mondiale politiek. Het fenomeen verspreidt zich razendsnel over heel Europa en de rest van de wereld. Maar wat ís populisme eigenlijk precies? In dit essay geeft Jan-Werner Müller antwoord op deze zeer actuele en dringende vraag. Brengt populisme regering en volk nader tot elkaar of is het een bedreiging voor de democratie? Wat is het verschil tussen links en rechts populisme? Uit wie bestaat ‘het volk’ eigenlijk en wie kan namens dat volk spreken? Aan de hand van deze en andere prangende vragen zet Jan-Werner Müller in zijn baanbrekende boek een heldere theorie over het populisme uiteen. Ook stelt hij met behulp van concrete strategieën voor hoe we het best met dit oprukkende verschijnsel om kunnen gaan en de claims van populisten kunnen weerleggen.

Voorpublicatie op website Knack: 'De claim van het populisme? Alleen bepaalde leden van het volk zijn echt het volk' (februari 2017)

Interview: ‘Populisten denken dat alleen zij ‘het volk’ zijn’ (NRC, november 2016)

Fragment uit Inleiding - Is iedereen een populist?
Dit boek vertrekt vanuit de observatie dat ondanks al het gepraat over populisme – de Bulgaarse politicoloog Ivan Krastev, een van de scherpzinnigste analisten van de hedendaagse democratie, spreekt zelfs van een ‘populistisch tijdperk’ – verre van duidelijk is of we wel weten waarover we het hebben. We hebben domweg geen theorie over het populisme en geen coherente criteria om te bepalen wanneer een politicus een populist in de ware zin des woords wordt. Alle politici willen immers ‘het volk’ aanspreken, vooral in democratieën die zich door opiniepeilingen laten sturen; ze willen allemaal een verhaal vertellen dat zo veel mogelijk burgers kunnen begrijpen; ze willen allemaal openstaan voor wat ‘de gewone mensen’ denken en vooral voelen. Is een populist dan misschien gewoon een succesvolle politicus die jij onsympathiek vindt? Geeft iemand van ‘populisme’ betichten misschien zelf blijk van populisme? Of is het populisme echt ‘de authentieke stem van de democratie’, zoals Christopher Lasch heeft beweerd?

Dit boek heeft ten doel ons te helpen bij het herkennen van en omgaan met populisme. Dat doet het op drie manieren. Ten eerste wil ik uiteenzetten welk type politicus een populist genoemd kan worden. Ik betoog dat het een noodzakelijke maar geen afdoende voorwaarde is dat iemand de elites bekritiseert om een populist te mogen heten. Anders is iedereen met kritiek op de status-quo in bijvoorbeeld Griekenland, Italië of de Verenigde Staten per definitie een populist – en wat je verder ook mag vinden van Syriza, de rebelse MoVimento 5 Stelle (Vijfsterrenbeweging) van Beppe Grillo of zelfs van Bernie Sanders, het valt moeilijk te ontkennen dat hun aanvallen op de elites vaak hout snijden. Ook zou vrijwel elke presidentskandidaat in de Verenigde Staten een populist moeten heten als populisme louter bestond uit het bekritiseren van de bestaande elites: ze voeren immers allemaal campagne ‘tegen Washington’.

Behalve anti-elitair, zijn populisten altijd antipluralistisch. Populisten beweren dat zij, en alleen zij, het volk vertegenwoordigen. Neem de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan, die tijdens een partijcongres zijn talrijke binnenlandse criticasters tartte met de uitspraak: ‘Wij zijn het volk! Wie zijn jullie?’ Hij wist natuurlijk best dat zijn tegenstanders ook Turken waren. De claim op exclusieve vertegenwoordiging is niet empirisch maar altijd uitgesproken moreel van aard. Op campagne schilderen populisten hun politieke tegenstanders af als leden van de immorele, corrupte elite; als ze aan de macht zijn gekomen, erkennen ze niet eens het bestaansrecht van de oppositie. De populistische logica impliceert ook dat wie de populistische partijen niet steunt, niet echt behoort tot het volk – dat steeds als rechtschapen en moreel zuiver wordt voorgesteld. Simpel gezegd, beweren populisten niet: ‘Wij zijn de 99 procent.’ Ze impliceren eerder: ‘Wij zijn de 100 procent.’ (pagina 16-17)

Youtube - Jan-Werner Müller & Torsten Jansen - POPULISM - The Art of Conversation  (1:00:41)



Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen