donderdag 14 juli 2022

Bram Mellink & Merijn Oudenampsen

Neoliberalisme : een Nederlandse geschiedenis
Boom 2022, 351 pagina's  € 29,90

Korte biografie van Bram Mellink (1985) & Merijn Oudenampsen (1979)

Korte beschrijving
Een boek over Nederlandse politieke geschiedenis en neoliberalisme. Het boek behandelt wanneer en hoe het neoliberalisme in Nederland vaste voet aan de grond kreeg en met welke naoorlogse instituties het marktdenken verweven is. Aan bod komen verschillende politici, ambtenaren en wetenschappers die na de Tweede Wereldoorlog het neoliberalisme in de Nederlandse politiek algemeen gangbaar maakten. Het boek gaat diep en vanuit algemeen perspectief op de materie in. Vooral geschikt voor geoefende lezers. Bram Mellink (1985) is een Nederlandse auteur en historicus aan de Universiteit van Amsterdam. Merijn Oudenampsen (1979) is als socioloog verbonden aan de Université Libre de Bruxelles.

Tekst op website uitgever
In het publieke debat is de afgelopen jaren veel kritiek geleverd op het neoliberalisme, maar wat dit begrip inhoudt blijft meestal vaag. Waar komt het eigenlijk vandaan en hoe heeft het zich in Nederland genesteld? In ‘Neoliberalisme. Een Nederlandse geschiedenis’ geven historicus Bram Mellink en socioloog Merijn Oudenampsen het neoliberalisme voor het eerst een plaats in de geschiedenis van ons land. Zij laten zien dat het marktdenken veel eerder in Nederland landde dan altijd is gedacht en veel nauwer met onze naoorlogse instituties is verweven dan deskundigen tot nu toe aannamen. Dit boek volgt de politici, ambtenaren en wetenschappers die na de Tweede Wereldoorlog het marktdenken ontketenden en plaatst hun neoliberalisme waar het thuishoort: in het hart van de Nederlandse politiek. Bram Mellink (1985) is historicus aan de Universiteit van Amsterdam. Merijn Oudenampsen (1979) is als socioloog en politicoloog verbonden aan de Université Libre de Bruxelles. De afgelopen jaren onderzochten zij samen de geschiedenis van het neoliberalisme in Nederland.


Fragment uit 8. De nieuwe zakelijkheid (1982-1989)

Op maandag 22 november 1982 werd een nieuw tijdperk ingeluid. Premier Ruud Lubbers las de regeringsverklaring voor van het nieuwe centrumrechtse kabinet van CDA en VVD. Hij sprak op sombere toon over een 'economische winter die is ingevallen'. Het aantal werklozen was het half miljoen inmiddels gepasseerd en het begrotingstekort bedroeg meer dan acht procent. Lubbers kondigde aan een ongekende zeen miljard gulden per jaar et gaan bezuinigen, een bedrag dat uiteindelijk zou oplopen tot zo'n tien miljard per jaar. Tegelijkertijd drong het kabinet aan op loonmatiging. Hiermee markeerde de premier een belangrijk omslagpunt in het economisch beleid. Onder de noemer 'meer markt, minder overheid' trad de overheid terug om de lasten voor het bedrijfsleven te verminderen. Lubbers beloofde dat 'verschillende vormen van privatisering, waaronder het meer door burgers zelf laten doen wat nu door de overheid gedaan wordt, zoveel mogelijk bevorderd [zal] worden'. Het kabinet verlaagde de ambtenarenlonen een de uitkeringen met drie procent en begon met het dereguleren, het wegnemen van 'verstarrende regelgeving' om het bedrijfsleven meer armslag te geven.

Lubbers nam in de regeringsverklaring duidelijk stelling tegen het voortwoedende debat tussen keynesianen en monetaristen. Het idee dat de overheid de koopkracht en de werkgelegenheid op peil moest houden in crisistijd, wees hij van de hand. Hij achtte dit niet langer effectief. Zoals de monetarist Anton Knoester schreef in zijn historisch overzicht van het Nederlandse economische beleid, was dit het eerste kabinet dat 'over het hele front heeft afgerekend met de keynesiaanse denkbeelden die zo lang sterk medebepalend zijn geweest voor de praktijk van de economische politiek'.  Het kabinet besloot om het werkgelegenheidsbeleid aan de kant te zetten, ook al bereikte de werkloosheid in 1983 een naoorlogs record van 10 procent. De prioriteit was winstherstel, met het idee dat dit op langere termijn investeringen en werkgelegenheid zou brengen.

Zoals Knoester terecht constateerde, was het bezuinigingsbeleid van het nieuwe kabinet expliciet geïnspireerd door de controversiële crowding-out-theorie van de Amerikaanse monetaristen: het idee dat dat begrotingstekorten de economie afknelden. 'Terugdringing van het financieringstekort', vertelde Lubbers de Tweede kamer, is 'geen doel op zich maar een middel om onze economie weer te versterken. Met de vermindering van de tekorten zal immers de reële rente omlaag kunnen'.  Hierdoor werd het 'gemakkelijker het vereiste rendement op investeringen te bereiken, wat een impuls zal geven aan de bedrijvigheid en daarmee aan de werkgelegenheid'.  Dit was het omgekeerde van wat de keynesianen en het CPB aanhielden, namelijk dat bezuinigen zonder compenserend beleid tot vraaguitval en extra werkloosheid leidde. Wie goed luisterde bij Lubbers' voordracht van de regeringsverklaring op die novemberdag in 1982, kon in zijn wollige woorden de stevige stem horen doorklinken van monetarist en topambtenaar Pieter Korteweg. (pagina 161-162)

Klik hier voor een artikel waarin tientallen boeken worden genoemd die met het neoliberalisme te maken hebben (februari 2011)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen