Prometheus 2024, 575 pagina's - € 27,50
Oorspronkelijke titel: Caledonian road (2024)
Wikipedia: Andrew O'Hagan (1968)
Korte bespreking
Een vuistdikke (575 blz.) satirische roman over klasse, privilege en de val van een gevierde academicus. Campbell Flynn, kunsthistoricus en intellectuele celebrity, betreedt het rijk van de middelbare leeftijd. Gevoed door een behoefte aan bewondering en de fijnere dingen van het leven neemt hij mensen niet half zo serieus als zij zichzelf nemen. Zijn student Milo Manghasa komt uit een onbekende wereld en heeft ervaringen en ideeën die Flynn prikkelen. Milo heeft echter ook een plan. Gedurende een gevaarlijk jaar komt een web van misdaden, geheimen en schandalen aan het licht, en het is de vraag of Flynn zich zal kunnen beschermen tegen de ontmaskering die hij zo vreest. In levendige, gedetailleerde stijl en met gevoel voor ironie geschreven. Met name geschikt voor een literaire lezersgroep. Andrew O’Hagan (1968) is een Britse schrijver, geboren in Glasgow. Drie van zijn boeken werden genomineerd voor de Booker Prize. Zijn werk is vertaald in vijftien talen. 'Caledonian Road’ wordt beschouwd als zijn magnum opus en zal worden bewerkt tot tv-serie.
Tekst op website uitgever
Londen, mei 2021. Campbell Flynn is kunsthistoricus en een intellectuele celebrity. Gevoed door een behoefte aan bewondering en de geneugten van het leven neemt hij mensen niet half zo serieus als zij zichzelf nemen. Wat de eerste van zijn vele fouten zal blijken.
De tweede? Milo Mangasha, zijn briljante en provocerende student. Milo komt uit een andere wereld, hij heeft ervaringen en ideeën die zijn docent prikkelen. Maar hij heeft ook een plan.
In de loop van één jaar wordt een web van misdaden, geheimen en schandalen ontsluierd en het is nog maar de vraag of Campbell Flynn zich zal kunnen beschermen tegen de ontmaskering die hij zo vreest. Ook de wereld om Flynn heen bruist en kolkt. Een wereld waarin Russische mobsters, kunsthandelaren, drillrappers, mensensmokkelaars en gelukzoekende migranten rakelings langs Flynn schampen.
Acht jaar schreef Andrew O’Hagan aan Caledonian Road, zijn magnum opus over het Londen van nu: over Britse aristocraten en jongens van de straat, over Brexit en corona, over kunst en politiek, over zeven vinkjes en zeven hoofdzonden. Het is een roman van victoriaanse proporties en met haarscherp psychologisch inzicht: een monumentaal boek over onze tijd.
Andrew O’Hagan (1968) is een Britse schrijver, geboren in Glasgow. Drie van zijn boeken werden genomineerd voor de Booker Prize. Zijn werk is vertaald in vijftien talen. Caledonian Road zal worden bewerkt tot tv-serie onder regie van Johan Renck, die een Emmy Award won voor zijn serie Chernobyl.
‘Dit boek is een meesterwerk. Het is niet alleen O’Hagans grootste boek, maar ook de beste en grootste roman van een Britse schrijver sinds jaren. Ik heb het in één ruk uitgelezen. Flynn is een schitterend personage, ik leefde volkomen met hem mee. En de humor! Iedere pagina, zelfs iedere regel, is ongelooflijk geestig. Geweldig. Caledonian Road is buitengewoon.’ John Lanchester auteur van De schuld van het genot en Kapitaal
‘Ik vond deze roman geweldig: de ambitie, de omvang, de trefzekerheid, de zwier, de energie en het plezier in het schrijven. Het is Dickens, Wolfe, Thackeray, Hogarth en Amis ineen.’ Peter Morgan, maker van The Crown, Frost/Nixon en Rush
Fragment uit 5. De club
Onderweg naar Pall Mall moest Campbell aan De ambassadeurs van Holbein denken. De zon stond boven Westminster Palace toen hij de straat overstak op weg naar zijn herenclub. Tussen de spijlen bij de Duke of York-trappen zag hij de etherische, witte pluizenbollen van wat paardenbloemen tevoorschijn steken, waarvan de zaadjes als kleine parachuutjes wegzweefden. Hij hing zijn jas zoals altijd aan haak 98, links van een portret van T.S. Eliot. Hij ging naar de heren-wc op de begane grond en bewonderde een tekening van Osbert Lancaster die boven het urinoir hing. Na het plassen trok hij zijn stropdas recht en haalde zijn schoenen even door de poetsmachine. Weer in de hal stopte hij bij de leestafel om de voorpagina van The Times te bekijken. De kranten en tijdschriften waren nog maar net terug in de Club (de desserttrolley was nog buiten gebruik). Hij bladerde door de krant. Een kop luidde: 'Spanje worstelt met golf aan migrantenkinderen'.
Aan de bar bestelde Campbell een negroni, terwijl Darwin vanaf een kopie van John Colliers origineel op hem neerkeek, de belangrijkste van de evolutionisten, die met zijn constante aanwezigheid de sfeer van de club en het nieuws van de dag kleurde. Er zou die avond een officieel diner zijn, gevolgd door een lezing van Sir Evelyn Chippault: 'Onze tijd in Jemen, of de herinneringen van een hoge bestuursambtenaar'. 'Niet echt mijn ding,' zei de norse barman.
Een acteur met de stem van John Gielgud leidde zijn gast over de rode loper.
'Afschuwelijke kerel.' zei de stem. 'Hij komt naar me toe en zegt: "Ik vergeet nooit je geweldige Dauphin in Saint Joan," waarop ik zei: "M'n beste, ik heb nooit in Saint Joan gestaan!"' Zijn metgezel lachte en wees naar een streng portret van Walter Scott, vervolgens naar een van Matthew Arnold, beiden oud-leden, die boven de zwarte schoorsteenmantel hingen waarop een beduimeld exemplaar van Who's Who stond. De acteur leek te zoeken naar een zachtere toon voor commentaar. 'Arme Arnold,' zei hij. '"Het strand bij Dover". De dichter die ons wegzette als een natie van winkeliers... "vulgaire trekjes", zei hij, in de Britten.'(pagina 52-53)
Lees ook: De butler van de wereld : hoe Groot-Brittannië handlanger werd van oligarchen, belastingontduikers en criminelen van Olivier Bullough (uit 2023) (dank: Michiel Krielaars, voor de tip).
Terug naar Overzicht alle titels