zaterdag 18 maart 2017

Alicja Gescinska 2

Allmensch : van middelmaat tot meesterschap

Academia Press 2016, 39 pagina's -  € 7,99

Wikipedia: Alicja Gescinska (1981)

Korte beschrijving
Als eerste in een nieuwe Vlaamse reeks boekjes over literatuur en filosofie in zakformaat, verschijnt een essay van de jonge filosofe Alicja Gescinska, die ook bekend werd door haar roman 'Een soort van liefde' (2016). Het begrip 'Allmensch' is afkomstig uit het denken van de Duitse filosoof Max Scheler en verdient volgens Gescinska een nieuw leven. Bedoeld wordt 'een mens die zijn essentiële vermogens om goed te doen maximaliseert en dus de spanning tussen wat is en wat zou moeten zijn minimaliseert'. Voor zichzelf en voor de wereld. De Allmensch kijkt niet voldaan terug, maar vooruit onder het mom van wat blueslegende B.B. King omschreef als 'You can always do better', het adagium 'plus est en vous' van de jezuïeten en het Hebreeuwse begrip timshel (vrijheid, verantwoordelijkheid, bestemming van de mens). Een in heldere taal geschreven, betekenisvol pleidooi dat ieder weldenkend mens zou moeten aanspreken en aansporen het beste uit zichzelf te halen ten gunste van de samenleving. Pocketuitgave; normale druk.

Fragment uit Lof der ontevredenheid
Het zou geen kwaad kunnen als men ontwaakte met die vijf woorden in het hoofd. You can always do better. In die woorden klinkt niet enkel de belofte van mogelijke beterschap, maar ook een veroordeling van dat wat is. Dat wat is, volstaat niet. Daarom mogen we niet te snel op onze lauweren rusten. We moeten meer ontevreden zijn, over de wereld en onszelf.
  Dat is natuurlijk onaangenaam. Niemand is graag ontevreden. Ontevredenheid gaat meestal gepaard met een gevoel van ergernis en wijst op een toestand van gebrek. Maar terwijl ontevredenheid onaangenaam is, is tevredenheid vaak ongepast. Hoe kun je tevreden zijn over de toestand van de wereld, wanneer er in die wereld zoveel ellende bestaat? Omdat perfectie onbereikbaar is, moet je ernaar blijven streven, zo meende King, en op zijn zachtst gezegd is de wereld verre van perfect. Uit het gebrek ontstaat de morele plicht om goed te doen, om de nood te lenigen en het lijden te verzachten. Er wordt een moreel appel op ons gedaan, niet zozeer omdat wij zo goed zijn, maar omdat de wereld zo slecht is. (pagina 7)

Die ontevredenheid over het bestaan zouden we moeten ombuigen in een kracht om de wereld te verbeteren en niet laten uitmonden in verzuring en verbitterdheid waar niemand baat bij heeft. Wie daarin slaagt, heeft een extra motivatie om een zinvol leven te leiden.

Zo iemand beschikt  ook over meer zelfkennis. Het is geen schande, maar juist verstandig om toe te geven dat we allemaal eigenlijk maar gebrekkige, veelal middelmatige wezens zijn. Zelfkennis is het begin van alle wijsheid en zelfoverschatting impliceert daar vaak het tegendeel van. We zijn meestal niet uitzonderlijk slim of dom, geen heiligen noch duivels. We zijn vooral heel gewoon. (pagina 8-9)

Fragment uit Een voorbeeldig leven
Toch laten we ons in ons handelen idealiter inspireren door uiteenlopende voorbeeldfiguren en streven we het best diverse positieve waarden na. De Mozarts en Einsteins zijn dun gezaaid in de wereld en de homo universalis, die in vele domeinen uitmunt, is al zeker een zeldzaamheid. Maar je kunt er beter naar streven om een homo universalis te zijn en in dat streven wat tekortschieten, dan ernaar te streven om een nietsnut te zijn en daarin met verve slagen. En hoewel het ideaal van de homo universalis een wat elitair en intellectualistisch mensbeeld kan impliceren, hoeft dat voor het ideaal van de Allmensch niet het geval te zijn.

De Allmensch is immers ook - en misschien zelfs bovenal - de gemiddelde mens die de middelmaat overstijgt, en blijft streven naar wat beter kan. De zuivere idealen van de voorbeeldfiguren zijn ultiem onbereikbaar en misschien moeten we er juist daarom voortdurend naar blijven streven. Omdat het niet perfect is, zoals B.B. King ons voorhield. De gedachte dat goed nooit goed genoeg is, kan voor sommigen misschien deprimerend klinken, maar het tegendeel is waar.

Het is juist een buitengewoon hoopvolle gedachte, want ze impliceert ook de gedachte dat er meer in ons zit en dat het beter kan. Timshel. (pagina 36-37)

Lees ook De verovering van de vrijheid : van luie mensen, de dingen die voorbijgaan uit 2011

Terug naar Overzicht alle titels

donderdag 16 maart 2017

Jos de Mul 2

Paniek in de polder : polytiek in tijden van populisme
Lemniscaat 2017, 327 pagina's - € 19,95

Uitgebreide en geactualiseerde editie; met een nieuwe inleiding van de auteur .
De eerste editie verscheen in 2011.

Wikipedia: Jos de Mul (1956) en zijn Twitteraccount.

Korte beschrijving
Naast een analyse van de recente Nederlandse (populistische) politiek geeft de auteur ook adviezen hoe we dit populisme tegen kunnen gaan. Het poldermodel is door populisten in een kwaad daglicht gesteld en zelfs teniet gedaan. De Mul stelt dat levensbeschouwelijke pluraliteit en diversiteit actief moeten worden bevorderd vanuit de achterliggende gedachte dat het leven niet maakbaar is, maar voor een groot deel iets is dat je overkomt. De paniek uit de titel slaat op termen als tolerantie, demonisering, fundamentalisme, gedogen, polderen en verketteren. Onze democratie zou leven van conflict en hierin zou dan de tragiek schuilen. De Mul presenteert hier eigenlijk een vorm van postmodernisme, gelardeerd met zowel voorbeelden uit de hedendaagse politiek als uit de klasssieke. Een verfrissende kijk op onze hedendaagse politiek en hoe die zou kunnen worden verbeterd. Een aantal van de hoofdstukken verscheen eerder in De Volkskrant en NRC Handelsblad.

Korte beschrijving op website uitgever
Er waart een spook door Europa en omstreken - het spook van het populisme. Het multiculturalisme is failliet verklaard, de rechtsstaat en parlementaire democratie staan onder druk, de Europese Unie kraakt in haar voegen. Donald Trump heeft de vs in de populistische vaart der volkeren opgestuwd en Marine Le Pen, Viktor Orbán, Bart De Wever en onze eigen Geert Wilders ruiken de macht. Er heerst paniek in de Polder.

Helder en met de nodige humor analyseert Jos de Mul het wedervaren van de vaderlandse politiek sinds de moord op Pim Fortuyn. Hij schrijft over schaatsende moslima's, wedergeboren verlichters, eurosceptische nationalisten en islamofobe populisten. Daarbij pleit hij voor een 'verlichte polytiek' die de paniek buiten de Polder houdt en het tragisch besef erbinnen. Tegenover mono- en multiculturalisten verdedigt hij een 'interculturele' invalshoek: we moeten aanvaarden dat culturen zich voortdurend vermengen, met alle spanningen en verrijkingen van dien, en de succesvolle mengvormen krachtig stimuleren.

Fragment uit de inleiding
Paniek in de polder is een warm pleidooi voor het verguisde Poldermodel, omdat dit model naar mijn mening in de afgelopen eeuwen een cruciale rol heeft gespeeld in de vorming van de liberaal-democratische rechtsstaat. Nu leidt een pluraliteit en diversiteit van waarden en normen bijna onvermijdelijk tot tegenstellingen tussen maatschappelijke klassen , etnische groepen of religieuze gemeenschappen. Zulke tegenstellingen kunnen eenvoudig uitmonden in een gewelddadige strijd, zo leren de christelijke godsdienstoorlogen in de zestiende en zeventiende eeuw en de oorlogen tussen de soennieten en de sjiieten die momenteel plaatsvinden in het Midden-Oosten. het succes van het Poldermodel, zo beargumenteer ik in dit boek, is dat het enerzijds pluraliteit en diversiteit aan opvattingen en meningen ruim baan geeft, maar tegelijkertijd de tegenstellingen pacificeert door compromisvorming. (pagina 17)

Lees ook van Jan-Werner Müller. Wat is populsime? (uit 2017) of Pleidooi voor populisme van David Van Reybrouck (uit 2008)

Terug naar Overzicht alle titels

Tim Wu

Aandacht is het nieuwe goud : hoe commercie en media vechten om ons hoofd in te komen

Business Contact 2016, 432 pagina's - € 29,99

Oorspronkelijke titel: The attention merchants : the epic scramble to get inside our heads (2016)

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Tim Wu (1971)

Korte beschrijving
In zijn nieuwste boek schrijft de jonge Amerikaanse hoogleraar Tim Wu tamelijk alarmerend over het gevecht in de media en de commercie om de aandacht van consumenten en het publiek. De hele dag door worden we omgeven door reclame in allerlei vormen: van posters en abri's tot sociale media, e-mail en Google. Slimme ondernemers vangen onze kostbare tijd en aandacht om die zonder ons medeweten voor grof geld door te verkopen. Het boek schetst een ontluisterend beeld van het spel dat met ons consumenten wordt gespeeld. Dat alles uitgebreid maar overzichtelijk beschreven, onderverdeeld in vijf delen. De auteur is hoogleraar rechten en werkzaam bij de Federal Trade Commission. Hij komt oprecht, erudiet, energiek en humoristisch over; tegelijk is zijn boodschap boos makend. Het boek moet het vooral hebben van zijn inhoud, want oogt qua uiterlijk tamelijk saai. Traditionele lay-out, illustraties ontbreken. Met register. Een alleszins lezenswaardig boek, goed voor een redelijke lezerskring.

Fragment uit de Epiloog
Of we het nu wel of niet beseffen, in wezen zijn de handelaars in aandacht een belangrijke rol gaan spelen in het bepalen van onze levensloop en daarmee ook in de toekomst van de mensheid, in die zin dat die toekomst niets meer zal zijn dan het totaal van al onze individuele geestestoestanden. Klinkt dat overdreven? William James, de grondlegger van het Amerikaanse pragmatisme, die leefde en overleed vóór de opbloei van de handel in aandacht, was van mening dat onze levenservaring uiteindelijk gelijk zou staan aan alles waaraan we aandacht hadden besteed. Wat er derhalve op het spel staat, is iets wat bijna gelijkstaat aan de manier waarop je je leven leidt. Dat alleen al zou ons ertoe moeten aanzetten kritischer te kijken naar de talloze overeenkomsten die we gedachteloos aangaan en, wat nog belangrijker is, stil te staan bij de noodzaak om daar soms helemaal niet in mee te gaan. Als we een toekomst willen waarin zowel de slavernij van de propagandastaat als de bedwelming van de consumptie- en beroemdheidscultuur wordt vermeden, moeten wij ons eerst realiseren hoe kostbaar onze aandacht is en besluiten er niet zo goedkoop of onbezonnen afstand van te doen als we zo vaak hebben gedaan. En vervolgens moeten we in actie komen, individueel en collectief, om onze aandacht terug te winnen, en daarmee tevens het eigenaarschap over onze levenservaring. (pagina 422)

Youtube - Tim Wu: "The Attention Merchants" | Talks at Google


Lees vooral ook: Zo werkt aandacht : opvallen, kijken en zoeken in een wereld vol afleiding van Stefan van der Stigchel (uit 2016)

Terug naar Overzicht alle titels

woensdag 15 maart 2017

De grote regressie


De grote regressie : vijftien grote denkers over de geest van de tijd

Atlas Contact 2017, 272 pagina's - € 24,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Korte tekst op website uitgever

In De grote regressie duiden vijftien grote denkers, onder wie David Van Reybrouck, Zygmunt Bauman, Nancy Fraser, Pankaj Mishra en Slavoj Žižek, de politieke crisis waarin de wereld terecht is gekomen. De krachten van extreemrechts, populisme en nationalisme winnen in de westerse wereld weer terrein. De parallel met de destabilisering en radicalisering die in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw uiteindelijk tot de Tweede Wereldoorlog leidden, is onmiskenbaar en angstaanjagend. Voor het eerst is in lange tijd een Derde Wereldoorlog niet meer zo ondenkbaar. De essays in De grote regressie gaan zowel over de achterliggende redenen (de financiële crisis, migratie, globalisering) als over de gevolgen (xenofobie, protectionisme, geen samenwerking maar de roep om versterking van nationale grenzen), en brengen een internationaal debat op gang.


Fragment uit Toevluchtsoord Europa (door Bruno Latour)
Op dit punt in het betoog is het noodzakelijk een politicologische hypothese te introduceren, of anders gezegd: een waarschijnlijke fictie.
  De verlichte elites - en die bestaan - hebben vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw de gevaren van de klimaatverandering ingezien en beseft dat die een andere omgang met de aarde vergde. Tot dan toe kon men zich grond toe-eigenen, de grond exploiteren, gebruiken en misbruiken, de aarde protesteerde niet.
  De verlichte elites zijn begonnen met het verzamelen van bewijs dat dit niet zo kon doorgaan. Ze wisten het natuurlijk allang, maar laten we zeggen dat ze wegend waren het vastberaden te negeren. Onder het privé bezit, van het in beslag genomen land, begon een andere aarde te bewegen, te beven. Een soort aardbeving, zogezegd, die de verlichte elites goed wist te raken: 'Opgelet, niets zal mer zijn zoals het was. Het was alsof de aarde zei: U zal zwaar moeten boeten om de aarde terug te krijgen.'
  Het probleem is dat deze waarschuwing is opgepakt door ander elites, die minder verlicht zijn, maar beschikken over omvangrijkere middelen, aanzienlijker belangen, en vooral buitengewoon gevoelig zijn voor hun eigen welzijn.
  En hier komt die politicologische hypothese in het spel: deze elite heeft haarfijn begrepen dat de waarschuwing klopte, maar ze heeft uit deze onbetwistbare waarheid niet de conclusie getrokken dat er betaald zou moeten worden, en duur betaald, om de terugkeer van de aarde te bewerkstelligen.
  De elites hebben twee conclusies getrokken die geleid hebben tot de verkiezing van koning Ubu in het Witte Huis: ja, er zal betaald moeten worden voor deze teruggave, maar het zijn de anderen die ervoor zullen betalen, wij zeker niet, en we gaan de onbetwistbare waarheid over de nieuwe klimaatgesteldheid tot op het bot ontkennen.
  Als deze hypothese klopt, verklaart zij de deregulering en ontmanteling van de verzorgingsstaat, die vanaf de jaren tachtig werd ingezet: de klimaatontkenning vanaf 2000 en tot slot de geweldige toename van ongelijkheid tijdens de laatste veertig jaar. Het maakt allemaal deel uit van hetzelfde fenomeen: de elites waren zo verlicht dat ze besloten hebben dat er niet voor iedereen een toekomst zou zijn, en dat men zich dus zo snel mogelijk moest ontdoen van de last van solidariteit - dat is de deregulering; dat men een soort gouden fort moest bouwen voor de paar procent die het zouden redden - dat is de explosie van de ongelijkheid; en dat men, om het vuile egoïsme van deze vlucht uit de alledaagse wereld te verhullen, het bestaan zelf van de dreiging die de oorzaak is van deze radeloze vlucht categorisch moest ontkennen - dat is de ontkenning van de klimaatverandering. Zonder deze hypothese kunnen noch de toekomst van ongelijkheid, noch de investering in het klimaatscepticisme, noch de rage van deregulering worden verklaard. Het zijn drie ontwikkelingen die de geschiedenis, waaraan het continentale Europa zo veel moeite heeft zich aan te passen, tekenen. (pagina 110-111)

Terug naar Overzicht alle titels

maandag 6 maart 2017

H.M. van den Brink


Koning Wilders : een wintersprookje

Atlas Contact 2017, 95 pagina's - € 7,--

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Hans Maarten van den Brink (1956)

Korte beschrijving
In korte tijd verschenen begin 2017 twee kleine rode boekjes over politiek. Het ene was 'Staat van Nederland' (2017)* van Bas Heijne en het andere dit boekje van H.M. van den Brink. Beide boekjes gaan over de politieke actualiteit. Waar Heijne scherp analyseert, maakt Van den Brink zich voornamelijk boos. Met de sprookjeswereld van de Efteling als symbolisch decor ageert hij tegen de internationale verrechtsing, met als boze mensen Wilders, Le Pen en Trump. Met mooi taalgebruik maakt hij sprongetjes naar diverse sprookjes, maar ook naar nazistische lectuur als 'Jud Süss' en 'Der ewige Jude'. Daarmee suggereert hij zijn angst voor een terugkeer naar de jaren dertig van de vorige eeuw. 'Het sprookje en de werkelijkheid vormen geen tegenstelling. Over beide valt te redetwisten. Als we met die erkenning eens zouden beginnen', aldus een van zijn conclusies in dit boek. De politieke spanningen voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen en de onzekerheid over onze politieke toekomst vormen de suspense in dit 'wintersprookje'. Sprankeling en een happy end moeten we echter helaas missen. Pocketuitgave; normale druk..

Korte beschrijving op website uitgever
Bestaat de wereld van Geert Wilders echt? Of is het een sprookje waarin hij ons wil laten geloven? En wat zegt die fantasie dan over Nederland?

Fragment
Propaganda is wat politici willen zeggen. Sprookjes kunnen vertellen wat de mensen willen horen, als ze van de juiste lading worden voorzien. Sprookjes zijn in de handen van een slimme verteller effectiever dan louter propaganda. Ze zijn niet abstract. Misschien was dat wel de reden dat de onwaarheden van Trump en Wilders op zo weinig weerstand stuitten bij hun kiezers. Ze appelleerden vaak aan een diepere waarheid, die van het gevoel, een gevoel van angst bijvoorbeeld, in plaats van aan de rede. Ze vertelden een verhaal dat het kon stellen zonder argumenten omdat het alleen verwees naar een interne logica. En ze waren van beeld voorzien.
  De schrijver en verzamelaar van sprookjes Wilhelm Hauff publiceerde in 1827 een vertelling over zijn geboortestreek Württemberg, losjes gebaseerd op een paar historische feiten. Zoals dat gaat met sprookjes werd het verhaal in verschillende versies naverteld. Door de twintigste-eeuwse succesauteur Lion Feuchtwanger, als film in Engeland in de jaren dertig door de uit Duitsland afkomstige regisseur Lothar Mendes, en ten slotte in 1940, opnieuw als film, door de Duitser Veit Harlan. Steeds dezelfde ingrediënten, maar van een reeks andere accenten voorzien. Het belangrijkste verschil had te maken met de hoofdfiguur, naar wie de geschiedenis ook was genoemd. Was hij een gewetenloze manipulator of een slachtoffer dat tussen de raderen van onafwendbare gebeurtenissen was geraakt?
  Jud Süss heet het sprookje en de film die onder het naziregime werd gemaakt was veruit de meest succesvolle versie. Ik heb Jud Süss al een keer of vier gezien. De film bewijst de kracht van fictie, de macht van symbolen. Vertoning is daarom tot op de dag van vandaag verboden. Maar dankzij het heerlijke internet is ook dat verbod inmiddels pure symboliek.
  De film speelt in de achttiende eeuw, toen Duitsland nog een onsamenhangende lappendeken was van stadsstaatjes en vorstendommen. Er treedt een nieuwe keurvorst aan in Württemberg, een ijdele man die weinig andere beleidsmatige interesses lijkt te hebben dan kunst en ander uiterlijk vertoon. Van zijn volk, dat bestaat uit eerlijke ambachtslieden en noeste boeren, vraagt hij geld voor nieuwe uniformen om zijn lijfgarde fraaier aan te kleden. Ook wil hij graag op kosten van zijn onderdanen een eigen opera en balletgezelschap, en juwelen voor de hertogin.
  De volksvertegenwoordiging aarzelt. Maar dan arriveert per koets een man die aanbiedt de vorst te helpen. het is de Joodse bankier Joseph 'Süss' Oppenheimer, die zich niet bekommert om landsgrenzen en tradities, want hij handelt in geld en geld is vloeibaar, abstract en internationaal. Hij heeft geen banden met welk grondgebied dan ook. 'Mijn vaderland is de wereld', legt hij uit. Eerst bezorgt hij de hertog de gewenste juwelen en dan biedt hij aan de begroting van het hertogdom te herfinancieren zodat er geld vrijkomt voor de elitaire hobby's van de monarch. In ruil daarvoor verkrijgt hij het recht om tol en belastingen te innen. En om de grenzen open te stellen voor zijn volksgenoten, de Joden, die nu zomaar het recht krijgen zich te vestigen in Baden-Württemberg. Wat volgt is massa-immigratie. Een lange stoet haveloze gelukszoekers trekt de grenzen over en door de stadspoorten het welvarende landje binnen.

Terug naar Overzicht alle titels 

Nic Douben

Robot, werk en inkomen
Boekscout 2017, 186 pagina's - € 19,99

Nic Douben (1939)

Korte beschrijving
De toenemende robotisering leidt ertoe dat in de toekomst steeds meer mensen niet meer voldoende inkomen uit arbeid kunnen verwerven. Het beroep op het sociale zekerheidsstelsel zal zodanig groot worden dat dit hieronder zal bezwijken. Daarom is het noodzakelijk op zoek te gaan naar een nieuw stelsel van minimum inkomensgaranties dat bestand is tegen de nadelige financiële en sociale effecten van de toenemende robotisering, aldus de auteur, emeritus hoogleraar TU Eindhoven. In dit boek maakt hij een start met deze zoektocht teneinde politieke besluitvormers, bestuurders en onderzoekers aan te zetten tot een duidelijke toekomstvisie en de moed om meer te doen dan symptoombestrijding. Het resultaat is een wetenschappelijk verantwoord, compact boek dat inzicht biedt in de effecten van de robotisering op de arbeidsmarkt, het sociale zekerheidsstelsel, eigendomsverhoudingen en kapitaalstructuren. Interessant voor een breed publiek van sociale wetenschappers, beleidsmakers, bestuurders en politici.

Korte beschrijving website uitgever
De toepassing van robots neemt sterk toe. Functies van mensen worden door intelligente machines overgenomen. Veel werkenden stellen zich de vraag wat zij van de robotsamenleving kunnen verwachten of moeten vrezen. Een krimpende arbeidsmarkt, langdurige werkloosheid en verlies van inkomen vormen de meest waarschijnlijke kenmerken van de robotsamenleving. Geen enkele beroepsgroep is meer bestand tegen de destructieve gevolgen. Politici en andere verantwoordelijken voor de gang van zaken in de economie weten nauwelijks raad met deze aankomende omwenteling. In deze publicatie wordt geanalyseerd waarom en hoe ons bestaande kapitalistische systeem terug moet naar de tekentafel. Aan een fundamentele herbezinning op ons verdienmodel ontkomt niemand meer.

Fragment uit 5. Nieuwe eigendomsverhoudingen en kapitaalstructuren
In de toekomstige robotsamenleving is een zeer sterke concentratie van ondernemingsvermogen in handen van enkelingen, onder deze omstandigheden, erg waarschijnlijk. Tenminste wanneer de bestaande juridische en financiële verhoudingen niet worden aangepast. Koop en verkoop van ondernemingen, of delen daarvan, leiden dan tot een toestand waarin nauwelijks nog sprake kan zijn van een markteconomie. Laat staan van een vrije markt. Het verschijnsel dat ondernemingen in de wereld van [wereldwijd opererende] beleggers vooral worden gezien als te koop zijnde en verkoopbare entiteiten, zal ook in de robotsamenleving aanleiding geven tot extreem ongelijke vermogensverhoudingen. Deze benadering van de onderneming als een ding dat vrij verhandelbaar is, gaat geheel voorbij aan de betekenis en het belang van de onderneming als organisatie waarin mensen met uiteenlopende kwaliteiten en competenties samenwerken om tot een gezamenlijke inkomensverwerving te komen. En deze situatie wordt nog moeilijker maatschappelijk verteerbaar wanneer [grote] ondernemingen met hulp van publieke middelen in staat worden gesteld om toepassingen van nieuwe technologieën voor eigen gebruik te ontwerpen. Zowel in de farmaceutische industrie als in die van de digitale technologie zijn voorbeelden van dergelijke "zelfverrijking" in de openbaarheid gekomen. In haar boek "De ondernemende staat" dat in 2014 is verschenen, heeft de Italiaanse economist Mariana Mazzucato aangetoond, dat een aantal "wereldmonopolisten"het niet zonder de steun van de overheid zover hadden kunnen brengen. Als zeer illustratief voorbeeld haalt zij de ontwikkeling van Apple aan. In tegenstelling tot de vaak verkondigde opvatting is Apple zeker geen lichtend voorbeeld van de kracht van de markt en het genie van de "garageknutselaars" die het kapitalisme revolutionair hebben veranderd.Dit bedrijf kreeg niet alleen flinke starterssubsidies van de Amerikaanse overheid, maar het maakte op slimme manier gebruik van met publieke middelen gefinancierde technologische vindingen om eigen producten op de markt te kunnen brengen. (pagina 110-112)

Artikel in het Eindhovens Dagblad: Emeritus hoogleraar Nic Douben uit Eindhoven pleit voor basisinkomen vanwege robotisering (2 maart 2017)

Terug naar Overzicht alle titels