maandag 15 februari 2016

Carolyn Steel

De hongerige stad : hoe voedsel ons leven vormt

NAi uitgevers 2011, 339 pagina's - € 19,95

Oorspronkelijke titel: Hungry city : how food shapes our lives (2008)

Website Carolyn Steel (1959)

Korte beschrijving
De relatie tussen voedsel en steden is dringend aan herziening toe. De Britse architecte beschrijft de ontwikkeling van die relatie vanaf de oudheid tot heden, rond de thema's platteland, bevoorrading, verkoop, keuken, maaltijd en afvalverwerking. In het pre-industriële tijdperk werd de omvang van een stad bepaald door wat het omringende platteland kon leveren, maar met de komst van spoorwegen en nieuwe technieken konden steden ongebreideld groeien. De consument verloor de greep op zijn voedsel aan grote internationals die de voedselproductie van zaadje tot winkelschap beheersen, ten koste van biodiversiteit, onafhankelijke boeren en winkels, en gezondheid. In het slothoofdstuk passeren utopische oplossingen uit verleden en heden de revue en staat wat je zelf kunt bijdragen aan verbetering van het voedselsysteem. De auteur schrijft vlot en enthousiast, met oog voor (on)smakelijke details. Hoewel het boek vooral vanuit Brits perspectief is geschreven, is het voor iedereen die zich bewust is van het belang van een gezonde relatie tussen stad en land noodzakelijk leesvoer.

Fragment uit 3. Markt en supermarkt
De strijd om voedsel gaat niet alleen over wat we eten, maar over de samenleving zelf. Het openbare leven is het maatschappelijke bindmiddel van steden en de openbare ruimte is daarvan de fysieke uitdrukking. Zonder die twee elementen raakt de stedelijke samenleving - de beschaving zelf - dodelijk verzwakt. Voedsel speelt een enorme rol in het vormgeven van dat leven en die ruimte. Het lijdt geen twijfel dat supermarkten een functie hebben in ons leven, maar wij zullen moeten besluiten wat hun rol is. het zijn bedrijven die een taak verrichten en dat doen ze soms ook heel goed. Supermarkten passen bij onze hectische manier van leven. Maar willen wij ook dat zij bepalen waar we wonen? Is goedkoop voedsel werkelijk zo belangrijk? Uiteindelijk komt het er op neer of je het wel of niet eens bent met de beruchte uitspraak van Margaret Thatcher: 'Er bestaat helemaal niet zoiets als een samenleving.' Als we alleen maar een comfortabel leventje in een voorstad voor onszelf willen, dan zijn supermarktsteden - voor wie het zich kan veroorloven - de toekomst. Als we echter vinden dat de beschaving meer is dan dat, dan zullen we ervoor moeten strijden. (pagina 146-147)

TED - Hoe voedsel onze steden vormt (15:40)

Terug naar Overzicht alle titels

Donald Kalff

Modern kapitalisme : alternatieve grondslagen voor grote ondernemingen

Business Contact 2009, 208 pagina's - - € 27,50 

Donald Kalff (19?)

Korte beschrijving
Auteur Donald Kalff pleit voor een nieuwe vorm van ondernemen. Hij stelt dat de huidige manier ernstig tekortschiet. Eerst dient er kritisch te worden gekeken naar de wijze waarop nu besluitvorming plaatsvindt. Zo moeten investeringsbeslissingen worden bijgesteld, in teams (bestuur en management) moet beter worden geïnvesteerd, er moet ruimte komen voor innovatie, risico's moeten beter worden gespreid. Ook mankeert het aan leiders die zich bewezen hebben. Kalff heeft hier een belangrijk boek geschreven; de consequenties brengen risico's met zich mee, geeft hij toe. Er zal dan ook veel tijd nodig zijn om tot een (cultuur)omslag te komen. Daarbij zullen zijn adviezen eerst de besturen van grotere ondernemingen moeten aanspreken. Aannemende dat dat ook gebeurt, mag van een praktisch werk worden gesproken. Wie de adviezen volgt, zal daar zeker profijt van hebben, weliswaar op voorwaarde dat (toekomstige) besturen beschikken over zelfkritiek en vernieuwingsdrang. Een interessant werk, in eerste instantie gericht op besturen van grotere ondernemingen.

Fragment uit 1. Het falen van grote ondernemingen
Het is de hoogste tijd om de structuur van, en de besluitvorming door, grote ondernemingen aan te passen aan recente en toekomstige ontwikkelingen.
  In algemene zin moeten grote ondernemingen worden aangesproken op hun tekortschietend ondernemerschap. De grote verschillen tussen de wereld van het management en de echte wereld moeten worden teruggebracht. In dit boek staat de opvatting centraal dat de onderneming haar onmisbare economische functies het best kan vervullen als we haar beschouwen als een werkgemeenschap en niet als de behartiger van aandeelhoudersbelangen of in het algemeen als een belangengemeenschap.
  Daartoe moeten in eerste instantie het falen van hun interne organisatie en de kwaliteit van de besluitvorming aan de kaak worden gesteld. Vervolgens moet een intern consistent praktisch en concurrerend alternatief worden geboden. Pas als aan deze structurele voorwaarden voor goed ondernemerschap is voldaan, kan per onderneming op tientallen terreinen verder vooruitgang worden geboekt.
  De keuze voor deze benadering is voor bestuurders en managers te radicaal en daardoor voor adviseurs commercieel te riskant. Het zou dus aan de toezichthouders en personeelsvertegenwoordigers zijn radicale stappen af te dwingen, maar de invloed van aandeelhouders en andere belanghebbende partijen is te groot en het vermijden van risico's diep verankerd. Tegelijkertijd staat vast dat opportunisme en de bereidheid succesvolle formules te kopiëren zeer wijdverbreid is.
  In de loop van dit boek zal blijken dat een belangrijke categorie ondernemingen de weg kan wijzen. Het gaat om grote ondernemingen met eigenaar-directeuren die door het ontbreken van geschikte opvolgers of andere omstandigheden gedwongen zijn de structuur van de onderneming te veranderen. Velen onder hen hebben hun bedenkingen bij de beschikbare alternatieven - een beursgang, verkoop van hun bedrijf aan een grote onderneming of een participatiemaatschappij - maar moeten de in hun ogen minst slechte optie kiezen. Het zal blijken dat het ondernemingsmodel dat in dit boek wordt gepresenteerd voor eigenaar-directeuren die zich willen terugtrekken zeer aantrekkelijke kanten heeft.
  In dit brede verband van slecht functionerende grote ondernemingen is dit van belang. In ondernemingsland, en niet alleen daar,, viert opportunisme hoogtij. Als een beperkt aantal eigenaar-directeuren besluit de in dit boek voorgestelde transitie door te voeren en de resultaten als gevolg daarvan verbeteren, zou een grotere groep verrassend snel kunnen volgen. (pagina 30)

Terug naar Overzicht alle titels

Anne-Marie Rakhorst

Geld stuurt de wereld : jij bepaalt de koers

Scriptum 2015, 214 pagina's -  - € 22,50 

Wikipedia: Anne-Marie Rakhorst (1967)

Korte beschrijving
Het thema van het boek is: hoe kunnen we ons geld beter voor onze duurzame doelen laten werken? Met 'we' bedoelt Anne-Marie Rakhorst de particuliere belegger of spaarder, de ondernemer en de specialist in een bedrijf of instelling die beslissingen moet nemen over geldzaken. Maar, vraagt ze zich daarbij af, waarom we ondanks onze rijkdom dat niet doen. Hoe dat te verwerkelijken? En dus ging ze op zoek in zeven hoofdstukken naar antwoorden op een aantal vragen die ze stelde aan een aantal mensen die door hun positie direct met een keuze voor duurzaam beleggen te maken hebben. Daarnaast werkte een aantal financiële experts mee aan dit boek. Waar het echter nu nog aan ontbreekt, is een grand design: een politiek en economisch plan met wat er nog meer voor nodig is om dé internationale draaischijf te worden in deze financiële nichemarkt. En daarom formuleert ze een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan, zoals het ontwikkelen van een Code voor Duurzaam Ondernemerschap. Een lijst met financiële en duurzame begrippen is opgenomen.

Korte beschrijving
 Op 26 november 2015 werd het eerste exemplaar van Geld stuurt de wereld uitgereikt aan Mariëtte Hamer (voorzitter SER). Het nieuwste boek van Anne-Marie is een ontdekkingstocht in de wereld van duurzaam beleggen. Met als centrale vraag: hoe kunnen we via ons geld een positieve impact op de wereld en economie hebben? In het boek komen tal van (financiële) experts aan het woord en worden voorbeelden gegeven van bedrijven als ASN Bank, toezichthouder DNB, beleggers als BlackRock, fondsen als Triodos-MeesPierson en methoden als Sustainalytics. Het maakt feitelijk hoeveel impact ons geld, van pensioenbelegging tot spaargeld, kan hebben. Geld stuurt de wereld, wordt weleens gezegd. Laten we ons geld dan inzetten om de wereld de goede kant uit te sturen.

Wat vind je belangrijker? De zekerheid dat je toekomstgeld veilig belegd is of dat je toekomst veilig is doordat jouw geld bijdraagt aan een betere wereld? Maar weinigen twijfelen aan het antwoord. Want wat is je spaargeld of pensioen waard als de aarde straks onleefbaar is en niemand zeker weet of er nog wel perspectief is voor de generaties na ons?

Het mooie is dat wij met ons geld veel meer invloed kunnen uitoefenen dan vaak gedacht wordt. Direct en indirect zijn we namelijk allemaal grootaandeelhouders; onze pensioenfondsen en verzekeraars beheren namens ons 1300 miljard en bij banken en vermogensbeheerders hebben we nog eens 700 miljard uitstaan. We hebben dus heel veel geld dat we kunnen inzetten om de toekomst beter te maken.

Maar dan moeten we ons bewust zijn van onze macht en onze stem laten horen. Als burger, als consument, als klant van een bank, als investeerder, als vermogensbeheerder of als belegger. Dit boek laat zien hoe binnen de financiële wereld gedacht wordt over duurzaam beleggen en welke stappen daarin worden gezet. Het legt uit hoe je zelf een actieve belegger kunt worden. En hoe je een duurzame portefeuille winstgevend maakt en houdt.

Fragment uit 'Waardecreatie telt!', De verantwoorde bankier: Peter Blom, Triodos Bank
Peter Blom roept de politiek op om het voortouw te nemen bij de veranderingen die nodig zijn. Maar hoopvol is hij niet, geeft hij toe tijdens een persoonlijk gesprek in het Triodos-kantoor in Zeist.
'De maatschappij, politiek en economie lijden aan kortademigheid. De echte oorzaak van de crisis is dat we niet meer achter de kwartaalhorizon kijken. We zitten middenin een veranderingsproces dat letterlijk alles om ons heen een ander aanzien en een andere waarde geeft, maar er bestaat geen samenhangend idee over hoe we als economie en samenleving de stap moeten maken om die transitie vorm te geven.'

'Om uit de impasse te komen moeten we afspraken maken over hoe milieuvriendelijk en maatschappelijk verantwoord we over ongeveer tien jaar willen zijn en wat ons dat per saldo mag kosten. Zo'n Energieakkoord is een goede aanzet, maar het moet nog veel breder en concreter.
 'Voor de financiële sector betekent het dat we meer ruimte moeten krijgen om geld beschikbaar te stellen voor deze doelen. Nu zitten we nog met de beperking dat we spaargeld niet voor langetermijnfinancieringen kunnen gebruiken. Daar zouden we kritisch naar moeten kijken. We sparen jaar in jaar uit steeds meer en bouwen daarmee een "ijzeren voorraad" op die voor dit soort financieringen kan worden ingezet. Uiteraard zonder dat de verplichting jegens de spaarder tot het onmiddellijk ter beschikking staan van zijn tegoed in gevaar komt.' (pagina 124-126)

Terug naar Overzicht alle titels

zaterdag 13 februari 2016

Jan Drost

Denken helpt

De Bezige bij 2015, 367 pagina's - € 19,90

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia Jan Drost (1975)

Korte beschrijving
De auteur probeert aan te tonen hoe denken, filosoferen helpt bij het vormgeven van je leven – vandaar de wat therapeutisch aandoende titel. Zijn centrale stelling is dat filosofie helemaal niet zweverig is, maar dat niet nadenken over je leven juist zweverig is. Dat het juist vreemd is als je je niet bewust bent van je vrijheid. Hij gaat daarbij uit van het werk van enkele filosofen (min of meer chronologisch geordend, maar behoorlijke sprongen makend in de tijd): Epicurus, stoïcijnen, Aristoteles, Spinoza, Sartre en in het slothoofdstuk komt ook Foucault nog uitgebreid aan bod. De aanpak is steeds vergelijkbaar: via het wereld- en mensbeeld dringt Drost door in de geluksethiek van genoemde filosofen: hoe een goed leven te leiden. De toon daarbij is zeker niet zwaarwichtig, maar juist speels. De laatste jaren verschijnen veel titels op het terrein van de geluksethiek, maar, op een enkele uitschieter na, is dit een van de betere boeken. Jan Drost (1975) is een Nederlands schrijver en filosoof, gespecialiseerd in cultuurfilosofie en onder andere verbonden aan The School of Life Amsterdam. Hij schrijft ook voor diverse (dag)bladen.

Fragment uit de Inleiding
Er zijn mensen die filosofie zweverig vinden. Het is zo vaag, met al die grote vragen naar goed en kwaad en de zin van het leven. Ik zou het willen omdraaien: filosofie zweverig? Niet nadenken over je leven, dat is pas zweverig.
  Wie zichzelf nooit de grote vragen stelt leeft zomaar, omdat hij er nu eenmaal is. En volgens mij houdt geen mens dat een leven lang vol. Vroeg of laat zal iedereen willen weten of zijn bestaan zin heeft of niet. Of de dood het einde is, en zo ja, wat dat betekent voor het leven nu, en zo nee, idem dito. Niemand ontkomt aan de grote vragen. Je kunt ze proberen uit de weg te gaan, maar dan houd je jezelf voor de gek en waarschijnlijk weet je dat ook wel.
  Denken begint vaak wanneer we tegen moeilijkheden aan lopen. Zodra het vanzelfsprekende ophoudt vanzelf te spreken moet er gedacht worden. Al was het maar in een poging ons gerust te stellen door de stem van de gewoonte, die merkwaardige stem die je pas hoort als hij zwijgt. Voor je het weet, dienen zich vragen aan. Waarom moet mij dit overkomen? Waar heb ik dit aan verdiend? Wie ben ik? Wat doe ik hier? Waar ben ik eigenlijk? Waar ben ik mee bezig? En wie ben jij? Is er iets wat ik kan doen als ik bang ben of verdrietig, of het idee heb dat mijn leven volkomen zinloos is? Heb ik mijn geluk in mijn eigen hand? Wat is geluk? Kan ik iets veranderen aan mijn lot en dat van anderen, of zijn wij weerloze speelballen naar wier mening niet wordt gevraagd?
  Belangrijke vragen. Maar heeft het zin over die vragen na te denken? Helpt het, verandert het iets? Word ik er een beter, gelukkiger mens van? Waarom de moeite nemen om na te denken en te filosoferen? Wellicht zijn de armen van geest zaliger. Dus waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan? (pagina 11-12)

Terug naar Overzicht alle titels

John Gray 2

De ziel van de marionet : een zoektocht naar de vrijheid van de mens

Ambo/Anthos 2015, 174 pagina's -  € 19,99

Oorspronkelijke titel: The soul of the marionette (2015)

Wikipedia: John Gray (1948)

Korte beschrijving
In een lange reeks indringende en invloedrijke boeken hamert de politiek filosoof John Gray (1948) op steeds hetzelfde aambeeld: vooruitgang is een illusie, en mensen die denken dat ze zichzelf en de wereld kunnen verbeteren zijn niet alleen dom, ze zijn gevaarlijk. In 'De ziel van de marionet' put hij daartoe links en rechts uit de geschiedenis van de ideeën, van gnosis en golem tot de Azteken, van het panopticum van Bentham tot de singulariteit van Kurzweil. Daarmee roept hij een beeld op van een mens die niet wil weten dat hij in zichzelf verdeeld is, en die vergeefs probeert om te ontsnappen aan het kwaad dat bij zijn wezen hoort. Gray schildert met een brede kwast, en dat gaat soms ten koste van de helderheid van zijn argumentatie. Maar dat is geen reden om zijn visie niet serieus te nemen. Bevat eindnoten. Een index ontbreekt.

Fragment uit 3. Vrijheid voor Übermarionetten
Het is een interessante vraag hoe we ertoe komen een bepaald wereldbeeld te omhelzen. Ongetwijfeld speelt de rede daarbij een rol, maar doorgaans is de behoefte van de mens aan betekenis en doelen belangrijker. Soms kan persoonlijke smaak de doorslag geven. Niets wijst erop dat, wanneer de rede haar werk heeft voltooid, er slechts één wereldbeeld zal resteren. Misschien passen er vele bij alles wat we kunnen weten. In dat geval zou je net zo goed het wereldbeeld kunnen kiezen dat je het interessants of het mooist vindt. Een wereldbeeld aannemen lijkt meer op schilderijen uitkiezen om een kamer in te richten dan op een wetenschappelijke theorie testen. De test is de mate waarin het in je leven past. Hoe past de zienswijze dat mensen machines zijn in je leven van dit moment?
  In de afgelopen paar eeuwen hebben velen beweerd dat de wetenschap bewijst dat het materialisme waar is en geconcludeerd dat elke andere visie op de dingen een illusie is en moet worden opgegeven. Maar deze moderne geloofsbelijdenis slaat de plank mis. Zelfs als de wetenschap de waarheid van het materialisme zou kunnen bewijzen, volgt daar niet uit dat elk ander wereldbeeld moet worden verworpen. Het eindresultaat van wetenschappelijk onderzoek zou wel eens kunnen zijn dat de menselijke geest het niet zonder mythen en fantasieën kan stellen. In dat geval zou de wetenschap ons terugvoeren naar onze illusies.
  Of het materialisme nu waar is of niet, de opvatting dat mensen speciaal zijn vanwege hun zelfbewustzijn mist iedere grond. Het opflakkerende zelfbesef dat gewoonlijk bewustzijn wordt genoemd is in geen enkel opzicht uniek menselijk. (pagina 150-151)

Terug naar Overzicht alle titels

Coen Simon 3


Filosoferen is makkelijker dan je denkt : leren denken zonder dogma's

Ambo/Anthos 2015, 190 pagina's - - € 18,99

Wikipedia: Coen Simon (1972) en zijn Twitteraccount.

Korte beschrijving
Dit boek wil aanzetten tot zelf denken i.p.v. eigentijdse dogma's en clichés onnadenkend na te volgen. Filosofie is het verlangen naar wijsheid levend houden vanuit het besef dat die wijsheid nooit definitief wordt bereikt. Filosoferen is de onwetendheid toepassen en je éigen verstand gebruiken. Deze inleidende beschouwingen worden vervolgens in 33 stukjes toegepast op thema's als: genieten, reductionisme, opruimen, liegen, identiteit, dood, evolutie, bescheidenheid, spelen, enz. Elk lemma sluit af met een bedenking of vraag die de lezer moet prikkelen om verder te denken, evenals enkele werken van filosofen om verder te lezen. Deze 'zware' aanbevolen lectuur (zoals 'Zijn en tijd' van Heidegger of 'Waarheid en methode' van Gadamer) staat nogal eens in scherpe discrepantie tot de erg lichtvoetige cursiefjes zelf. Dit lijkt niet consequent m.b.t. het beoogde lezerspubliek. De stukken verschenen eerder in o.m. NRC en Filosofie Magazine. Coen Simon (1972) won in 2012 de Socrates Wisselbeker voor het beste populair-wetenschappelijke filosofieboek.

Fragment uit Inleiding - Denken is kunnen
De paradox van de Verlichting die heeft opgeroepen het eigen verstand te gebruiken is dat we aan de ene kant als individu voortdurend de verplichting voelen een eigen mening te hebben, maar aan de andere kant menen dat we individueel geen recht van spreken hebben tegenover de wetenschap, die immers beschikt over kennis die zowel bij herhaling bewezen, als representatief is. En dat kun je nu eenmaal niet zeggen van levenservaring van het individu, die in alles in het teken van eenmaligheid, en dus verre van representatief is.
  De meest gangbare oplossing voor deze paradox is dat we onze 'eigen individuele mening' vandaag de dag ontlenen aan de talloze deskundigen die door de oude en de nieuwe media worden opgevoerd om de actualiteit te duiden en onze wereld van zin te voorzien. We liken en sharen 'harde wetenschappelijke feiten', die door weer andere 'harde feiten' worden weersproken. En de moed om het eigen verstand te gebruiken verstaan we door hetzelfde gemak ook deze tegengeluiden te liken en te sharen.
 In Filosoferen is makkelijker als je denkt heb ik mijn tanden gezet in eigentijdse dogma's en clichés, in de hoop dat de lezer zijn autonome smaak weer terugkrijgt en weer zelf gaat proeven - Sapere aude, niet durf te sharen. Verwacht geen oplossingen, geen antwoorden en geen handboek met vaardigheden - al wijs ik hier en daar op wat retorische trucs die handig zijn om anderen af te troeven opdat u zelf rustig verder kunt denken.
 Wat ik wel graag wil liken en sharen zijn de boeken die ik liefheb. Daarom verwijs ik onder elk lemma naar enkele werken die u erbij zou kunnen pakken om verder te lezen over het onderwerp. De lemma's verwijzen overigens ook onderling naar elkaar, want al maakt het denken onderscheidingen in onderwerp, in de werkelijkheid bestaat alles in samenhang. Dus wandel gerust wat rond.
 Ten slotte wil ik voorkomen dat u het denken helemaal aan mij uitbesteedt. Ik doe het graag natuurlijk, maar Ana het einde van ieder lemma geef ik ook telkens iets te denken mee, zodat u zelf kunt proeven. En in het beste geval wakkert dit proeven het verlangen aan naar nog meer filosoferen. (pagina 19-20)

Terug naar Overzicht alle titels

donderdag 11 februari 2016

Awee Prins

Uit verveling

Klement 2010, 437 pagina's - € 34,95 

Wikipedia: Awee Prins (1957)

Korte beschrijving
De Rotterdamse filosoof Awee Prins verveelde zich stierlijk. Vandaag promoveert hij in Rotterdam op verveling. „Wie welvaart vermeerdert, vermeerdert verveling.”

Het leven is één grote strijd tegen de verveling, meent de Rotterdamse filosoof Awee Prins. „We proberen ons voortdurend te vermaken, maar vervelen ons eigenlijk te pletter.” In zijn boek ’Uit verveling’, waarop Prins vandaag promoveert, schuwt hij niet een cultuurkritische diagnose te stellen. „Verveling en gevoelens van zinloosheid tekenen onze tijd.”

Prins maakt er geen geheim van zijn boek deels uit persoonlijke motieven te hebben geschreven. „Ik heb me altijd verveeld”, schrijft hij in het eerste hoofdstuk.

Al snel kwam hij erachter dat hij daar nou niet bepaald alleen in stond. In de westerse literatuur keert het thema van de verveling voortdurend terug. Zoals bij Schopenhauer die het leven bestempelt als een pendel tussen verlangen en verveling. Prins: „We zien deze beweging bijvoorbeeld in huidige tv-programma’s waarbij stelletjes hun huis mogen verbouwen”, zegt Prins. „Na vele inspanningen en tegenslagen, wordt het huis uiteindelijk opgeleverd. En wat gebeurt er? De uitzending stopt. Wat kan er nog meer getoond worden behalve verveling?”

Verveling is van alle tijden. Ook de welvarende Romeinen waren vertrouwd met de ‘afkeer van het bestaan’. „Wanneer ik in Rome ben, wil ik naar Tibur”, klaagt dichter Horatius, „maar eenmaal in Tibur, wil ik terug naar Rome”. De monnik in het christendom kent de verveling eveneens. „De mantra ora et labora – bid en werk – is welbeschouwd een strategie tegen de verveling”, zegt Prins. „Want menig monnik die in zijn cel zat te bidden, kwam tot niets”. (Begin artikel in Trouw: Je verveelt je als ’t goed gaat - 15/02/07)

Brands Boeken: maart 2007

Fragment uit het Woord vooraf
Een onvermoed lot heeft de westerse wereld getroffen. In het huidige technisch-wetenschappelijke tijdperk, waarin ons nagenoeg alles ter beschikking staat, maar eigenlijk niets ons nog werkelijk raakt, wordt een diepe verveling manifest. De 'jaarmarkt' van opinies, mensbeelden en wereldbeschouwingen laat koper en koopman uiteindelijk koud. In een onttoverd en onverschillig Waste Land, het kale voorland van het ten onder gegane Avondland, tekent zich een diepe verveling af. De westerse mens heeft de lange weg afgelegd uit Plato's Grot naar de uitzichtloze ruimte die Beckett in Le Dépeupleur heeft beschreven. In een 'ontvolkte' wereld van vergeefs strevende individuen zijn de uitzichten op een bovenzinnelijke, ware wereld verstrooid geraakt in een uitzichtloos bestaan waar, alle post-moderne parodie en ironie ten spijt, uiteindelijk toch vooral verveling heerst. Wanneer Pascal in de Pensées de "ellende van de mens zonder God" beschrijft. bepaalt hij de menselijke conditie als een configuratie van onrust, verstrooiing en verveling. Is deze ellende van de mens zonder God nu, na de proclamatie van de dood van God, niet bij uitstek de post-moderne menselijke conditie? (pagina 19-20)

Terug naar Overzicht alle titels