Uit verveling
Klement 2010, 437 pagina's - € 34,95
Wikipedia: Awee Prins (1957)
Korte beschrijving
De Rotterdamse filosoof Awee Prins verveelde zich stierlijk. Vandaag promoveert hij in Rotterdam op verveling. „Wie welvaart vermeerdert, vermeerdert verveling.”
Het leven is één grote strijd tegen de verveling, meent de Rotterdamse filosoof Awee Prins. „We proberen ons voortdurend te vermaken, maar vervelen ons eigenlijk te pletter.” In zijn boek ’Uit verveling’, waarop Prins vandaag promoveert, schuwt hij niet een cultuurkritische diagnose te stellen. „Verveling en gevoelens van zinloosheid tekenen onze tijd.”
Prins maakt er geen geheim van zijn boek deels uit persoonlijke motieven te hebben geschreven. „Ik heb me altijd verveeld”, schrijft hij in het eerste hoofdstuk.
Al snel kwam hij erachter dat hij daar nou niet bepaald alleen in stond. In de westerse literatuur keert het thema van de verveling voortdurend terug. Zoals bij Schopenhauer die het leven bestempelt als een pendel tussen verlangen en verveling. Prins: „We zien deze beweging bijvoorbeeld in huidige tv-programma’s waarbij stelletjes hun huis mogen verbouwen”, zegt Prins. „Na vele inspanningen en tegenslagen, wordt het huis uiteindelijk opgeleverd. En wat gebeurt er? De uitzending stopt. Wat kan er nog meer getoond worden behalve verveling?”
Verveling is van alle tijden. Ook de welvarende Romeinen waren vertrouwd met de ‘afkeer van het bestaan’. „Wanneer ik in Rome ben, wil ik naar Tibur”, klaagt dichter Horatius, „maar eenmaal in Tibur, wil ik terug naar Rome”. De monnik in het christendom kent de verveling eveneens. „De mantra ora et labora – bid en werk – is welbeschouwd een strategie tegen de verveling”, zegt Prins. „Want menig monnik die in zijn cel zat te bidden, kwam tot niets”. (Begin artikel in Trouw: Je verveelt je als ’t goed gaat - 15/02/07)
Brands Boeken: maart 2007
Fragment uit het Woord vooraf
Een onvermoed lot heeft de westerse wereld getroffen. In het huidige technisch-wetenschappelijke tijdperk, waarin ons nagenoeg alles ter beschikking staat, maar eigenlijk niets ons nog werkelijk raakt, wordt een diepe verveling manifest. De 'jaarmarkt' van opinies, mensbeelden en wereldbeschouwingen laat koper en koopman uiteindelijk koud. In een onttoverd en onverschillig Waste Land, het kale voorland van het ten onder gegane Avondland, tekent zich een diepe verveling af. De westerse mens heeft de lange weg afgelegd uit Plato's Grot naar de uitzichtloze ruimte die Beckett in Le Dépeupleur heeft beschreven. In een 'ontvolkte' wereld van vergeefs strevende individuen zijn de uitzichten op een bovenzinnelijke, ware wereld verstrooid geraakt in een uitzichtloos bestaan waar, alle post-moderne parodie en ironie ten spijt, uiteindelijk toch vooral verveling heerst. Wanneer Pascal in de Pensées de "ellende van de mens zonder God" beschrijft. bepaalt hij de menselijke conditie als een configuratie van onrust, verstrooiing en verveling. Is deze ellende van de mens zonder God nu, na de proclamatie van de dood van God, niet bij uitstek de post-moderne menselijke conditie? (pagina 19-20)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen