Practivisme : een handboek voor heimelijke rebellen
Prometheus 2018, 144 pagina's - € 15,--
Wikipedia: Eva Rovers (1978) en website
Korte beschrijving
De auteur is bekend van onder meer de veelgeprezen biografieën van Helene Kröller-Müller en Boudewijn Büch en dat magnifieke pleidooi voor onafhankelijk denken: 'Ik kom in opstand'. Dit praktische werk is in zekere zin een vervolg op dit laatste boek: een handleiding voor geweldloos verzet, waar behalve aan uitgangspunten en methoden – o zo belangrijk! – aandacht wordt besteed aan de mentaliteit: hoe je dat verzet moet volhouden: je moet er lol in kunnen hebben anders lukt het niet. Het boek is ook zo opgebouwd: Durf te denken, Word boos (en heb lol), Maak een plan, Doe moeite, Doe het samen, Ga voor geweldloos en Durf te doen. Gelukkig ook aandacht voor de gevaren: 'lokaalvredebreuk', het feit dat je hoe dan ook altijd in beeld komt, de bedreigingen op sociale media, de noodverordeningen. Uitermate nuttig en hoopgevend voor hen die zich vaak machteloos voelen. Talloze voorbeelden en tips zoals over de invloed van likes en het referendum om de Sleepnetwet. Toegankelijk, geen jargon en met voldoende literatuuraanhalingen en websites om verder te kunnen lezen.
Tekst op website schrijver
In een wereld waarin we slechts een tweet verwijderd lijken van een kernoorlog, waarin social media meer afstand dan begrip kweken, politici meer naar bedrijven luisteren dan naar burgers, een wereld die bedreigd wordt door vervuiling en overbevolking… in zo’n wereld is het soms lastig om niet moedeloos te worden. In Practivisme bindt Eva Rovers de strijd aan met de verlammende machteloosheid die iedereen kent. Daarvoor gaat zij te rade bij filosofen, opstandige bejaarden, smartphone-demonstranten en vele anderen. Het resultaat is dit heldere, hoopgevende en praktische handboek voor huiskameractivisten: onmisbaar voor iedereen die de wereld wil veranderen, maar nooit precies wist hoe. Lees, en vind de rebel in jezelf.
Fragment uit 1. Durf te denken
Denk als mens, niet als consument
Camus waarschuwde voor ideologieën, omdat die ervoor zorgen dat mensen niet meer zelf nadenken en dus als makke schapen gecontroleerd kunnen worden. Ook al willen we graag geloven dat er tegenwoordig in het Westen geen overheersende ideologie meer is en we in alle vrijheid handelen en denken, is het maar zeer de vraag of dat ook het geval is. Leven we niet in een 'totalitaire welvaartsstaat', zoals de Duits-Amerikaanse filosoof Herbert Marcuse het al in 1964 omschreef? Een repressief regime waarin niet een dictator het voor het zeggen heeft, maar de bevolking zichzelf onder de duim houdt, door zichzelf vrijwillig in een tredmolen van oneindige productie en consumptie gevangen te houden, of in meer hedendaagse termen: 'Work, consume, sleep, repeat.' Deze 'eendimensionale mens', volgens Marcuse, denkt vrij te zijn, niet beseffend dat hij slaaf is van zijn eigen consumptiedrift. Evenmin beseft hij dat zijn opvattingen niet van zichzelf zijn, maar worden ingefluisterd door reclame, die als continu aanwezige apostel de ideologie van het consumentisme verspreidt, predikend dat bezit, gemak en overdaad voorwaarden zijn voor geluk.
Mede dankzij de tech-revolutie draait die tredmolen van productie en consumptie vijftig jaar op topsnelheid en is het nog veel moeilijker geworden ertegen in opstand te komen. We zitten met zijn allen in een fantastische attractie, maar beseffen nog niet dat we de prijs van dat ritje met onze vrijheid betalen. De kick ervan laat ons geloven dat het leven prima is als we kunnen shoppen en streamen tot we er bij neervallen. Dat problemen van anderen 'niet ons probleem' zijn en we ons beter kunnen richten op kleding, gadgets, vakanties en alle andere vormen van afleiding, want daarin ligt het geluk. En als zich onderweg toch een probleem of onrechtvaardigheid aan ons opdringt, dan sussen we onszelf in slaap: laat dat maar aan de politiek en het bedrijfsleven over, want wat kan ik daar in mijn eentje nou aan veranderen?
Daarom vergt het durf om het 'klaarlichte denken' te gebruiken, om op de rem te gaan staan en de werking van die attractie te bevragen. Maar het moet. We kunnen genieten van die spectaculaire rit, maar op een gegeven moment zullen we eruit moeten stappen, omdat al die toeters en bellen, bochten en afdalingen ons anders permanent verdoven, verblinden en desoriënteren. Daardoor vergeten we dat we geen makke schapen zijn die alleen maar vermaakt willen worden, maar dat we creatief, coöperatief, welwillend, getalenteerd, slim en machtig zijn.
Voorkom dus dat je je laat leiden door het permanente verlangen naar meer en de angst om iets tekort te komen. Angst verdeelt, zaait wantrouwen en zet mensen tegen elkaar op: het is de beste strategie om een opstand in de knop te breken. Laat je daar niet toe verleiden, niet door vrienden, niet door politici, en zeker niet door jezelf. Durf te denken, te fantaseren: daarmee schep je een uitzicht op hoe de wereld er ook uit zou kunnen zien. Houd dus op te denken als consument die bang is wat mis te lopen en denk voortaan als mens die een wereld te winnen heeft. (pagina 27-29)
Lees ook Ik kom in opstand, dus wij zijn : Nieuw Licht op verzet van Eva Rovers (uit 2017)
Terug
naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen