maandag 5 juli 2021

Michiel van Hasselt

Met een burgerinkomen : meer vrijheid, gelijkheid en burgerschap in Nederland 202?
Basisdemocraat 2020, 218 pagina's €25,--

Korte beschrijving
De auteur heeft zich verdiept in de maakbaarheid van de Nederlandse samenleving op een baanbrekende manier. Hierbij introduceert hij het zogenaamde burgerinkomen. Aan de hand van een literatuurstudie en door duiding van zijn eigen analyses krijgt de lezer een uiteenzetting van de mogelijkheden van de overheid om een een basisinkomen te introduceren. Elk burger krijgt dan de beschikking over een conjunctuuronafhankelijk maandbudget dat uitkeringen, toeslagen en overige overheidsuitkeringen moet vervangen. Op zowel maatschappelijk als politiek vlak zouden dan aanpassingen moeten worden doorgevoerd opdat deze nieuwe vorm van inkomen niet vroegtijdig zijn einde vindt. Wat houdt burgerinkomen in? Hoe kan de politiek dit gebruiken om burgers meer te laten participeren in de maatschappij? Deze en overige vragen worden deskundig geanalyseerd op een wetenschappelijke basis. Dit boek geeft een nieuwe kijk op onze samenleving waarbij de burger meer verantwoordelijkheden krijgt om zijn leven op een waardige wijze in te vullen.

Tekst op website uitgever
Michiel van Hasselt, oud-voorzitter van de VBi schreef een boek waarin hij zich afzet tegen het heersende arbeidsfundamentalisme. Onder de naam Burgerinkomen pleit hij voor een basisinkomen van € 900 per maand met aanvullingen onder voorwaarden voor alleenstaanden.

Arbeidsfundamentalisme
Het centrale thema in het boek is het aan de kaak stellen van het arbeidsfundamentalisme. Het geloof in het heilzaam zijn van betaald werk is doorgeschoten en het leidt tot falend beleid.

Vooral op grond van een rapport van AIAS (P. T. de Beer & W.S. Conen (2018). Een halve eeuw arbeidsmarkt: De ontwikkeling van de Nederlandse arbeidsmarkt sinds 1969 onder invloed van technologie, economie en beleid) constateert de auteur dat de arbeidsmarkt kwantitatief niet is gegroeid gedurende een halve eeuw, ondanks de toenemende aanwezigheid van vrouwen en ondanks de topprioriteit die vrijwel alle kabinetten gaven aan BANEN, WERK en nog eens WERK.

Wel is er sprake van kwalitatieve verslechtering: minder zekerheid door flexwerk, meer burn-out en meer mensen die hun eigen werk als bullshit-baan beschrijven.

Er is geen groei meer in de vraag naar arbeidsinzet, terwijl er wel sprake is van een zeer ruim potentieel arbeidsaanbod als we niet alleen de geregistreerde werkloosheid in beschouwing nemen.

Het geloof van economen in en rond het CPB dat het arbeidsaanbod uiteindelijk de werkgelegenheid bepaalt is een fabeltje – er is in ons land gewoon niet voldoende vraag om arbeidsinzet om de nagestreefde volledige werkgelegenheid te bereiken.

Alle maatregelen die getroffen zijn hebben geen kwantitatief resultaat gehad, wel heeft op allerlei manieren verdringing plaats gevonden. Verhoging van de AOW-leeftijd verdringt jongeren, meer werkende vrouwen verdringen mannen, basisbanen verdringen normale banen etc.

Dit beeld ligt al ongeveer een jaar op tafel, het zal duidelijk zijn dat de Corona-crisis geen gunstiger perspectieven veroorzaakt.

Michiel van Hasselt neemt omstandig de ruimte om dat in zijn boek uiteen te zetten. Dat is wel nodig, want het druist in tegen alles  wat onze denktanks (WRR, CPB etc.) en de toppen van de meeste politieke partijen vinden.

Of de heersende elite het wil horen is de vraag – net als alle andere fundamentalisten hebben  arbeidsfundamentalisten een rotsvast geloof.

Burgerinkomen
De oplossing van de problemen op de arbeidsmarkt ligt volgens de auteur in het invoeren van een soort basisinkomen 3.0, door hem het Burgerinkomen genoemd. Dat is strikt individueel en bedraagt € 900 per maand (waarvan bij voorkeur € 500 via de EU). Alleenstaanden kunnen onder voorwaarden (bijv. ouder dan 40 jaar) een aanvulling krijgen via de WMO van maximaal € 400 per maand.

Uitkeringen, toeslagen en belastingkortingen verdwijnen als regel.

Voor de details verwijs ik naar het boek, waarbij ik overigens opmerk dat de auteur dat niet helemaal uitgewerkt heeft.

Vanuit de criteria die de Vereniging basisinkomen hanteert is een groot pluspunt (boven ideeën als Basisinkomen 2.0 en de Standaardtoelagen van Wouter Keller) het strikt individuele karakter, maar alleenstaanden die geen betaald werk kunnen vinden zitten mogelijk flink in de knel.

De auteur onderkent dat, maar meent dat dit noodzakelijk is om het Burgerinkomen politiek haalbaar te maken.

Als recensent onderschrijf ik persoonlijk de keuze dat het beter is te werken met strikt individuele regelingen dan met huishoudafhankelijke systemen zoals bij Basisinkomen 2.0 en de Standaardtoelagen.

Michiel van Hasselt somt veel voordelen op van basisinkomen in het algemeen, soms toegespitst op zijn Burgerinkomen. De meeste punten zijn voor voorstanders van basisinkomen geen verassing.

Wel verraste mij een uitspraak van hem in het eerste inhoudelijke hoofdstuk van het boek over Democratie. Hij stelt o.a. voor dat we jaarlijks naar de stembus gaan, dat 1e en 2e Kamer samengevoegd worden en dat de provincie als bestuurslaag wordt opgeheven. Maar de essentie zit voor mij in de opvatting dat volwaardige democratie slechts gedragen kan worden door burgers die financieel onafhankelijk zijn. Dat kan verwezenlijkt worden met het Burgerinkomen.

Weerlegde bezwaren
Basisinkomen is funest voor de arbeidsmarkt en het is onbetaalbaar. Dat zijn wel zo’n beetje de belangrijkste bezwaren die je vaak hoort.

Dat het eerste onzin is volgt uit alles wat de auteur rondt het arbeidsfundamentalisme te berde brengt.

Ook de betaalbaarheid is geen echt probleem.  Basisinkomen 2.0 en de Standaardtoelagen kunnen ongeveer budgettair neutraal ingevoerd worden of tegen kosten lager dan € 5 à 10 miljard.  Michiel van Hasselt laat zien dat dat ook kan voor zijn Burgerinkomen, zonder drastische verhoging van de inkomstenbelastingen.

Sinds Corona schrikken we overigens niet meer van zulke getallen!

Waar wachten we nog op?

Fragment uit hoofdstuk 2. Democratie 2.0 word(t) volwassen!
2.2. Vijf kenmerken van onvolwassen democratie

Kenmerk 1 van onvolwassen democratie is dat de behoud/verandering balans doorslaat naar behoud. Waar de democratie.nl even goed scoort als het buitenland wil ze niks veranderen; beter dan het buitenland is gene optie.

Kenmerk 2 is haar cliëntelisme; deelbelangen worden bovenmatig bediend. In het poldermodel, o.a. de SER, worden belangen van werknemers en werkgevers bovenmatig bediend. SER adviezen zijn de facto bindend, alsof ze de wil van het volk in polderoverleg en niet in parlementaire democratie tot uitdrukking zou moeten komen.

Kenmerk 3 van onvolwassen democratie is dat niet de inhoud van het beleid maar de persoon van de beleidsmaker centraal staat: de politiek als poppenkast. Politici spelen dan een poppenspel, media bedienen een onvolwassen publiek. Politiek inhoudelijke verschillen worden gepresenteerd als ruzie tussen Jan Klaassen en Katrijn.

kenmerk 4 is dat de politiek aan de burgers voordelige dingen voorspiegelt zonder te zeggen welke nadelen aan die dingen kleven. De politiek handelt in win-win-situaties. Onvolwassen burgers stellen geen vragen, nadelen blijven buiten beeld, politiek afweging van voor- en nadelen blijft achterwege, de uitkomst tendeert naar misrepresentatie. Collectieve uitgaven worden bijvoorbeeld voorgesteld als investeringen, kosten die zichzelf op termijn terugverdienen, zonder erbij te zeggen hoe onzeker het is of de investering rendeert. Invest.nl is onvolwassen democratie. Een volwassen democratie keurt investerende collectieve uitgaven pas goed na beoordeling van bijbehorend businessplan: zijn de voorgenomen uitgaven doelmatig, rendabel en geloofwaardig? Ander voorbeeld: arbeidsmarktbeleid wordt voorgesteld als de banenmotor zonder er eerlijk bij te zeggen dat nieuwe banen oude verdringen. Volwassen democratie keurt dit beleid pas goed indien het voordeel van nieuwe banen expliciet afgewogen is tegen het nadeel dat oude banen verdwijnen. Deze afruil moet positief uitpakken. H9.3 geeft aan hoe zo'n expliciete afweging eruit kan zien.

Kenmerk 5 van de onvolwassen democratie is dat tussen politici en andere burgers geen inhoudelijk gesprek plaats vindt over: wat is nu het algemeen belang van Nederland, nu het beste plan? Sociale media maken veel gesprek hierover mogelijk, maar alleen met 'tweet' lukt het niet. Ook facebook loopt het risico van eenrichtingscommunicatie, bubbels waarbinnen alleen de eigen meningen en het eigen gelijk rondgetoeterd worden, factfree politics, met voorbijgaan aan andere meningen en aan gecheckte feiten. Facebook heeft zich sowieso gediskwalificeerd voor democratisch gesprek door zonder toestemming onze data te verkopen, privacy te schenden en voeding te geven aan (Trump- en Brexit-) verkiezingsmanipulatie. Talkshows op tv zijn wel toegenomen maar maken ons niet wijzer over wat nu het beste plan is in het algemeen belang.

Lees vooral ook: Gratis geld voor iedereen : en nog vijf grote ideeën die de wereld kunnen veranderen van Rutger Bregman (uit 2014)

Terug naar Overzicht alle titels



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen