dinsdag 15 februari 2022

Jan Eeckhout

De winstparadox : waarom de macht van supersterbedrijven onze economie ondermijnt
Lannoo 2022, 350 pagina's  € 29,99

Wikipedia: Jan Eeckhout (1970) en zijn website.

Korte beschrijving
Een boek over marktwerking in de moderne economie. Grote bedrijven als Apple en Amazon hebben dankzij technologische vooruitgang de concurrentie weten te fnuiken, waardoor ze de prijzen van hun producten kunstmatig hoog houden en grote winsten genereren. Daardoor is er minder productie, wat tot minder banen leidt en zo ontstaat een neerwaartse druk op de lonen. Om deze problemen op te lossen pleit auteur Jan Eeckhout voor een onafhankelijke competitie-autoriteit om de macht van supersterbedrijven binnen de perken te houden. Helder geschreven. Voor lezers met een diepgaande intersee in het onderwerp. Jan Eeckhout (Aalst, 1970) is econoom, academisch docent en onderzoeker.

Tekst op website uitgever
Waarom moeten we 1200 euro betalen voor een iPhone die slechts 300 euro kost? Omdat enkele grote bedrijven, zoals Apple, AB Inbev, Zara of Amazon veel te dominant zijn geworden. Het zijn forten geworden met een brede, diepe slotgracht eromheen. De ongeëvenaarde technologische vooruitgang heeft die innoverende bedrijven ook toegelaten de concurrentie te fnuiken. Dat maakt dat zij de prijzen van hun producten kunstmatig hoog kunnen houden en grote winsten kunnen genereren. Maar daardoor is er minder productie, vervolgens minder vraag naar banen en zo ontstaat een neerwaartse druk op de lonen.

Deze evolutie is funest voor heel velen. Kleine bedrijven hebben het moeilijk om te overleven en mensen die minder hooggeschoold zijn gaan erop achteruit. Hun reële lonen zijn vandaag de dag lager dan veertig jaar geleden. Ze verloren dus aan koopkracht en dat leidt onvermijdelijk tot sociale onrust.

Eeckhout pleit voor een onafhankelijke competitie-autoriteit, liefst wereldwijd, die de middelen krijgt om de marktmacht van de supersterbedrijven binnen de perken te houden.

Jan Eeckhout is een Belgische econoom, sinds 2008 professor aan de Universitat Pompeu Fabra in Barcelona en voorheen hoogleraar aan o.a. University College London, Princeton, University of Pennsylvania en New York University. Over zijn paper over marktmacht werd geschreven in gerenommeerde internationale publicaties als The Economist, Financial Times en The New York Times.

Fragment uit 12. Bouwen aan vertrouwen in antitrustbeleid
De vicieuze cirkel van markmacht en politieke invloed

Zelfs als er overeenstemming is over de negatieve uitwerking van marktmacht, worden de tegengestelde opvattingen over de methode van regulering tot een karikatuur gemaakt door mensen voor wie er veel op het spel staat. Bij belangengroepen en lobbyisten is de woordkeus vaak misleidend. Wie tegen regulering is, noemt zich vaak pro-bedrijfsleven en beweert dat overheidsinmenging slecht en concurrentieverstorend is. Als de markten echter falen, doet de afwezigheid van regulering precies het tegenovergestelde: ze laat ruimte voor marktmacht of concurrentieverstorend gedrag. Daarom leidt een zogenaamde pro-bedrijfslevenstandpunt over regulering tot niet-concurrerende resultaten.

In plaats daarvan stelt de pro-marktvisie dat regulering altijd nodig is als er sprake is van marktfalen, om ervoor te zorgen dat de markten concurrerend zijn. De Chicago-visie is in haar puurste vorm pro-markt, niet pro-bedrijfsleven. Toch kaapt de pro-bedrijfsvisie het Chicago-argument, deels door ten onrechte te beweren dat markten concurrerend zijn en er geen regulering nodig is. Bovendien is het centrale principe van de pro-bedrijfslevenvisie dat wat goed is voor het bedrijfsleven, goed is voor de economie. Wanneer bedrijven winst maken, leiden volgens deze opvatting winsten uiteindelijk tot meer banen, niet minder, en tot hogere lonen. We hebben alten zien dat het tegenovergestelde het geval is. Dat is precies de winstparadox.


Wanneer de pro-bedrijfslevenvisie erkent dat er marktmacht is, pleit ze tegen interventie omdat regulering meer kwaad dan goed doet en de markt nog verder verstoort. In reactie hierop biedt de pro-bedrijfslevenvisie vaak regulering aan met een addertje onder het gras: zelfregulering. De bewering is dat bedrijven zelf concurrentiebevorderend gedrag kunnen garanderen door zelfopgelegde beperkingen, maar het staat haaks op het centrale principe van Smiths onzichtbare hand om bedrijven te vragen niet in hun eigenbelang te handelen en niet hun winst te maximaliseren. Zelfregulering vereist dat bedrijven lagere winsten maken en acties ondernemen die in het belang zijn van concurrenten en belanghebbenden, zoals klanten en werknemers. Wie gelooft dat Google en Facebook de technologiesector zelf gaan reguleren om marktconforme prijzen en lage winsten te verwezenlijken? Dat is alsof je de familie Koch - die het grootste deel van de Noord-Amerikaanse kolenindustrie bezit - vraagt om CO2-uitstoot te verminderen.

Momenteel doen de grote bedrijven, in plaats van zichzelf te reguleren om de marktmacht te verminderen, precies het tegenovergestelde: ze buiten het politieke systeem uit om regulering op te stellen die hun dominantie vergroot in plaats van vermindert. De invloed van belanghebbende partijen op wetgeving is er in alle geledingen van de samenleving, maar deze is het meest een acuut probleem wanneer het over marktmacht gaat, omdat het een vicieuze cirkel creëert.

Politieke invloed vereist geld, en geld is precies wat dominante bedrijven met marktmacht hebben. Dus waar gebruiken ze het geld dan voor? Om te lobbyen voor wetgeving die hun marktmacht consolideert en vergroot, wat hogere winsten voor hen genereert. Dit is een vicieuze cirkel die bedrijven met marktmacht winst oplevert, en winst levert ze het geld op om de politiek te beïnvloeden, om nog meer marktmacht te kopen. Dat levert dan weer meer winst op.

Het zal geen verrassing zijn dat de grote technologiebedrijven enorme geldbedragen spenderen aan het lobbyen om de wetgeving in hun voordeel te beïnvloeden. Niemand geeft dat geld uit om de gedupeerde klanten of arbeiders te vertegenwoordigen wier lonen stagneren als gevolg van groeiende marktmacht.

Zelfs als er volmaakte overeenstemming zou zijn onder specialisten over de manier waarop regulering moet worden geïmplementeerd om marktmacht te verminderen, zou de vicieuze cirkel van een paar bedrijven met marktmacht die nog meer marktmacht kopen, de consensusaanbevelingen die in het belang van de hele economie zijn met geweld omverkegelen. (pagina 279-281)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen