Lemniscaat 2016, 116 pagina's - € 9,95
Steve Akkerman (1963)
Korte beschrijving
De titel geeft meteen het spanningsveld weer waarin de journalist (1963) en tevens auteur van literair proza verkeert. In zijn gebundelde stukken stelt hij als verbindend thema de twijfelachtige moraal in onze calculerende samenleving ter discussie, op diverse maatschappelijke domeinen, zoals onderwijs, zorg, bedrijfsleven en bankwezen. Diverse prominente dissidenten vertellen desgevraagd wat er niet deugt en wat veranderd dient te worden. Erg diep graven de korte artikelen/interviews niet; als het interessant dreigt te worden, is de tekst op, terwijl er meer uit te halen zou zijn. Voor jongeren op de middelbare school biedt de bundel belangrijke input voor spreekbeurten of klassegesprekken. Op die manier kan het toch een belangrijk boek zijn conform de quote op het achterplat..
Dit kan niet waar zijn van Joris Luyendijk heeft heel wat losgemaakt. Stevo Akkerman gaat een stap verder en vraagt zich af of niet alleen de bankenwereld, maar de hele maatschappij een 'amoreel universum' is geworden. Onze samenleving zit vol perverse prikkels die ertoe leiden dat de persoonlijke moraal van medewerkers wordt opgeofferd aan de doelen van het bedrijf of de organisatie.
Hoe is het mogelijk dat zoveel bedrijven bijna tien jaar na de financiële crisis nog steeds de randen blijven opzoeken van wat acceptabel is - zelfs als ze grotendeels in overheidshanden zijn, zoals ABN Amro? En hoe komt het dat de overheid, voor zover zij dat al wil, onmachtig is om hier tegen op te treden? Zijn onze politici nog wel geïnteresseerd in een rechtvaardige samenleving of schrikken ze terug voor alles wat zweemt naar idealen, uit angst voor wat al snel 'moralisme' heet?
Stevo Akkerman ging op onderzoek uit en sprak met kopstukken uit het bedrijfsleven, het onderwijs, de gezondheidszorg en andere sectoren. Daarover schreef hij een boek dat een ontluisterend beeld schetst van de stand van zaken, maar vooral ingaat op de vraag hoe het zover heeft kunnen komen.
Akkerman behoort net als Rutger Bregman en Jesse Frederik, schrijvers van Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers, tot de intellectuelen die de manier waarop we onze samenleving hebben georganiseerd op een fundamenteel niveau aan de kaak stellen.
'We hebben burgers en politici nodig die durven te kiezen voor het goede - en dat is meer dan datgene wat niet verboden is.'- Stevo Akkerman
Fragment uit Wie op zijn tenen loopt, loopt nooit lang (Inleiding)
Het lijkt soms of we allemaal gevangen zitten in een al te comfortabel Hotel California: 'We are all prisoners here, of our own device'. In de song van de Eagles is ontsnappen uitgesloten ('You can check-out any time you like, but you can never leave') maar zo erg zal het in werkelijkheid toch niet zijn? Als we in een democratie leven die we zelf mede vormgeven, dan kunnen we ook een uitgang creëren als we dat willen. Dat is de (politieke) kwestie waarin dit essay uiteindelijk zal uitmonden.
Het verhaal van de timmerman in mij, in iets andere bewoordingen, verteld door psycholoog Steven Pont, die ik heb geïnterviewd over sport - daar weet hij niets van. Ik vraag me af of de amateursport, gezien het fanatisme van menig ouder langs de lijn, misschien is besmet door de dodelijke serieusheid van de topsport, waar de prestatiedruk zo groot is dat het plezier totaal ondergeschikt lijkt te zijn. Maar Pont draait het om: ook in de topsport is plezier een belangrijke factor. 'Degenen die er plezier in hebben, bereiken de beste prestaties.' Hij ziet een parallel met 'gewoon' werk, waar mensen overspannen worden als ze het gevoel hebben opgejaagd te worden, terwijl ze veel aankunnen als ze geloven in wat ze doen. Confucius zei: "Wie op zijn tenen loopt, loopt nooit lang". Alles wat je doet, kun je op twee manieren doen: op souplesse of op kracht. Als je het op kracht doet, is het zwaarder. Terwijl souplesse je vooruit helpt. Dan ervaar je zingeving en verbinding.'
Ik sprak Pont in het kader van een serie interviews voor dagblad Trouw - waaruit ik in dit boek rijkelijk zal putten - over de bezieling in ons publieke bestaan, of het ontbreken daarvan, en de morele consequenties die dat heeft. Bij de Nederlandse Spoorwegen heeft men op last van de regering een Chief Governance, Risk & Compliance Officer benoemd, een chef-geweten die, in de woorden van minister Dijstelbloem, 'het gebrek aan normbesef' bij de NS moet aanpakken. Zo'n functionaris gun je meer bedrijven en instellingen, gezien alle schandalen en affaires van de afgelopen jaren - van woekerpolissen en rommelhypotheken tot corruptie bij de woningcoöperaties, van georganiseerde belastingontwijking ot opgeblazen onderwijs- en thuiszorgfabrieken. waar is de professionele moraal gebleven? (pagina 12-13)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen