Meulenhoff 2020, 416 pagina's - € 26,99
Oorspronkelijke titel: På spaning efter språkets ursprung (2019)
Wikipedia: Sverker Johansson (1961)
Korte beschrijving
Het populairwetenschappelijke boek ‘De oorsprong van taal’ (vertaling: Lucy Pijttersen en Marit Kramer) is geschreven door de Zweedse natuurkundige en linguïst Sverker Johansson. Hij heeft onder andere onderzoek gedaan voor EVOLANG, een belangrijke internationale onderzoeksgroep op gebied van de oorsprong en evolutie van taal. De ondertitel van het boek luidt ‘Waar, wanneer en waarom de mens begon met praten’ en vat de inhoud samen. Het boek is opgebouwd uit drie delen, Deel 1 - over taal, Deel 2 - over de oorsprong en Deel 3 - over de oorsprong van taal. Een breed scala aan onderwerpen uit taalkundig onderzoek wordt in ongeveer vierhonderd bladzijden besproken. Communicatie bij dieren, het bestaan van een oertaal, Darwins theorie van natuurlijk selectie: alles is verbonden met de geschiedenis van taal. Johansson vertelt op enthousiaste wijze over zijn vakgebied en wisselt lastige taalkundige begrippen af met aansprekende voorbeelden en verduidelijkende illustraties, kaarten en grafieken. De inhoudsopgave en het register maken het boek ook goed geschikt als naslagwerk. Goed toegankelijk voor beginnende vakgenoten en geïnteresseerde leken.
Tekst op website uitgever
Waar, wanneer en waarom de mens begon te praten is een van de grootste mysteries uit de geschiedenis
De oorsprong van taal begint miljoenen jaren geleden en beschrijft de ontwikkelingen tot aan het punt dat de bestaande talen zijn ontstaan, zo'n vijfduizend jaar terug. We maken kennis met homo erectus en de neanderthalers, ontmoeten Darwin en Chomsky en leren over dolfijnen en nachtegalen. Zich baserend op de laatste stand van zaken in de archeologie, neurologie, linguïstiek en biologie, leidt Johansson ons door de theorie en legt hij uit waarom en hoe taal is ontstaan. De oorsprong van taal staat vol met verbazingwekkende voorbeelden en is een vermakelijk en informatief boek voor iedereen die zich ooit heeft afgevraagd waarom we praten zoals we dat doen.
Fragment uit De samenwerkende aap
Taal en hulpvaardigheid
Mensen willen elkaar maar al te graag helpen als het om informatie gaat. Dat wordt ook duidelijk als kinderen net hebben leren praten: ze gebruiken hun net verkregen spraakvermogen graag om de omgeving op de hoogte te brengen van wat ze allemaal zien. 'Kijk! Vogel!' Welke ouder herkent het niet? Ook het spraakgebruik van volwassenen bestaat voor een groot deel uit het informeren van elkaar. Vaak betreft het informatie die de ontvanger eigenlijk niet nodig heeft of waar niet om is gevraagd, maar die toch wordt geleverd. Luister je naar een groepje mensen rond de koffietafel, dan lijkt het soms of ze een wedstrijd doen wie de meeste informatie kan leveren; vaak betreft het geroddel over dagelijkse gebeurtenissen. Mensen leiden in hoge mate wat in het Duits 'Mitteilungsbedürfnis' wordt genoemd en wat je zou kunnen vertalen met 'de behoefte om je te uiten', een sterke drijfveer om je omgeving te laten weten wat je denkt.
Andere aapachtigen hebben deze behoefte niet. Zelfs apen die in taal getraind zijn en in staat zouden zijn om 'Kijk! Vogel!' te zeggen, doen dat niet. Ze voelen niet de behoefte om hun omgeving te laten weten dat ze een vogel hebben gezien. Dat betekent ook dat apen geen vragen stellen. Ze kunnen ergens om vragen, maar ze vragen niet naar informatie - misschien omdat ze geen antwoord verwachten waar ze iets aan hebben. Het 'waarom'-stadium waarover ik in het voorwoord van het boek schreef, ontbreekt volledig bij baby's van andere apen.
Die behoefte van de mens om zich te uiten en daarmee te helpen, is van betekenis voor taal. Laten we daarvoor teruggaan naar het stukje over leugens in het deel over de grenzen van taal. De communicatie van de meeste andere dieren heeft zich zodanig ontwikkeld dat het moeilijk is om te liegen zodat een leugenaar zichzelf verraadt, anders zou niemand de boodschap geloven. Maar zo werkt taal niet en we luisteren toch wel naar elkaar. Op het eerste gezicht is taal een evolutionaire paradox, maar ons vermogen tot samenwerking en onze hulpvaardigheid lost deze paradox op. Of beter gezegd: het evolutionaire raadsel verplaatst zich naar de vraag hoe we hulpvaardig en zo vol vertrouwen zijn geworden.
Hulpvaardigheid is een voorwaarde voor menselijke taal. Taal kan zich dus niet ontwikkelen zonder onze hulpvaardigheid en de evolutie van hulpvaardigheid is daarom een sleutel tot de oorsprong van taal. (pagina 239-240)
Lees ook: Sapiens : een kleine geschiedenis van de mensheid (2014)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen