Aeneas 2014, 202 pagina's - € 19,95
Website van Jan Rotmans (1961)
Korte beschrijving
We leven niet in een tijdperk van verandering maar in een verandering van tijdperk, volgens de auteur, hoogleraar transitiekunde aan de Erasmusuniversiteit en oprichter van o.a. Urgenda, een platform voor duurzaamheid. Grote maatschappelijke en economische veranderingen vallen op dit moment samen, met als onontkoombaar gevolg een kanteling van organisaties op allerlei gebieden. Kerngedachte is de beweging van onderop, het idee dat mensen steeds meer zelf het heft in handen nemen. Het boek beschrijft de op handen zijnde structurele veranderingen - en de belemmeringen daarvoor - in de domeinen onderwijs, zorg, energie en het bankwezen. De analyses zijn geïllustreerd met verhalen van personen die in de veranderingsprocessen een positieve rol spelen. Het boek moet vooral perspectief bieden aan de vele beleidsmedewerkers en bestuurders die in hun werkkring verwikkeld zijn in innovatieve processen. Het is ook zeker interessant voor studenten in sociale studies en een breder hoogopgeleid publiek.
Persbericht waarin dit boek wordt aangekondigd
Op 27 november presenteert Jan Rotmans in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam het nieuwe initiatief ‘Nederland Kantelt’ en zijn nieuwe boek ‘Verandering van Tijdperk: Nederland Kantelt’. Het netwerk Nederland Kantelt wil zichtbaar maken hoe breed en groot de vernieuwingsbeweging in Nederland is op negen verschillende terreinen: onderwijs, zorg, energie, voedsel, bouw, ruimte, water, kunst/cultuur en financiën. Veel vernieuwers opereren binnen hun eigen domein maar zijn onbekend met vernieuwers in andere domeinen. Iedereen zit opgesloten binnen zijn eigen silo. Nederland Kantelt wil de muren tussen de silo’s slechten door te stimuleren dat vernieuwers in uiteenlopende velden elkaar leren kennen en van elkaar gaan leren. Juist door verbindingen te leggen tussen allerlei domeinen wordt de veerkracht van de vernieuwingsbeweging groter.
Doel van Nederland Kantelt is om het aantal actief betrokken mensen bij de vernieuwingsbeweging te vertienvoudigen in vijf jaar: van 250.000 mensen naar 2.5 miljoen (20% van het aantal mensen ouder dan 20 jaar, dan is het kantelpunt bereikt). Om dit actief te ondersteunen is een digitaal kantelnetwerk (platform) ontwikkeld: www.Nederlandkantelt.nl waar mensen zich aan kunnen verbinden en ondersteuning kunnen krijgen van een kantelteam met verbinders uit allerlei regio’s in Nederland.
Bij de kanteling van Nederland spelen verschillende typen mensen een cruciale rol. Rotmans typeert hen als kantelaars, koplopers en verbinders. Deze worden ook in het nieuwe boek van Jan Rotmans gepresenteerd. Dit boek is de opvolger van zijn bestseller ‘In het oog van de orkaan’ en beschrijft de kantelperiode die wij doormaken en wat dit betekent voor bedrijven, overheid, samenleving en voor mensen. Rotmans beschrijft ook zijn eigen transitie en dat maakt zijn 25ste boek persoonlijker dan alle voorgaande boeken. Hij maakt de vernieuwingsbeweging zichtbaar aan de hand van negen portretten van kantelaars, koplopers en verbinders. Een aantal daarvan krijgt ook het podium op de avond van 27 november vanaf 20 uur in Pakhuis de Zwijger.
Dit wordt een laagdrempelig feestje voor alle kantelaars, koplopers en verbinders uit alle hoeken en gaten van Nederland. En dat gaan we vieren!
Jan Rotmans. In het oog van de orkaan : Nederland in transitie (2012)
Fragment uit 1. Een verandering van tijdperk
Veel mensen zijn sceptisch over de maatschappelijke beweging van onderop. De politiek worstelt ermee en benoemt het met een typisch top-down begrip: de participatiemaatschappij. Dat is echter een wezenlijk andere wereld dan de beweging van onderop. Motieven achter de participatiesamenleving zijn vooral ingegeven door bezuinigingen en efficiency-operaties. Dat is een verkapte manier om burgers meer zelf te laten doen. Daar wil de Rijskoverheid vervolgens ook nog eens aan gaan sleutelen. Zo heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken het project 'Hoe brengen we de burger in positie', onder de noemer van de 'doe-democratie'. Vaak werkt deze bemoeienis van de overheid echter averechts. De overheid heeft vooral een faciliterende rol, daar kom ik later nog op terug.
Ook veel onderzoekers zijn sceptisch over de beweging van onderop. Zo etaleren onderzoekers Tonkens en Duyvendak dédain jegens de wereld van burgerinitiatieven. Zij vinden dat die wereld veel te rooskleurig wordt voorgesteld, te leuk en te blijmoedig en bovendien, hoeveel mensen doen nu echt mee aan dergelijk initiatieven? Eigenlijk stelt het niet veel voor vinden zij. Dat is op zich hun goed recht en het is juist goed dat we er allen kritisch naar blijven kijken. En terecht waarschuwen ze voor een mogelijke tweedeling tussen actieve, hoogopgeleide mensen en minder hoog opgeleide en kwetsbare mensen die niet kunnen aanhaken. Opvallend is echter wel dat zij de participatiemaatschappij vooral analyseren vanuit de overheid; zij zien het vooral als een product van overheidsbeleid. Terwijl de échte participatiemaatschappij (de beweging van onderop) niet het resultaat is van overheidsbeleid, maar is ontstaan doordat ondernemende burgers in toenemende mate als sociaal ondernemer het publieke domein betraden. Bovendien overzien zij bij lange na niet de breedte en diepte van de beweging van onderop. (pagina 28)
De mens sneuvelde in dit systeemgeweld en kwam in dienst te staan van de complexe structuren. Mensen werden een behandelbaar object, 'cliënten', wat een vreselijk woord trouwens. Iedereen die een mens terugbrengt tot een cliënt, reduceert een mens tot een economische productiefactor. Cliënten moesten zo efficiënt en effectief door het systeem worden gesluisd; dat zien we in de zorg, welzijn en het onderwijs. Maar ook in de financiële sector is de klant uit beeld geraakt en draait alles om de aandeelhouderswaarde. En ook in de energiesector is de klant anoniem en wordt voor die klant geen product op maat geleverd. Werkelijke keuzevrijheid en medezeggenschap voor de gebruiker is ver te zoeken. Dat geldt zowel in de zorg, als in het onderwijs, in de financiële sector en in de energiesector.
Waar mensen hechten aan vertrouwen, daar regeert het wantrouwen. Waar mensen hechten aan vrijheid, stuiten zij op regelzucht. Waar mensen aandacht willen, krijgen ze doelmatigheid. Waar zij kwaliteit wensen, worden zij met kwantiteit geconfronteerd. Waar mensen ruimte willen, worden zij bekneld door gebrek aan ruimte. Waar mensen tijd wensen, is er vrijwel altijd te weinig tijd.
Zo botsen de menswaarden als vertrouwen, vrijheid, kwaliteit, ruimte en tijd steeds heftiger op de systeemwaarden efficiency, effectiviteit, rendement, controle en beheersing en kosten en baten. Het dominante mensbeeld is de homo economicus en het bijbehorende sturingsmodel is dat van resultaatsturing. Dit leidt tot vervreemding en verbroken verbindingen tussen management en de werkvloer, tussen financiering en inhoud en tussen mens en systeem. ()
Steeds meer mensen herkennen zich niet meer in de efficiencymaatschappij die wij met zijn allen hebben gecreëerd. Die is te rationeel, te bureaucratisch, te anoniem, te complex, te afstandelijk en te weinig menselijk. In de kern is de efficiencysamenleving gebaseerd op angst en wantrouwen. Alles moet worden gemeten en gecontroleerd, maar elke vorm van monitoring is gestold wantrouwen. Het systeem is belangrijker geworden dan de mens, vandaag is belangrijker dan morgen en cijfers zijn belangrijker dan mensen. (pagina 154-155)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen