Boom 2024, 192 pagina's - € 23,90
Korte bio van Wouter Mensink (1979)
Korte beschrijving
Tekst op website uitgever
Persoonlijke en filosofische zoektocht naar gedeelde ervaringen om stad en platteland dichter bij elkaar te brengen.
‘In zijn boeiende boek maakt Wouter Mensink duidelijk dat een andere dialoog over stad en platteland nodig én mogelijk is, met meer nadruk op wat ons bindt.’ - – Kim Putters
‘Met enorme souplesse onderzoekt, ontleedt en ontmaskert Wouter Mensink de vermeende tegenstellingen tussen stad en platteland. Een belangrijk boek voor iedereen die zich wil bevrijden van polarisatie en kortzichtigheid.’ - Peter-Paul Verbeek
Wat betekent het om stedeling te worden? En hoe kijk je als nieuwe stedeling naar het platteland? In Hoe we uit het dorp vertrokken verbindt Wouter Mensink persoonlijke ervaringen van plattelandverlaters met algemene reflecties over de relatie tussen stad en platteland. Hij neemt de lezer mee op een reis door een denkbeeldig platteland. Daarbij laat hij dorpelingen en stedelingen samen in vreugdevuren staren, bouwt hij machines in de tuin en moedigt hij familieleden die door het hele land wonen aan om meer te praten over wat ze delen en wat elk familielid uniek maakt. Voorbij de kloof opent hij de weg naar een broodnodige nieuwe dialoog over stad en platteland.
Wouter Mensink (1979) werkte als onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau en is nu conflictbemiddelaar en gespreksbegeleider bij Public Mediation. Eerder schreef hij Kun je een betere wereld kopen? (shortlist Socratesbeker 2016). Hij woont niet meer op het platteland.
Fragment uit Conclusie - Naar een dialoog
Verplaatsingservaringen
De ervaring die in dit essay centraal staat, is die van de plattelandverlating. Door de ene plek letterlijk te verlaten verplaats je je naar een andere omgeving, in dit geval de stad. Als ik kijk naar mijn eigen ervaringen, dan hield het daarmee niet op. Na mijn verhuizing naar verschillende steden probeerde ik me ook weer te verplaatsen in het platteland. Soms was dat letterlijk, door bijvoorbeeld een rondreis te maken op het platteland van de zuidelijke staten van de VS of door onderzoek te doen in Oost-Groningen, maar ik bedoel het hier eerder figuurlijk.
De ervaring dat je probeert je in de ander te verplaatsen, of je eigen leven zodanig te veranderen dat je daardoor zelf een ander perspectief krijgt, kan heel behulpzaam zijn bij relatieherstel. Ik noem dat hier voor het gemak maar even 'verplaatsingservaringen'.
De metafoor van jezelf 'een nieuwe jas aanmeten' bleek nuttig om zo'n ervaring te duiden, en dan in het bijzonder een waarin je je eigen leven probeert te veranderen. Ik kocht letterlijk een nieuwe jas toen ik probeerde stedeling te worden in Boedapest, maar de figuurlijke betekenis van die jas is belangrijker. Het symboliseert het idee van iets nieuws uitproberen: in mijn geval een rurale identiteit verruilen voor een stedelijke.
Veel denkers leggen de nadruk op de 'oude jassen' die we met ons meedragen. Die kunnen ons weliswaar helpen om dingen gedaan te krijgen, omdat we tijdens het dragen van die jassen gereedschappen hebben verkregen die we in de zakken meedragen. Maar tegelijkertijd kunnen ze ons er ook van weerhouden om iets nieuws te proberen. Soms kopen we een nieuwe jas ook 'op de groei' en hebben we een beetje pretentie nodig om hem met verve te dragen. Hoe irritant pretentie ook kan zijn, als ervaring kan het heel nuttig zijn, zowel op het moment zelf als in retrospectief. Door te reflecteren op je eigen pretentie kun je 'verplaatsingservaringen' beter leren duiden.
Ook mijn poging om het platteland te herontdekken nadat ik naar de stad was verhuisd, bracht weer verplaatsingservaringen et zich mee. Die waren van een andere aard dan de voorgaande ervaringen, in die zin dat ik niet letterlijk probeerde om weer plattelander te worden, of terug te verhuizen naar het platteland. Dat klinkt triviaal, maar het is een belangrijk punt, al was het maar omdat het jaren duurde voordat ik het zelf begon te begrijpen. Wat ik me de afgelopen jaren begon te realiseren, is dat ik me niet probeerde te verplaatsen in het 'echte' platteland, maar in het verbeelde. Anders gezegd: ik gebruikte beelden die anderen van het platteland hebben geschetst, die mijn verplaatsingservaring 'bemiddelden'. En om het nog erger te maken, waren dat ook nog eens beelden van een ander platteland dan waar ik zelf was opgegroeid, namelijk het Amerikaanse. Ik gebruikte fictieve persona's, 'rurale simulacra' en plattelandsmythes om toegang te krijgen tot een platteland dat me interesseerde.
Ik weet het, dat klinkt als een dubieus idee. Ik heb mezelf ook wel eens achter de oren gekrabd toen ik al schrijvende ontdekte wat ik eigenlijk aan het doen was. Er zijn zonder meer risico's verbonden aan het idee om een belevingswereld die niet aansluit bij je eigen afkomst te leren kennen door de beelden die anderen hebben gecreëerd. Beelden van het platteland zijn bijvoorbeeld vaak in de stad geproduceerd, waardoor ze niet noodzakelijkerwijs overeenkomen met de manier waarop plattelanders zich graag gerepresenteerd zouden zien. Bovendien kunnen beelden, en zeker mythische beelden, heel stereotiep zijn. Door stedelingen gekoesterde mythes over het platteland - zoals de duivelsmythe in bluesmuziek - kunnen ronduit beschadigend zijn voor groepen die in de mythische verhalen worden beschreven -, zoals in dit geval zwarte bluesmuzikanten.
Dat wil echter niet zeggen dat we ons daarom maar beter volledig afzijdig kunnen houden van beeldvorming, bijvoorbeeld over het platteland. Wel zou het beter zijn als plattelanders een hoofdrol zouden krijgen in de productie van beelden over hun levens en gemeenschappen. Ik heb voorbeelden gegeven van plattelanders die dat doen, bijvoorbeeld door zichzelf een fictief persona te creëren, door bewust rurale simulcra te maken die voor henzelf betekenisvol zijn en door bestaande mythes zo te vertellen dat ze er zelf kracht aan ontlenen.
Net zoals ik over de 'nieuwejaservaring' zei, geldt ook hier dus dat het belangrijk is om bewust bezig te zijn met wat je doet. Wees je ervan bewust als je een verbeeldingswereld binnenstapt, en probeer te begrijpen hoe die werkt en wie die wereld maakt. Verbeelding kan echt helpen om je te verplaatsen in de ander, maar wel pas als je snapt waarin je je precies verplaatst. De ene verbeeldingswereld is beter dan de andere, net zoals de ene jas je beter staat dan de andere. (pagina 163-165)
Lees bijvoorbeeld ook: Een klein land met verre uithoeken : ongelijke kansen in veranderend Nederland van Floor Milikowski (uit 2020).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen