maandag 1 juni 2015

Micha de Winter


Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding : vanachter de voordeur naar democratie en verbinding

SWP 2011, 158 pagina's - € 19,95

Wikipedia: Micha de Winter (1951)

Korte beschrijving
Opvoedkunde en de bestudering ervan hebben een rol als het gaat om wereldvraagstukken als democratisch burgerschap, humaniteit en vrijheid. In een zestal samenhangende essays wordt deze stelling onderbouwd. De eerste twee gaan over het jeugdbeleid en de geschiedenis daarvan, waarbij het politieke debat de ene keer uitgaat van de aanpak van verdorven kinderen en hun ouders en de andere keer van het bestrijden van sociale problemen. Vervolgens wordt het probleem van de kindermishandeling in een breder kader geplaatst en wordt het begrip pedagogische civil society geïntroduceerd als een pleidooi voor een gemeenschappelijke aanpak en het versterken van verbindingen tussen jong en oud in hun woonomgeving. De laatste twee behandelen de rol van opvoeding en onderwijs in relatie tot het belang van de democratische rechtstaat en de vraag of zij ook een bijdrage kunnen leveren bij het tegengaan van verwerpelijke verschijnselen die zijn gericht tegen bevolkingsgroepen. Voor iedereen die belangstelling heeft voor de betekenis en plaats van de opvoedkunde in deze tijd biedt dit boek allerlei nieuwe perspectieven.

Fragment uit 6. Het kwaad als pedagogisch probleem
In Cultivating Humanity (1997) laat Martha Nussbaum zien dat medemenselijkheid ontstaat wanneer er via onderwijs en opvoeding drie soorten capaciteiten tot ontwikkeling worden gebracht. In de eerste plaats gaat het om het vermogen tot kritisch zelfonderzoek en tot kritisch denken over de eigen cultuur en tradities; ten tweede om het vermogen zichzelf te zien als een menselijk wezen dat per definitie in relatie tot anderen staat; en ten derde om het vermogen zich in anderen te verplaatsen (empathie). Door bijvoorbeeld met kinderen andere culturen en samenlevingen te bestuderen, leren ze niet alleen zich met anderen te identificeren, maar leren ze bovendien de impliciete vanzelfsprekendheden van hun eigen cultuur te doorgronden. Op deze manier, zegt Nussbaum, ontstaat een vorm van wereldburgerschap die uiteindelijk nodig is om een eind te kunnen maken aan chauvinisme, morele uitsluiting en grootschalig geweld. Deze gedachte ligt sterk in het verlengde van wat Hannah Arendt 'enlarged mentality' noemde: om te kunnen oordelen over anderen en om waardering op te kunnen brengen voor het bijzondere, moeten mensen de verbeeldingskracht ontwikkelen om 'op reis te gaan' in de gedachtewereld van anderen ('go visiting'). Alleen zo kan worden vermeden dat waarheden van sommigen ontaarden in totalitarisme. (pagina 126)


Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen