Boom 2014, 440 pagina's - € 15,00
Oorspronkelijke titel: Totalitarism (1979) en The decline of the nation-state and the end of the rights of men
Wikipedia: Hannah Arendt (1906-1975)
Korte beschrijving
In dit boek – een vertaalde heruitgave van de kern (deels in samenvatting) van het oorspronkelijke driedelige werk uit 1951– geeft de joodse politiek-filosofe Hannah Arendt (1906-1975) een scherpe analyse van de oorsprong van terreur. Het betreft hier feitelijk de eerste grote studie na de Tweede Wereldoorlog waarin oorsprong en dynamiek van totalitaire systemen (en dan met name de twintigste-eeuwse totalitaire regimes) centraal staan. Hoewel de auteur specifiek de opkomst van nazi-Duitsland en het sovjet-stalinisme als manifestaties van het politieke kwaad beschrijft, blijkt het boek nog wonderbaarlijk actueel in onze tijd. Het kloeke werk telt vier hoofdstukken plus een verklarende inleiding van de vertalers en de oorspronkelijke voorwoorden van de auteur zelf, alsmede een appendix, literatuuroverzicht, bibliografie, glossarium en register. Het boek is grondig gedocumenteerd; na elk hoofdstuk volgen uitgebreide noten. Uitvoering: sober, doorsnee typografie, geen illustraties. Er mag jammer genoeg geen grote lezerskring worden verwacht voor dit uitstekende, maar niet gemakkelijke boek.
De aantrekkingskracht die het kwaad en de misdaad op de mentaliteit van het gepeupel uitoefent, is niets nieuws. Het is altijd zo geweest dat het gepeupel gewelddaden begroet 'met de bewonderende opmerking: het mag dan wel gemeen zijn, maar het is erg slim'. Verontrustend in het succes van het totalitarisme is veeleer de ware onzelfzuchtigheid van zijn aanhangers: men kan nog begrijpen dat een nazi of een bolsjewist niet geschokt wordt in zijn overtuiging door misdaden tegen mensen die niet tot de beweging behoren of er zelfs vijandig tegenover staan; maar het verbijsterende is dat hij waarschijnlijk ook niet gaat twijfelen als het monster zijn eigen kinderen begint te verslinden, en ook niet als hijzelf het slachtoffer wordt van vervolging, als hij valselijk beschuldigd wordt en veroordeeld, als hij weggezuiverd wordt uit de partij en naar een kamp voor dwangarbeid of een concentratiekamp wordt gestuurd. Integendeel, tot de verbazing van de hele beschaafde wereld is hij wellicht zelfs bereid om mee te werken aan zijn eigen vervolging en om zijn eigen doodvonnis te verzinnen, op voorwaarde dat niet geraakt wordt aan zijn status als lid van de beweging. Het zou naïef zijn in deze halsstarrigheid van de overtuiging, die sterker is dan alle feitelijke ervaringen en die elk onmiddellijk eigenbelang opheft, alleen maar de uitdrukking te zien van een fervent idealisme. Idealisme, hoe dwaas of heroïsch ook, ontspringt altijd aan een of andere individuele beslissing en overtuiging, en onderwerpt zich aan ervaringen en argumenten. In tegenstelling tot alle vormen van idealisme, stort het fanatisme van de totalitaire beweging in op het ogenblik dat die haar fanatieke volgelingen in de steek laat en in haar volgelingen de laatste rest van een overtuiging die de ondergang van de beweging zelf zou kunnen overleven, doodt. Maar binnen dit organisatorische kader van de beweging, en zolang dit kader hem stevig bij elkaar houdt, zijn de fanatieke leden overgevoelig zowel voor ervaring als voor argumenten; de identificatie met de beweging en het totale conformisme lijken het echte vermogen tot ervaring vernietigd te hebben, ook als het om zo extreme ervaringen gata als foltering of vrees voor de dood. (pagina 71-72)
Lees ook: De vrijheid om vrij te zijn (2019)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen