maandag 26 februari 2024

Kohei Saito

Systeembreuk : een nieuwe visie op kapitaal, natuur en maatschappij als antwoord op de klimaatcrisis
De Arbeiderspers 2023, 304 pagina's  - € 26,99

Oorspronkelijke titel: Marx in the Anthropocene: towards the Idea of Degrowth Communism (2023)

Wikipedia: Kohei Saito (1978)

Korte beschrijving
Een essayistisch boek over kapitalisme, klimaatverandering en politieke filosofie. Het boek betoogt dat de mensheid afscheid moet nemen van het kapitalisme om de klimaatcrisis te bezweren. Het kapitalisme, dat eeuwige groei boven alles stelt, is volgens de auteur niet in staat het tij te keren. Groei, hoe duurzaam dan ook, vormt een gevaarlijk compromis en zorgt niet voor de noodzakelijke systeemverandering. De oplossing ligt in het vertragen en inkrimpen van de economische activiteit via democratische hervormingen, herwaardering van essentieel werk boven bedrijfswinsten en verkorting van de arbeidsduur. De auteur laat zich hierbij inspireren door de latere ecologische inzichten van Karl Marx. Bevlogen en met diepgang geschreven. Met zwart-witschema’s. Geschikt voor geoefende lezers. Kohei Saito (Tokio, 1987) is een Japanse econoom en filosoof. Hij doceert filosofie aan de Universiteit van Tokio, promoveerde op Marx aan de Humboldt-Universität Berlin en werkt mee aan de Marx-Engels-Gesamtausgabe (MEGA). Zijn boek 'Systeembreuk' werd in 2020 onverwachts een bestseller in Japan.

Tekst op website uitgever
Wat kan de mensheid doen om de klimaatcrisis te bezweren? In zijn verpletterende bestseller Systeembreuk betoogt de jonge Japanse filosoof Kohei Saito onomwonden dat we afscheid moeten nemen van het kapitalisme. Omdat het eeuwige groei boven alles stelt is het kapitalisme niet in staat het tij te keren. De roep om zogenaamd duurzame groei vormt een gevaarlijk compromis: die zorgt niet voor de noodzakelijke grondige systeemverandering. In plaats daarvan zoekt Saito de oplossing in deceleratie en degrowth, oftewel het vertragen en inkrimpen van de economische activiteit via democratische hervormingen. Zo pleit hij onder andere voor een herwaardering van essentieel werk boven bedrijfswinsten en verkorting van de arbeidsduur. Daarbij laat hij zich inspireren door de latere ecologische inzichten van Karl Marx.

Fragment uit 1. Klimaatverandering en de imperiale levenswijze
De schuld van de Nobelprijs voor Economie

De winnaar van de Nobelprijs voor Economie van 2018, professor William D. Nordhaus, is specialist op het vakgebied 'Economie van de klimaatverandering' aan de Universiteit van Yale. Wellicht lijkt het toekennen van de prijs aan zo iemand goed nieuws voor een samenleving die zich geconfronteerd ziet met de klimaatcrisis. Toch had een aantal klimaatactivisten forse kritiek op deze beslissing van het Nobelcomité. Waarom was dat?
  De critici wijzen op een artikel van de hand van Nordhaus uit 1991. Dit artikel heeft de basis gelegd voor verder onderzoek dat uiteindelijk heeft geleid tot toekenning van de prijs.
  In 1991 was de Koude Oorlog net voorbij en stond de wereld aan de vooravond van een explosieve toename van CO2-uitstoot als gevolg van de globalisering van de wereldeconomie. Vrij snel integreerde Nordhaus het probleem van klimaatverandering in de economische wetenschap. Als rechtgeaard econoom bepleitte hij het invoeren van een CO2-belasting en begon hij aan de ontwikkeling van een model om het optimale percentage emissiereductie te bepalen.
  Het probleem zit hem in het optimale percentage dat uit dit model rolt. Om klimaatverandering te bestrijden is emissiereductie van broeikasgassen noodzakelijk. Te hoge reductiedoelstellingen zouden de economische groei schaden en daarom was 'evenwichtigheid' van groot belang, zo meende Nordhaus. Het 'evenwicht' dat hij voorstelde, neigde echter sterk naar het bevoordelen van economische groei.
  Volgens Nordhaus kunnen we beter inzetten op economische groei dan ons zorgen te maken over klimaatverandering. Want groei brengt welvaart, en welvaart genereert nieuwe technologieën. Door economische groei te bevorderen zullen toekomstige generaties beschikken over geavanceerde technologieën waarmee ze klimaat verandering met succes het hoofd kunnen bieden. Zolang de economie blijft groeien en nieuw technologie voortbrengt, is het niet nodig om ten behoeve van toekomstige generaties te streven naar behoud van de huidige staat van de natuurlijke omgeving, zo redeneerde hij.
  Maar bij het percentage CO2-emissiereductie dat Nordhaus voorstelt zal de gemiddelde temperatuur op aarde tot het jaar 2100 met maar liefst 3,5 graad Celsius stijgen. Dit betekent eigenlijk dat de economische wetenschap het achterwege laten van maatregelen tegen klimaatverandering beschouwt als optimaal. 
  Overigens betoogt het Akkoord van Parijs, dat in 2016 in werking trad, de opwarming tot aan het jaar 2100 ten opzichte van het tijdperk vóór de industriële revolutie te beperken tot 2 graden (en zo mogelijk tot 1,5 graad Celsius).
  Veel wetenschappers luiden nu al de noodklok over het hoge risico dat zij voorzien bij de doelstellingen van 2 graden Celsius, en ze dringen erop aan om te streven naar beperking tot 1,5 graad Celsius als maximum. Volgens het Nordhaus-model daarentegen zou de temperatuur zelfs met 3,5 graad Celsius stijgen.
 Het spreekt voor zich dat een opwarming van 3,5 graad Celsius rampzalige consequenties zal hebben voor met name ontwikkelingslanden in Afrika en Azië. Hun bijdragen aan het mondiale bruto binnenlands product (bbp) is echter gering. Ook de landbouw zou ernstige schade ondervinden, maar de bijdrage aan het mondiale bbp is 'amper' 4 procent, dus hoe erg is dat nu helemaal? En dat er wat mensen in Afrika en Azië het slachtoffer zijn, moeten we naar op de koop toe nemen. Dit, beste lezer, is de denkwijze van een Nobelprijswinnaar. (pagina 25-26)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen