dinsdag 17 juni 2025

Matthias Olthaar

Alles van waarde : een nieuwe kijk op  arbeid, geld en geluk
Bot 2025, 278 pagina's  - € 25,--

Korte bio van Matthias Olthaar (1985)

Korte beschrijving
Een kritische verhandeling over het begrip van welvaart in de economie. Econoom Matthias Olthaar pleit voor een herwaardering van het begrip van welvaart, waarbij hij traditionele wijzen waarop dit bepaald wordt (denk aan het bruto binnenlands product) bevraagt. Olthaar suggereert dat welvaart verder strekt dan de omvang van de economie gemeten in het BBP of iemands inkomen, maar dat het begrepen moet worden als ‘alles van waarde’. Daaronder vallen ook zaken als zingeving, democratie en verbeelding. Olthaar geeft een perspectief voor hoe lezers zich kunnen inzetten voor een welvarendere maatschappij. In heldere stijl geschreven, met veel persoonlijke ervaringen en inzichten uit de wetenschap. Met grafieken en tabellen in zwart-wit. Voor een breed tot geoefend lezerspubliek. 

Matthias Olthaar (1985) is lector vitale economie. Hij schreef eerder 'Hoe handel ik eerlijk' en 'Er is leven na de groei'.

Tekst op website
Wat is economie? Wat is welvaart? Denk je meteen aan geld? Een hoog bbp? Zolang we denken dat economie alleen om cijfers draait, blijven we daarop sturen. Maar goede economische cijfers betekenen nog niet dat iedereen welvarend is en een goed leven heeft. In dit boek legt Matthias Olthaar uit wat economie is, en staat hij stil bij de economische keuzes die we dagelijks maken: als we spullen kopen, carrière maken, dromen najagen, de buurvrouw complimenteren met haar nieuwe auto, of de kinderen succes wensen op school. Hij onderzoekt rijkdom – alles wat van waarde is – en hoe wij als burger, consument, ondernemer of werknemer kunnen bijdragen aan een betere wereld voor iedereen. Alles van waarde toont een nieuw vergezicht en geeft hoop en handelingsperspectief. Dr. Matthias Olthaar is lector vitale economie en gepromoveerd op onderzoek naar de handelspositie van Afrikaanse boeren in mondiale voedselketens. Als co-auteur schreef hij samen met econoom Paul Schenderling de boeken Hoe handel ik eerlijk en Er is leven na de groei. Hij is medeoprichter van Stichting Genoeg om te Leven, die in 2024 op plek 17 van de duurzame 100 in Trouw stond.

Fragment uit 4. De waarde van gemeenschappen
Een interessant hedendaags voorbeeld zijn de boerderijen van Herenboeren. De naam Herenboeren verwijst naar het hebben van een boerderij zonder dat je zelf boert, zoals de vroegere Herenboerderijen. Het is helaas een zeer ongelukkig gekozen naam voor zo'n prachtig initiatief, want de Herenboerderijen uit het verleden waren plaatsen van grote ongelijkheid en uitbuiting. De Herenboer was zeer vermogend, de arbeiders op de boerderij waren zeer arm.
  Herenboeren anno nu zijn boerderijen in coöperatieve vorm. Zo'n tweehonderd huishoudens bezitten certificaten in de coöperatie en betalen maandelijks een bedrag voor pacht van het land, het salaris van de boer en bijkomende kosten. In ruil daarvoor levert de boerderij wekelijks genoeg groente, fruit, noten en kruiden voor zo'n vijfhonderd mensen, en voor wie wil eventueel vlees. 
  Zelf ben ik met mijn gezin lid geweest van Herenboeren Assen toen we nog in Drenthe woonden. Elke week kregen we de verse oogst van het land die we meenamen in onze zelf meegebrachte tassen en kratten. We hebben nog nooit zo goedkoop, onbespoten en plasticvrij gegeten als toen. En dat is ook logisch. Het eten haal je direct van de boerderij. De hele keten van voedselopslag, conservering, bewerking, logistiek en detailhandel verdwijnt. En ik denk dat het zelfs nog goedkoper zou kunnen. Bijvoorbeeld als je korting zou krijgen op het moment dat je zelf zou zaaien, wieden en oogsten omdat je daarmee arbeidskosten bespaart.
  Daarnaast draagt Herenboeren ook in sterke mate bij aan gemeenschapsvorming en creëert zodoende waarde in de strijd tegen eenzaamheid of de zingevingscrisis waarover Nederlandse psychotherapeuten spreken. Door de week heen waren vele vrijwilligers betrokken op de boerderij. Niet omdat dit moest, het is immers een Herenboerderij, maar omdat het kon en leuk is.
  In dit voorbeeld zie je al dat door het wegvallen van een groot deel van de keten dit ten koste gaat van het bbp. En dat is vaker bij gemeenschapszin. Hoewel historisch gezien privaat bezit volstrekt onlogisch of zelfs ondenkbaar was, en dat voor vele gemeenschappen wereldwijd nog altijd is, zijn w ein Nederland gewend geraakt aan privaat bezit. Maar als er meer gemeenschapszin zou zijn en we zouden meer spullen delen met elkaar, dan zou er fors minder geproduceerd worden.
  Neem de auto als voorbeeld. Momenteel zijn er ruim 9 miljoen auto's in privaat bezit in Nederland. Autodeelbedrijf MyWheels stelt dat met 1 miljoen deelauto's dezelfde mobiliteitswaarde gecreëerd kan worden als met 9 miljoen auto's in privaat bezit, nog los van verbeteringen in het openbaar vervoer. En hetzelfde geldt voor zoveel andere producten: wat als we dat zouden delen met onze buren? Denk aan gereedschap, snoeischaren, fietsen, partytenten, speelgoed, statafels, boeken: er zijn zoveel spullen die we gemakkelijk zouden kunnen delen. Als we dat zouden doen, zou onze ruimtelijke omgeving er heel anders uit komen zien, en zou er meer ontmoeting ontstaan tussen buren.
  Toen de auto in opkomst kwam stonden er advertenties in de kranten die opriepen om de komst van de auto tegen te houden. De auto werd gezien als een gevaar voor de straten. De straten  waren ontmoetingsplekken. Vrouwen schilden voor hun huizen de aardappels (genderrollen bepaalden dat) en kinderen speelden vrij en vrolijk op straat. Men kende elkaar, wist precies welke kinderen waar woonden, zag naar elkaar om en hoefde kinderen niet te waarschuwen voor het dreigende gevaar van een auto. Stel, we zouden met elkaar afspreken dat er in onze economie meer behoefte is aan gemeenschapszin, dan is een manier om dat te doen door de straten weer om te vormen tot plekken van ontmoeting en spel. Dit kan bijvoorbeeld door als straat af te spreken om, waar mogelijk, zo min mogelijk gebruik te maken van de auto en auto's deelauto's te laten zijn. Als de deelauto's dan aan het begin en/of einde van de straat staan en daar eveneens kluisjes staan voor pakketbezorgdiensten en eventueel een deeldepot voor dingen als gereedschap, dan kan de rest van de straat omgetoverd worden tot ontmoetingsplek voor de buurt. In principe kan de hele straat groen worden. Kinderen kunnen er vrij en onbezorgd spelen en tijdens het spel plukken ze pruimen en bessen van de bomen en struiken. Een speciaal hoekje is ingericht voor een pluktuin waar omwonenden mooie bloemen voor in huis kunnen plukken. Her en daar staan picknicktafels om elkaar te ontmoeten. En wellicht vindt de buurt het leuk om één of twee openbare openluchtkeukens te maken in de straat. Het is een plek waar de buurt samen kan komen rondom de vreugde van het samen eten bereiden en nuttigen. (pagina 79-81)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen