Van Gennep 2013, 294 pagina's - € 23,50
Wikipedia: Paul Frissen (1955)
Klik hier voor het interview op 1 september 2013 in Brands Boeken
Korte beschrijving
Paul Frissen staat bekend als een wat dwarse denker. In dit boek maakt hij zijn reputatie waar. Hij analyseert de politieke orde en de democratie vanuit de dubbele uitdaging van populisme en modernisme. Hij bepleit een meer esthetische benadering van de politiek. Dat moet dan in termen van stijl, vorm, ordening en constitutie. En daarbij is het onvermijdelijk dat we aanvaarden dat er pech, leed en risico zijn die niemand, ook de overheid niet, kan uitbannen. Niets doen is ook een keuze. Frissen schetst op belezen wijze en in beeldende bewoordingen zijn analyse van ons politieke stelsel. Hij verbindt verleden en heden met elkaar en concludeert dat de staat onmachtig is om menselijke problematieken op te lossen. Hij onderbouwt dit met veel verwijzingen naar andere schrijvers en een stellende eigen mening. Een boek als slijpsteen voor de politieke geest. Een uitgebreide literatuurlijst sluit het boek af.
Tekst op website VPRO Boeken
In het persoonlijk leven moeten we pech, leed en ramp verdragen, maar we kunnen ons steeds minder verzoenen met tragiek. We eisen bescherming tegen dergelijk ongemak en verlangen dat de staat hierbij optreedt. Politiek filosoof en bestuurskundige Paul Frissen stelt in De fatale staat dat de politiek zich moet presenteren als 'fatalistisch': 'de grenzen van de maakbaarheid moeten eerder als tragiek dan als de gevolgen van tekortschietende kennis en kunde worden opgevat'.
Tekortkomingen lijken we steeds minder te aanvaarden. Frissen: 'We maken plannen, protocollen, lijsten, toezichtsystemen en arrangementen omdat er kennelijk een diep geloof is, als we het aan het papier hebben toevertrouwd, als we de regels hebben gestold, dat we dan klaar zijn voor de ramp, het risico en het leed.' De geschiedenis herhaalt zich echter niet altijd, want dit soort tragiek doet zich vaak in nieuwe en andere gedaanten voor. Dus stapelen de maakbaarheidsinstrumenten zich op. 'En vergeefs,' zegt Frissen.
Volgens Frissen berust het fatalisme op een besef van de tragiek van de wereld die onvermijdelijk en onoplosbaar is. In politieke zin behoedt fatalisme ons voor de totalitaire verleiding. Minder maakbaarheidsinstrumenten inzetten dus. Frissen: 'Niets doen is altijd een optie. Sterker nog, niets doen is vele malen ingewikkelder dan er wel iets aan doen. Je overal mee bemoeien is het makkelijkste dat er is. Wetende dat er ook vele dingen zullen gebeuren die je niet gaan bevallen.'
Niets doen is zeker een keuze. Als de staat en zijn politieke machthebbers maar willen aanvaarden dat de pluraliteit in de samenleving per definitie leidt tot tekortkomingen en onvolkomenheden, dan weten ze dat alle pogingen tot beheersing van deze pluraliteit tragisch zijn: alleen al de reflexiviteit zorgt daarvoor. Niets doen valt te prefereren boven interveniëren, al was het maar uit bezorgdheid over de ongewenste en schadelijke gevolgen van deze interventies. En die treden met een hardnekkige zekerheid op, zo weten we van Merton, hoezeer ons handelen ook goedbedoelde intenties heeft. En van Lindblom hebben we geleerd dat sturing niet alleen onvermijdelijk maar ook zeer gewenst incrementeel is: voortmodderen is heldhaftig en getuigt van moed omdat zo de negatieve implicaties van blauwdrukken en vooral blauwdrukhandelen te voorkomen zijn. (pagina 197)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen