LeV 2016, 222 pagina's - € 20,99
Oorspronkelijke titel: Das geheime Leben der Bäume: Was sie fühlen, wie sie kommunizieren – die Entdeckung einer verborgenen Welt (2015)
Wikipedia: Peter Wohlleben (1964)
Korte beschrijving
In ruim 35 hoofdstukken/onderwerpen legt de auteur uit dat bomen ook gevoel hebben, kunnen communiceren, tellen, onthouden en elkaar helpen. De auteur (1964) heeft een bosbouwkundige opleiding en werkt al ruim dertig jaar in en met bos, waarvan nu als boswachter in de Eifel. Hij heeft veel bijzondere dingen gezien/ervaren en geeft daar nu zijn eigen betekenis aan, aangevuld met wetenschappelijk onderzoek. Het boek is vertaald uit het Duits en is daar een bestseller. De auteur heeft meerdere, niet in het Nederlands vertaalde, boeken over bos, dieren en natuurbehoud geschreven. Bevat noten, geen illustraties. Bijzonder, nuttig en uniek boek, echt iedereen zal anders naar bomen gaan kijken.
Tekst op website uitgever
Peter Wohlleben (1964) studeerde bosbouw en werkte meer dan 20 jaar bij bosbeheer in het Rijnland (Duitsland). In 2006 nam hij ontslag om zijn ideeën over ecologie in de praktijk te kunnen brengen, en werd boswachter van een gebied van 1200 hectare in de Eifel. Hij schreef meerdere boeken over het bos, dieren en natuurbehoud. HET VERBORGEN LEVEN VAN BOMEN was afgelopen jaar het bestverkochte non-fictieboek in Duitsland en er werden ruim 200.000 boeken verkocht. Het boek verschijnt in Nederland op 29 maart 2016.
In het bos gebeuren verbazingwekkende dingen: bomen communiceren met elkaar. Bomen die niet alleen liefdevol voor hun nageslacht zorgen, maar ook voor hun oude en zieke buren. Bomen met emoties, gevoelens en een geheugen. Moeilijk te geloven? Misschien, maar het is waar!
Boswachter Peter Wohlleben vertelt fascinerende verhalen over de onverwachte en ongelooflijke vaardigheden van bomen. Hij combineert de laatste wetenschappelijke inzichten met zijn eigen ervaringen uit het bos, en creëert zo een opwindende nieuwe kennismaking met levende wezens die we dachten te kennen, maar nu pas echt leren begrijpen. En zo betreden we een compleet nieuwe wereld...
Het verborgen leven van bomen is een onweerstaanbare liefdesverklaring aan het bos.
Fragment uit Bos als waterpomp
Hoe komt het water eigenlijk in het bos of - nog fundamenteler - überhaupt aan land? Hoe simpel die vraag misschien ook klinkt, in eerste instantie is er nog niet zo gemakkelijk een antwoord op te geven. Want een van de belangrijkste eigenschappen van land is dat het hoger ligt dan de zee. Water stroomt door de zwaartekracht altijd naar het laagste punt en eigenlijk zouden de continenten dus moeten uitdrogen. Dat wordt slechts verhinderd door de constante bevoorrading via de wolken die zich boven de zee vormen en vervolgens door de wind verder worden getransporteerd. Dat mechanisme functioneert maar tot een paar honderd kilometer van de kust. Hoe verder landinwaarts je komt, hoe droger het wordt, omdat de wolken leeg geregend zijn en verdwijnen. Al na 600 kilometer wordt het zo droog dat de eerste woestijnen verschijnen. Leven zou daarom eigenlijk alleen in een smalle strook langs de buitenrand van de continenten mogelijk moeten zijn; het binnenland zou troosteloos en dor moeten zijn. Eigenlijk wel, ja. Maar gelukkig hebben we de bossen. Zij zijn de vegetatievorm met het grootste bladoppervlak: per vierkante meter bos vormen zich in de kronen 27 vierkante meter loof en naalden. Daarboven blijft een deel van de neerslag hangen, die meteen weer verdampt. Daarnaast verbruiken de bomen in de zomer per vierkante kilometer tot 2.500 kubieke meter water, dat ze via hun ademhaling afgeven aan de lucht. Door die waterdamp vormen zich nieuwe wolken, die vervolgens landinwaarts trekken en daar weer leeg regenen. Dat gaat telkens zo door, zodat ook de verst verwijderde gebieden van vocht worden voorzien. Die waterpomp functioneert zo goed dat de neerslag in veel uitgestrekte gebieden van de aarde, zoals het Amazonebekken, zelfs duizenden kilometers landinwaarts nauwelijks van die aan de kust te onderscheiden is. De enige randvoorwaarde is dat er van zee tot in de verste uithoek bos moet zijn. Vooral als de eerste bouwsteen ontbreekt: het bos aan de kust dus, stort het systeem in elkaar. Alle lof voor de ontdekking van deze ongelooflijk belangrijke verbanden verdienen de wetenschappers rond Anastassia Makarieva uit Sint-Petersburg in Rusland. Zij deden over de hele wereld onderzoek in verschillenden bossen en kwamen telkens tot dezelfde conclusies. Of het nu gaat om het regenwoud of de Siberische taiga, steeds weer waren het de bomen die de essentiële vochtigheid landinwaarts doorgaven. De wetenschappers ontdekten ook dat het hele systeem in elkaar stort wanneer de bossen aan de kust worden gekapt. Het werkt hetzelfde als wanneer je bij een elektrische pomp het zuigstuk uit het water zou trekken. In Brazilië zijn de gevolgen al zichtbaar: het Amazoneregenwoud wordt steeds droger. Midden-Europa ligt nog binnen de 600 kilometerzone en daardoor in het aanzuigbereik van de pomp. Gelukkig zijn hier nog bossen, ook al zijn ze inmiddels sterk gekrompen. (pagina 95-96)
Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen