Waarom we dieren eten
Noordboek 2024, 127 pagina's - € 19,90
Oorspronkelijke titel: Warum wir Tiere essen (2022)
Wikipedia: Thomas H. Macho (1952)
Korte beschrijving
Een filosofisch boek over de band tussen mens en dier vanaf de oertijd tot nu. Het betoog voert langs offerrituelen, knuffels en dierenrechten, en stelt kritische vragen over onze huidige omgang met dieren. Op dit moment eet bijna iedere Europeaan zestig kilo vlees per jaar. Dat we gemakkelijk over de dood van dieren heen stappen komt omdat we onze gedeelde geschiedenis met hen zijn vergeten. De auteur pleit voor een terugkeer naar een respectvolle interactie met dieren. Intelligent en met diepgang geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Thomas Macho (Wenen, 1952) is een Oostenrijks-Duitse cultuurfilosoof en was jarenlang als hoogleraar cultuurwetenschappen verbonden aan de Humboldt-Universität in Berlijn. Hij ontving de Sigmund Freud-prijs en de Oostenrijkse Staatsprijs voor Culturele Journalistiek. Hij schreef vele boeken. Zijn werk wordt in meerdere landen uitgegeven.
Tekst op website uitgever
De Duitse filosoof Thomas Macho beschrijft onze band met het dier vanaf de oertijd tot nu. Zijn filosofische betoog voert langs offerrituelen, knuffels en dierenrechten. Terwijl hij onze gedeelde geschiedenis met het dier in herinnering roept, plaatst Macho vraagtekens bij onze huidige omgang met dieren. Op dit moment eet bijna iedere Europeaan zestig kilo vlees per jaar. Dat we gemakkelijk over de dood van dieren heen stappen, komt doordat we onze gedeelde geschiedenis – dieren zijn onze verwanten – zijn vergeten. Macho wijst ons de weg terug naar een respectvolle interactie met het dier. Slim, nauwkeurig en diepgravend Thomas Macho (1952) is een Oostenrijks-Duitse cultuurfilosoof en was jarenlang als hoogleraar cultuurwetenschappen verbonden aan de Humboldt-Universität in Berlijn. Hij ontving de Sigmund Freud-prijs en de Oostenrijkse Staatsprijs voor Culturele Journalistiek.
Fragment uit De cultivering van de vleesonthouding
Agrarische culturen moesten regels voor de collectieve vleesonthouding propageren. Vlees was en bleef tot aan de industriële, moderne tijd een zeldzaam waar. Vastendagen en vastentijden vormden slechts tijdelijke oplossingen; de christelijke religie vestigde daarom het sacrament van de eucharistie, de metamorfose van brood en wijn in het vlees en bloed van Christus. Of deze metamorfose als een soort van 'transsubstantiatie' - tot aan de Werkelijke Tegenwoordigheid van de godenzoon - of slechts als herinneringsritueel en teken moest worden begrepen, bleef eeuwenlang onderwerp van theologisch debat. Intussen zijn de details van deze debatten naar de achtergrond van de industriële en seculiere moderniteit verhuisd, maar dat geldt niet voor de alsmaar dringender kwestie van een vermindering en regulering van de wereldwijde vleesconsumptie. Weliswaar is de roep om een nieuwe ascese luider geworden in de slipstream van de milieudebatten en de angst voor de rampen, maar terwijl we de mogelijkheden onderzoeken om verpakkingsmateriaal te besparen blijft impliciet duidelijk dat de verpakte goederen zelf niet mogen worden gereduceerd. Alleen al het voorstel om consumptiebeperkingen in te stellen zou voldoende zijn om politieke crises en paniekreacties te veroorzaken. Enige decennia terug heeft Carl Friedrich von Weisäcker de toen al op ecologische gronden onvermijdelijke vraag opgeworpen naar een 'ascetische wereldcultuur'. Gezien de moderne afstand en scepsis tegenover traditionele ascesemodellen stelde Weisäcker voor om tussen bescheidenheid, zelfbeheersing en werkelijke onthouding te differentiëren. De ascetische idealen moesten aan de verwachtingen van democratische industriële samenlevingen worden aangepast, want de voorbeelden van agrarische ascese zijn 'op de overgeleverde ethiek van het heersen en dienen gebaseerde. Het werkelijke probleem is de 'democratisering van de ascese', de 'overgang naar een ethiek van vrijheid en gelijkheid die vanaf de revoluties eind achttiende eeuw langzaam opkwam.' Wie ascese als een nieuw soort dwangsysteem, als een in zekere zin door de staat verordonneerde onthouding propageert, is gedoemd te mislukken. Hij riep alleen dat ressentiment en die weerstand op waartegen groene partijen en milieu-activistische organisaties zo vaak aanlopen. Maar hoe kan een 'democratische ascese' er eigenlijk uitzien? Weisäckers idee van vrijheid kan worden verbonden met die elementen uit de oude hongerkunsten die in de schaduw van de industrialisering het meest vergeten zijn. Wie de ascese, zoals Nietsche deed, alleen als masochistisch spektakel ziet kan niet begrijpen wat ooit met het spreken over pneuma werd bedoeld: namelijk de kunst der ademhaling, het elementaire metabolisme. Voordat we eten en drinken halen we adem. Terwijl de voedselinname gepaard gaat met de verminking van objecten en daarbij de paranoïde drang volgt naar narcistische samensmelting, zoals Frederick S. Perls benadrukt, wordt met iedere ademtocht vrijheid en onafhankelijkheid ervaren. Niet toevallig concentreerden vele hongerculturen op de training van de ademhaling. Culturen van de honger en ascese waren vaak ook culturen van ademhaling; en culturen der ademhaling waren meestal ook culturen waarin gezocht werd naar de ervaring van innerlijke vrijheid en hoe die te verdiepen. (pagina 99-101)
Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen