Lemniscaat 2024, 141 pagina's - € 19,99
Wikipedia: Bas Eickhout (1976)
Korte beschrijving
Een actueel essay over klimaatverandering, economie en Europese politiek. Het boek analyseert de huidige klimaat- en natuurcrisis en de noodzaak voor een radicale economische transformatie om deze aan te pakken. Europarlementariër en klimaatwetenschapper Bas Eickhout belicht de groeiende maatschappelijke weerstand tegen groene ambities en de politieke belangen die in Brussel op het spel staan. De auteur neemt de lezer mee langs de grote vragen van deze tijd en presenteert een visie voor een groen realisme. Informatief maar onderhoudend geschreven. Geschikt voor de meer geoefende lezer. Bas Eickhout (Groesbeek, 1976) is een Nederlandse klimaatwetenschapper en zit sinds 2009 in het Europees Parlement. Hij is vice-fractievoorzitter van de Europese Groenen en houdt zich bezig met Europese klimaatwetgeving. Hij schreef meerdere boeken.
Tekst op website uitgever
De tijd om de klimaat- en natuurcrisis aan te pakken slinkt snel. We staan aan de vooravond van een grootse omslag in onze manier van leven: de gehele economie moet worden verbouwd om in de toekomst levensvatbaar te kunnen blijven. Tegelijkertijd groeit het maatschappelijk verzet tegen meer groene ambitie, zoals ook de verkiezingswinst van Wilders laat zien. De belangen die in Brussel op het spel staan, zijn gigantisch. De EU besteedt de grote politieke keuzes nog altijd liever uit aan de markt. Het gevolg is een politiek die de belangen dient van degenen die de sluiproutes naar de macht weten te vinden. Europa zal met deze koers moeten breken. Wat we nodig hebben, is een radicaal andere economie. In dit boek neemt Europarlementariër Bas Eickhout de lezer mee op reis langs de grote vragen waar we voor staan. En hij laat zien hoe we het tij kunnen keren: met groen realisme.
Fragment uit 3. Europees denken
Meer Europa, minder verspilling
Door een gebrek aan een Europese aanpak zal Europa gedoemd zijn de fouten uit het verleden te herhalen. Bijvoorbeeld nu Saoedi-Arabië miljarden investeert in een leidende rol in de productie van groene waterstof. Zal Europa de komende decennia in een positie komen dat ze zich gedwongen ziet waterstof uit Saoedi-Arabië te importeren? Zo'n situatie kan zich voordoen. Maar hoe gaan de Europese lidstaten voorkomen dat ze dan (opnieuw) tegen elkaar uitgespeeld worden? En wat is de strategie om niet (opnieuw) kwetsbare geopolitieke afhankelijkheden op te bouwen op cruciale grondstoffen? Om het nog maar niet te hebben over de mensenrechtensituatie in Saoedi-Arabië. Het zijn vragen die we de afgelopen dertig jaar ook in het Russische dossier tegenkwamen. Maar hoewel dat dossier in Europa's gezicht ontploft is, heeft Europa op deze nieuwe vragen nog niet eens een begin van een antwoord.
Ook op andere groene terreinen ontbreekt het aan Europees denken. Daardoor vertraagt de transitie en vindt een enorme kapitaalvernietiging plaats. Neem bijvoorbeeld het Nederlandse en Duitse beleid omtrent kernenergie. Nederland is van plan om zo'n 5 miljard te investeren in de bouw van twee nieuwe kerncentrales in Borssele en de huidige centrale lange ropen te houden (wat nog vele honderden miljoenen kost). Ik ben daar zeer kritisch op, zonder andere omdat deze centrales naar verwachting pas richting 2040 operationeel zijn, terwijl we in 2030 al 85 procent van onze energievoorziening uit zon en wind kunnen halen. Maar zelfs voor voorstanders van kernenergie lijkt het me moeilijk uit te leggen dat Duitsland miljarden aan het uitgeven is om hun laatste drie kerncentrales te sluiten - 1 miljard euro per stuk voor de sluiting, en nog veel meer voor de afvalverwerking en - opslag - terwijl Nederland miljarden steekt in het omgekeerde. Bij elkaar kost dit tientallen miljarden. Terwijl we straks, Europees bekeken, min of meer evenveel kerncentrales hebben als hiervoor.
Eenzelfde gebrek aan Europese coördinatie kan het gebruik van zonne- en windenergie de komende dertig jaar onnodig moeilijker maken. Experts waarschuwen ervoor dat de omslag van het gebruik van fossiele naar duurzame energie het elektriciteitsnet enorm zal verzwaren. En omdat de zon niet altijd schijnt en de wind niet altijd waait, zullen er aanzienlijke schommelingen zijn op dat net - met periodes van heel veel elektriciteitstoevoer, en periodes van minder. Dat dit gebeurt is niet vreemd. De politieke vraag is hoe daarmee omgaan. Waar moet Nederland met een overvloed aan elektriciteit heen? Blijft Nederland binnen de landgrenzen denken, dan zal het een enorme batterijvoorraad aan moeten leggen om overtollige stroom op te slaan. Maar dat is inefficiënt en onnodig. Met een Europese aanpak wordt het mogelijk de elektriciteitsnetten van de verschillende landen aan elkaar te koppelen, zodat overvloed kan vloeien naar plekken waar schaarste is. Zo kan bij veel zon elektriciteit uit Spanje naar het bewolkte noorden vloeien, en vice versa bij wind uit het noorden. Dit is een veel logischere manier om pieken in de elektriciteitstoevoer uit te smeren. Bovendien draagt het bij aan de leveringszekerheid, omdat een land zelfs als de eigen windmolens niet waaien via Europa van elektriciteit wordt voorzien.
Ik zie een energietransitie voor me waarin op sommige punten ruimte is voor schaalverkleining - zoals via energie coöperaties in de buurt - en we op andere vlakken juist inzetten op Europees denken. Het klopt dat energie nu allang van Spanje naar Frankrijk kan vloeien, en andersom. Maar het gaat mij erom dat een Europees netwerk ook om Europese coördinatie vraagt. En dat ontbreekt nu.
Daar bedoel ik het volgende mee. Op dit moment hebben lidstaten nationale energieplannen, maar die worden nauwelijks Europees afgestemd. Ook zijn er allerlei Europese potjes voor de nationale belangen van landen, in plaats van een overkoepelende Europese aanpak. En dat terwijl we wel degelijk een probleem hebben als in de winter blijkt dat alle landen te veel op zonne-energie ingezet hebben. Of als blijkt dat we wél in staat zijn de elektriciteit van het ene naar het andere land te vervoeren, maar het hoogspanningsnet van iedere lidstaat zijn eigen netwerkbeveiliging, informatiesysteem, of wat dan ook heeft. Dat is ontzettend onhandig. Ik vind daarom dat er een mentaliteitsverandering nodig is: we moeten dit soort vraagstukken gaan zien als inherent Europees.
Betekent dat een Europese superstaat waarin de ambtenaren van de Europese Commissie per decreet gaat bepalen waar lidstaten hun energie vandaan halen? Wat mij betreft niet. Terecht zou dat veel verzet oproepen, ook van de meer redelijke stemmen in het debat, die zich zouden afvragen of hij niet een onsje minder kan. Maar alles aan de lidstaten zelf laten, is het andere uiterste. Zie het als een samenwerking in een voetbalteam. Daarin kom je ook niet ver als iedereen in de spits gaat staan en vooral de bal voor zichzelf wil. De beste prestaties ontstaan doordat iedereen nadenkt over hoe zijn sterke punten bijdragen aan het beste teamresultaat. De coach - metaforisch voor de Europese Commissie - is er vooral om de grote lijnen te bewaken. Daarbinnen weten Frenkie, Denzel en Lieke prima zelf naar wie ze de bal het beste kunnen spelen. In zo'n taakverdeling is er ruimte voor individuele keuzes, maar is die autonomie onderdeel van een samenhangend geheel. Zo moeten we ook tegen de vergroening van Europa aan gaan kijken. (pagina 41-44)
Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen