zaterdag 22 februari 2025

Hanno Sauer

Moraal : goed en kwaad van prehistorie tot polarisatie
De Bezige bij 2023, 426 pagina's € 29,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Oorspronkelijke titel: Moral (2023)

Wikipedia: Hanno Sauer (1983)

Korte beschrijving
Een filosofisch boek over moraliteit, ethiek en het geweten. Het boek onderzoekt de oorsprong en ontwikkeling van ons moreel geweten, vanaf het ontstaan van ons vermogen om samen te werken vijf miljoen jaar geleden tot de huidige polarisatie. Het belicht de rol van religie en wetenschap, met name evolutiebiologie, in het begrip van goed en kwaad. Het boek biedt inzicht in de biologische, culturele en historische factoren die morele waarden hebben gevormd, vooral in tijden van crisis. Verhelderend en met diepgang geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Hanno Sauer (1983) is een Duitse filosoof. Hij doceert ethiek aan de Universiteit Utrecht. Hij is de auteur van talrijke essays en wetenschappelijke werken en geeft regelmatig lezingen in Europa en Noord-Amerika. 'Moraal' werd in 2023 genomineerd voor de Deutscher Sachbuchpreis, de belangrijkste non-fictieprijs van Duitsland.

Tekst op website uitgever
Wat maakt ons tot morele wezens? Hoe weten we wat het juiste is? En bestaan er in deze tijd van individualisering nog universele waarden?

We beschikken onmiskenbaar over een moreel geweten, of het nu over straf, godsdienst of gelijkheid gaat, maar hoe is ons morele geweten ontstaan? Lang gold godsdienst als de belangrijkste grondslag voor de moraal, maar in de afgelopen eeuwen is wetenschap steeds belangrijker geworden in ons denken over goed en kwaad. Met name de spectaculaire inzichten uit de evolutiebiologie dwingen ons om anders naar ethische kwesties te kijken.

In dit boek neemt de Duitse filosoof Hanno Sauer ons mee op een reis door de geschiedenis van de menselijke moraal. Hij vertelt het verhaal van ons geweten, vanaf het ontstaan van ons vermogen om samen te werken vijf miljoen jaar geleden tot de polarisatie die ons vandaag in de greep houdt. Op briljante wijze laat hij zien welke biologische, culturele en historische ontwikkelingen onze morele waarden hebben gevormd, juist op het moment van misschien wel hun grootste crisis.

Fragment uit (de) Inleiding - Alles wat belangrijk voor ons is geweest
De geschiedenis die ik ga vertellen, wil een bijdrage leveren aan ons begrip van het heden. Moderne samenlevingen staan momenteel onder een morele druk om de mogelijkheid van hun eigen voortbestaan te verenigen met de onaangenaamste waarheden van hun existentie. Hoe kunnen we de reorganisatie van onze morele infrastructuur, die we op het ogenblik meemaken, zo in kaart brengen dat er licht op het geheel valt?  Waar komt de onverzoenlijke polarisering vandaan die we nu zien? Wat is het verband tussen culturele identiteit en sociale ongelijkheid? Uiteindelijk worden die elementen zo met elkaar verbonden dat een tijdsdiagnose van  de huidige morele crisis het resultaat is. De diagnose die ik voorstel vloeit voort uit de geschiedenis van onze moraal, die ik in de loop van dit boek uit de doeken doe. Om het heden te begrijpen, moet je je met het verleden inlaten.

  Kort gezegd: de evolutie van onze moraal heeft ons wel in staat gesteld samen te werken, maar heeft onze morele disposities beperkt tot degenen die wij tot 'onze' groep rekenen (hoofdstuk een, 5.000.000 jaar). 

Een behoefte aan samenwerking, die is toegenomen door externe ecologische omstandigheden, kon alleen worden bevredigd door in steeds grotere groepen te gaan samenleven. De praktijk van het straffen gaf ons enerzijds de zelfbeheersing en de sociale verdraagzaamheid die daarvoor noodzakelijk is, maar rustte ons anderzijds uit met een psychologie die de handhaving van de groepsnormen met grote waakzaamheid in de gaten houdt (hoofdstuk twee, 500.000 jaar). 

De co-evolutie van genen en cultuur maakte van ons schepselen die erop aangewezen zijn van anderen te leren om het geaccumuleerde kapitaal aan informatie en vaardigheden op de best mogelijke manier te kunnen absorberen. Tegelijkertijd moest er nu kunnen worden besloten van wie je wilde leren - dat wil zeggen wie je vertrouwt en gelooft - en dat voorschot aan vertrouwen is door gedeelde waarden tot stand gebracht (hoofdstuk drie, 50.000 jaar). 

Onze species van coöperatieve, punitieve en lerende wezens is er uiteindelijk in geslaagd steeds grotere samenlevingen te vormen, die onder de druk van hun eigen ledenaantal ineen dreigden te storten. Streng hiërarchische organisatievormen begonnen ons oorspronkelijk egalitarisme te vervangen, waardoor menselijke samenlevingen zich opsplitsten in sociaaleconomische elites en een meerderheid van politiek en materieel benadeelden. De sociale ongelijkheid nam toe, net als onze aversie ertegen (hoofdstuk vier, 5.000 jaar). 

Het was slechts een kwestie van tijd voordat de geschiedenis van de moraal een culturele constellatie voortbracht die verwantschap en hiërarchie als structuurprincipe van de samenleving verving door autonoom aangegane samenwerking tussen individuen. Dat nieuwe stadium van sociale evolutie maakte tot op de dag van vandaag ongehoorde krachten vrij voor economische groei, wetenschappelijke vooruitgang en politieke emancipatie, die uitmondden in de moderne samenleving waarin we nog steeds leven (hoofdstuk vijf, 500 jaar). 

Tegelijkertijd groeiden de spanningen tussen onze psychologische aversie tegen sociale ongelijkheid en de economische voordelen, die een maatschappelijke structuur mogelijk maakt, gebaseerd op individuele vrijheidsrechten. met de toenemende materiële overvoed werd de eis luider de belofte van menselijke gelijkheid eindelijk in te lossen: de sociaal-politiek status van benadeelde minderheden werd een morele prioriteit (hoofdstuk zes, 50 jaar).  

Dat dit probleem niet met de verhoopte spoed kon worden opgelost, kenmerkt onze actuele situatie, waarin de hoofdelementen van de geschiedenis van onze moraal zich verbinden tot een giftig mengsel: onze moreel geladen groepspsychologie maakt ons gevoelig voor sociale verdeeldheid. De moeilijkheden bij het overwinnen van ook de laatste sociale ongelijkheid leidt tot argwaan jegens eenieder die niet met het noodzakelijk geachte fantasie voor dezelfde zaak strijdt. Dat versterkt de indeling van de samenleving in 'wij' en 'zij daar', waardoor onze vatbaarheid voor desinformatie toeneemt, omdat we de beslissing wie we moeten geloven steeds afhankelijker maken van signalen van morele verbondenheid. Onze punitieve psychologie begint nu de symbolische markers van onze groepsverbondenheid steeds fijngevoeliger te onderzoeken en de overschrijding van de geldende normen steeds excessiever te bestraffen. De huidige - linkse en rechtse - identiteitsconflicten zijn het gevolg van die dynamiek (hoofdstuk zeven, vijf jaar). 

Maar zo hoeft het niet te eindigen, want onze politieke meningsverschillen zijn meestal slechts oppervlakkig, en onder dat oppervlak zijn er diepgaande, universele, morele waarden die alle mensen met elkaar delen en de basis van een nieuwe toenadering vormen (slot). (pagina 11-13)

Terug naar Overzicht alle titels

vrijdag 21 februari 2025

Werner Herzog

De toekomst van de waarheid
De Arbeiderspers 2024, 125 pagina's  € 21,99

Oorspronkelijke titel: Die Zukunft der Warheit (2024)

Wikipedia: Werner Herzog (1942)

Korte beschrijving
Een persoonlijk getinte filosofische verhandeling over de vraag wat waarheid betekent in tijden van nepnieuws, politieke manipulatie en kunstmatige intelligentie, en hoe deze zich verhoudt ten opzichte van poëzie en filmkunst. Werner Herzog onderzoekt hoe de waarheid van het creatieve proces zich verhoudt tot empirische feiten, en bespreekt o.a. de verzonnen overwinning van farao Ramses en de moderne mythe van ontvoering door buitenaardse wezens. Hij reflecteert ook op zijn eigen ervaringen op de filmset en zijn gedachten en herinneringen. Persoonlijk en bespiegelend geschreven. Geschikt voor een breed tot geoefend lezerspubliek.  Werner Herzog (München, 1942) is o.a. auteur, scenarioschrijver, acteur en cameraregisseur. Hij maakte legendarische films als Fitzcarraldo, Nosferatu, Encounters at the End of the World en Grizzly Man. Hij schreef eerder ‘Het schemeren van de wereld’ en ‘Ieder voor zich en God tegen allen’. Zijn werk wordt in meer dan dertig landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
‘De zoektocht naar waarheid is wat ons van de koeien in de wei onderscheidt.’ – Werner Herzog

In een wereld die wordt ondermijnd door nepnieuws, politieke manipula­tie en kunstmatige intelligentie, stelt Werner Herzog de filosofische vraag: wat is waar? En hoe verhoudt de waarheid van poëzie en filmkunst zich tot empirische feiten? Van de verzonnen overwinning van farao Ramses tot de moderne mythe van ontvoering door buitenaardse wezens, en van extatische momenten op de filmset tot confrontaties met de werkelijkheid tijdens da­genlange tochten: op geheel eigen wijze knoopt Werner Herzog fascinerende gedachten en herinneringen aan elkaar. Een boek voor iedereen die zich kan verwonderen.

Motto
God had een grote spiegel, en toen God in de spiegel keek zag hij de waarheid. Toen liet God de spiegel vallen, en de spiegel sprong in duizend scherven uiteen. De mensen haastten zich om een van de scherven te pakken. Ze keken allen in hun scherven, zagen zichzelf en dachten de waarheid te kennen. (pagina 6)

Fragment uit I. Wat is waarheid?
Om (terug) te komen op Mars: de afstand daarheen kan in ongeveer vierenhalve maand worden afgelegd, vooropgesteld dat de banen van de aarde en Mars extreem dicht bij elkaar staan. het lijdt weinig twijfel dat we er binnen afzienbare tijd astronauten naartoe zullen sturen voor korte missies. Opmerkelijk genoeg wordt dat tijdstip al decennialang steeds weer naar een onbestemd punt in de toekomst verschoven. Want Mars is onbehagelijk. Op de weg ernaartoe, net als op de planeet zelf, zouden energetische stralen van de zon, zonnewinden, ons kunnen verbranden. In plaats daarvan zouden we gemakshalve meteen in een magnetron kunnen gaan zitten en die aanzetten. het oppervlak van Mars is uiterst toxisch. We zouden ons diep in de grond moeten boren, maar waarmee? Waar halen we de machines vandaan om diepe bunkers te graven? Het zou eenvoudiger zijn om ons met ongeveer drie meter water te omringen en ons zo tegen de straling te beschermen. Maar hoe nemen we dat mee in onze ruimtecapsule? Het weerstaan van de op Mars heersende temperaturen is uitvoerbaar, maar waar halen we de grote hoeveelheid energie hiervoor vandaan als de zon zo ver weg staat dat die nauwelijks als energiebron in aanmerking komt? De astronauten zitten ook nog met het volgende simpele probleem: hoe kunnen ze genoeg brandstof meenemen om zichzelf ook weer naar de aarde terug te schieten? En dan zijn er nog de banen van de aarde en Mars: als we na enkele maanden reizen aankomen, zouden Mars en de aarde weer zo ver van elkaar afstaan dat we amper voldoende brandstof zouden kunnen meenemen om de terugreis zelfs maar op korte termijn, zeg na een week, te kunnen aanvaarden. Pas na tweeënhalf jaar zouden de aarde en Mars zich weer op een gunstige 'korte' afstand tot elkaar bevinden.

En zo komen we weer bij de utopie van miljoenen kolonisten op Mars. Dit project, dit zelfbedrog, wordt behandeld als een waarheid, die nog het meest lijkt op een sektarische geloofsovertuiging. Je krijgt te horen dat we water kunnen opwekken door de koolkappen van Mars te laten smelten. Dat kun je doen met nucleaire explosies. Vermoedelijk wel, ja, maar hoe krijg je een atoombom op Mars en de enorme technologie die nodig is om hem tot ontploffing te brengen? Een hoe leiden we het water naar de menselijke nederzettingen, over honderden zo niet duizenden kilometers? Met pijpleidingen? Hoe bouwen we die? Hoe zorgen we voor arbeiders, voor bouwmateriaal, voor de hele constructie? Robots zouden dit kunnen doen, zoals intelligente robots ook een gigantische koepel zouden kunnen neerzetten om hele steden tegen de straling te beschermen. Maar dan moeten we duizenden ruimteschepen in een staccato met tussenpozen van slechts enkele seconden wegsturen, een armada, die allemaal in hetzelfde doelgebied moeten landen. De mensheid is daar helemaal niet toe in staat. (pagina 14-16)

Fragment uit II. Het varken van Palermo
Op de markt van Palermo viel een varken in een afvalschacht die met de riolering was verbonden. Een ijzeren rooster in de diepte ving het dier op. Omdat de schacht zo nauw was, lukte het niet het varken uit zijn benarde positie te bevrijden, en eigenaren van marktkraampjes en klanten gooiden af en toe wat afval naar beneden naar het varken, dat hierdoor, zo gaat het verhaal, een paar jaar in leven bleef. Vermeld moet worden dat de schacht niet buisvormig was, maar vierkant, Het varken nam steeds meer de vierkante vorm van zijn krappe gevangenis aan, en toen men het uiteindelijk nog levend borg, was het sneeuwwit, half doorzichtig als een engerling, en had een kubusvorm aangenomen, lillend, als een groot stuk jello, een in Amerika populaire, afgrijselijke, doorzichtige drilpudding. Zijn poten waren verschrompeld, ingebed in de klont van zijn lichaam. Het kon eten aan de bovenkant en poepen aan de onderkant; dat was zo ongeveer alle nog herkenbare anatomie.

Laten wij ons de kosmonauten voorstellen die naar Proxima Centauri b op reis zijn. Dat de dichtstbijzijnde van alle planeten net z gloeit als onze zon, doet er weinig toe. Desalniettemin, veel succes op jullie reis. En één ding is zeker: voor de viereneenhalf lichtjaar zouden onze ruimtevaarders tienduizenden jaren onderweg zijn. Zij zouden zich aan boord dus moeten voortplanten, en al na een paar eeuwen zouden zij als gevolg van inteelt, steeds misvormder raken, tot gedrochten muteren, die na enkele millennia beslist zouden zijn vergeten waar ze vandaan kwamen en waar ze naartoe reisden. Zoals overal onder menselijke wezens zouden er onenigheid zijn, moord, opstanden, paleisrevoluties. De reizigers zouden de vorm aannemen van de kuipstoelen van hun commandocentrum of van hun slaapplaatsen aan boord. Zonder zonlicht zouden ze ook wit en doorzichtig worden, als vette maden. Het varken van Palermo, dat maar een paar jaar in zijn schacht klem zat, was in vergelijking daarmee nog goed gevormd. (pagina 24-25)

Fragment uit XI. De toekomst van de waarheid
De waarheid heeft geen toekomst, maar waarheid heeft ook geen verleden.

Wij willen, wij zullen, wij mogen, wij kunnen de zoektocht naar de waarheid echter niet opgeven. (pagina 125)

Terug naar Overzicht alle titels

zaterdag 8 februari 2025

Byung-Chul Han 7

Psychopolitiek : neoliberalisme en de nieuwe machtstechnieken
Van Gennep 2015, 95 pagina's € 14,95

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Oorspronkelijke titel: Psychopolitik: Neoliberalismus und die neuen Machttechniken (2014)

Wikipedia: Byung-Chul Han (1959-)

Korte beschrijving
Over vrijheid en vormen van dwang die de individuele vrijheid beperken. Soms vrijwillige dwang, zoals de zelfuitbuitende arbeider die zich onderwerpt aan zijn eigen onderneming, of het individu die vrijwillige data prijsgeeft aan de 'digitale controlemaatschappij'. De like-button als het amen in een machtscontext. Andere vormen van dwang zijn de emotiedwang, die tegen iedere reflectie ingaat of communicatiedwang, die verslavend is. Het werk en de school zijn disciplineringsruimtes. Verlossing, bevrijding en verzet zijn mogelijk door zelf het verhaal te schrijven en zelf betekenis te geven. Lezen en schrijven maakt mondig. Het boek bestaat uit los leesbare, korte hoofdstukken met veel samenhang. Met eindnoten. Deze actuele maatschappelijke analyse vormt een goede kennismaking met deze nog onbekende Duits-Koreaanse filosoof.

Tekst op website uitgever
Vrijheid is niet absoluut, maar roept nieuwe vormen van dwang en discipline op. Niet langer worden we gedisciplineerd door machten van buitenaf, maar door onszelf. Prestatiedwang en het gevoel transparant te moeten zijn brengen nieuwe onvrijheden met zich mee. Deze stelling wordt in het nieuwe boek van de Koreaans-Duitse schrijver Han in verband gebracht met recente economische en maatschappelijke ontwikkelingen binnen het neoliberalisme. Zo bekritiseert Han de imperatieven (constant never ending improvement!) van Amerikaanse goeroes op het terrein van persoonlijke ontwikkeling en coaching, en zet hij vraagtekens bij de theorie van Big Data. Na zijn eerdere essays over vermoeidheid, transparantie en liefde, geeft het briljant geschreven PSYCHOPOLITIEK een grandioze en veelomvattende kritiek op de belangrijkste ontwikkelingen in de huidige samenleving. Byung-Chul Han is hoogleraar filosofie. Momenteel is hij verbonden aan de Universität der Kunste Berlin.

Fragment uit Gewiekste macht
Macht heeft zeer uiteenlopende verschijningsvormen. Haar meest directe, meest ongezoutene vorm uit zich als negatie van de vrijheid. Ze stelt de machthebbende in staat zijn wil tegen de wil van de aan zijn macht onderworpene ook met geweld door te zetten. Maar de macht blijft niet beperkt tot het breken van verzet en het afdwingen van gehoorzaamheid. Ze hoeft niet per se de vorm van dwang aan te nemen. De macht die aangewezen is op geweld, vertegenwoordigt niet de hoogste macht. Dat zich zelfs maar een tegengestelde wil vormt en dat die de confrontatie met de machthebber aangaat, getuigt van de zwakte van zijn macht. Juist daar waar de macht niet tot speciaal thema wordt verheven, is ze onbetwijfelbaar aanwezig. Hoe groter de macht, hoe stiller ze werkt. Ze is er, zonder dat ze veel ophef over zichzelf hoeft te maken. 
  De macht kan weliswaar tot uiting komen als geweld of repressie, maar ze berust er niet op. De macht is niet per definitie buitensluitend, verbindend of censurerend. En ze is niet het tegenovergestelde van de vrijheid. Ze kan zelfs gebruikmaken van die vrijheid. Alleen in haar negatieve vorm manifesteert de macht zich als nee-zeggende kracht, die de wil breekt en de vrijheid negeert. Tegenwoordig neemt de macht in toenemende mate een permissieve vorm aan. In haar permissiviteit, sterker: in haar vriendelijkheid, doet ze afstand van haar negativiteit en doet ze zich voor als vrijheid.
  De disciplinaire macht wordt nog helemaal geregeerd door negativiteit. Ze uit zich inhibitief en niet permissief. Op grond van haar negativiteit kan ze geen beschrijving geven van het neoliberale regime, dat schittert van positiviteit. De machtstechniek van het neoliberale regime neemt een subtiele, soepele, gewiekste vorm aan en onttrekt zich aan elke vorm van zichtbaarheid. Het onderworpen subject is zich hier niet eens bewust van zijn onderworpenheid. Voor het subject blijft de machtscontext compleet verborgen. Zo denkt het vrij te zijn.
  Inefficiënt is een disciplinaire macht die met een grote inzet van kracht mensen met geweld in een korset van geboden en verboden perst. Aanzienlijk efficiënter is de machtstechniek die ervoor zorgt dat mensen zich vanuit zichzelf ondergeschikt maken aan de machtscontext. Ze wil activeren, motoveren, optimaliseren en niet remmen of onderdrukken. Haar bijzondere efficiëntie vindt haar oorsprong in het feit dat ze niet werkt door middel van verbod en ontzegging, maar door te behagen en te vervullen. In plaats van mensen volgzaam te maken, probeert ze hen afhankelijk te maken.
  De gewiekste, vriendelijke macht opereert niet frontaal tegen de wil van de onderworpen subjecten in, maar stuurt hun wil in haar voordeel. Ze zegt eerder ja dan nee, ze is eerder verleidend dan onderdrukkend. Ze doet haar best positieve emoties op te wekken en die uit te buiten. Ze verleidt in plaats van te gebieden. In plaats van zich tegen het subject te keren, komt ze het subject tegemoet.
  De gewiekste macht schurkt tegen de psyche aan, in plaats van haar te disciplineren en te onderwerpen aan dwang of verboden. Ze legt ons geen zwijgen op. Ze spoort ons permanent aan mee te delen, te delen, deel te nemen, onze meningen, behoeften, wensen en voorliefdes te communiceren en over ons leven te vertellen. Deze vriendelijke macht is als het ware machtiger dan de repressieve macht. Ze onttrekt zich aan alle zichtbaarheid. De huidige crisis van de vrijheid houdt in dat we met een machtstechniek te maken hebben die de vrijheid niet negeert of onderdrukt, maar haar uitbuit. 
  De vrije keuze als zodanig wordt vernietigd ten gunste van de vrije keuze uit verschillende aanbiedingen.

  Gewiekste macht met een vrijheidlievend, vriendelijk voorkomen, die stimuleert en verleidt, is effectiever dan macht die voorschrijft, dreigt en verordent. De like-button is haar symbool. Je onderwerpt je aan de machtscontext terwijl je consumeert en communiceert, ja, terwijl je like-buttons aanklikt. Het neoliberalisme is het kapitalisme van het bevalt-me. Het onderscheidt zich fundamenteel van het kapitalisme van de negentiende eeuw, dat met disciplinaire dwangmiddelen en verboden werkt.
  De gewiekste macht leest en evalueert onze bewuste en onbewuste gedachten. Ze zet in op vrijwillige zelforganisatie en zelfoptimalisering. Zo hoeft ze geen weerstand te overwinnen. Deze macht heeft geen behoefte aan grote krachtsinspanning, geweld, want ze is er gewoon. Ze wil heersen doordat ze probeert te behagen en afhankelijkheid creëert. Tot het kapitalisme van het bevalt-me behoort de volgende waarschuwende boodschap: Protect me from what I want. (pagina 21-23)

Protect me from what I want is het motto van dit boek, en afkomstig van beeldend kunstenares Jenny Holzer.

Lees ook: De crisis van het narratieve (2024), De palliatieve samenleving : pijn vandaag de dag (2022), De vermoeide samenleving (2012), Infocratie : digitalisering en de crisis van de democratie (2022), Over het verdwijnen van rituelen (2025) en Vita contemplativa : over inactiviteit (2023).

woensdag 5 februari 2025

Ignaas Devisch

We informeren ons kapot : pleidooi voor onwetendheid
De Bezige bij 2024, 288 pagina's  € 22,99

Wikipedia: Ignaas Devisch (1970-)

Korte beschrijving
Een kritisch relaas over de hedendaagse informatiemaatschappij waarin informatie beschouwd wordt als het moderne goud, en een pleidooi voor het leren te negeren wat geen aandacht verdient. De auteur analyseert de invloed van de infocratie, een tijdperk waarin aandacht en informatie de belangrijkste munteenheden zijn. Hij belicht hoe politieke en economische krachten ons online beïnvloeden door middel van georganiseerde desinformatie en manipulatie. De auteur pleit voor een kritische blik en het trainen van het vermogen om irrelevante informatie te negeren. Vanuit deze weloverwogen onwetendheid kunnen we opnieuw een geïnformeerde positie in de wereld innemen, zonder onszelf en de democratie kapot te informeren. In vaardige, analytische stijl geschreven, met passages vanuit het ik-perspectief van de auteur. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep.  Ignaas Devisch (Brugge, 1970) is een Belgische auteur, filosoof en hoogleraar medische filosofie en ethiek aan de Universiteit Gent. Hij publiceerde eerder 'Ziek van gezondheid’, ‘Rusteloosheid’, 'Het empathisch teveel’ en ‘Vuur’.

Tekst op website uitgever
Iedereen kent het wel: je wilt snel iets opzoeken op het internet en twee uur later ben je nog bezig. Dat hebben we niet helemaal zelf in de hand: aandacht en informatie zijn de munteenheden van een nieuw tijdperk, de infocratie. Nog nooit konden we zoveel te weten komen over een breed scala aan onderwerpen als nu. Tegelijk staan onze individuele vrijheden op het spel, omdat politieke en economische krachten ons op allerlei manieren online proberen te beïnvloeden. Ze slagen er geregeld in door middel van georganiseerde desinformatie en manipulatie mensen op te hitsen.

Dit vereist een kritische blik, die we moeten blijven trainen om te leren negeren wat geen aandacht verdient. Ignaas Devisch laat zien hoe we vanuit die weloverwogen onwetendheid opnieuw tot een geïnformeerde positie in de wereld kunnen komen. Hoog tijd dat we stoppen onszelf – en de democratie – kapot te informeren.

Fragment uit 2. Desinformatie
Infocratie
Jurgen Habermas spreekt in Een nieuwe structuurverandering van het publiek domein in dit verband over een omwenteling die vergelijkbaar is met de opkomst van de boekdrukkunst.
  Zijn collega Byung-Chul Han gebruikt infocratie als verzamelterm om de aan de gang zijnde veranderingen te beschrijven. Han vult die term normatief in en beschouwt infocratie in de eerste plaats als een heerschapsregime waarbij individuele vrijheden op het spel staan omdat er op het internet politieke en economische krachten aan het werk zijn die via onze digitale verwerking van informatie ons gedrag controleren en proberen aan te sturen. Hij benadrukt de enorme impact van de digitale omwentelingen op sociale en economische processen, waaronder het karakter van de democratie.
  Habermas is voorzichtiger en spreekt van een 'geïnformeerd vermoeden' dat het digitale burgerschap wel degelijk een omwenteling van jewelste is voor de democratie. We moeten veel  meer informatie verwerken en we doen dat bovendien vaak op onszelf, via het eenzame scherm. Dat kan niet anders dan impact hebben op sociale relaties, aldus Habermas.
 Wat Habermas beschrijft, zien we natuurlijk allemaal als we even om ons heen kijken. Tussen onszelf en anderen staat een scherm en dat scherm bemiddelt onze omgang met de wereld. Afspraken met mensen verlopen vaak eerst via digitale kanalen en daarna fysiek. Wie je bent of wat je voor anderen betekent wordt steeds meer bepaald door je digitale identiteit. Daartegenover staan bijvoorbeeld de enorme mogelijkheden om met mensen waar ook ter wereld in contact te komen of om op een directe manier te communiceren met onbekenden.
  Of het internet de verhouding tussen burger en samenleving duurzaam zal veranderen, blijft een open vraag. Maar dat we vandaag op een andere manier informatie verwerken en onze sociale relaties gewijzigd zijn door onze digitale identiteit is duidelijk. (pagina 48-49)

Een ander fragment uit 3. Polarisatie
Bewust toestemming geven om je op een andere manier te laten beïnvloeden is uiteraard een kunstmatige situatie die in werkelijkheid zelden voorkomt. Algoritmen vragen immers geen toestemming. Dan is het moeilijker om uit de bubbel te stappen waarin je gevangenzit en leidt je zelfgekozen online zoektocht tot bewustzijnsverandering. Die vernauwing is niet zomaar weg te werken.
  Byung-Chul Han maakt wat dit betreft een verhelderend onderscheid tussen mensen die nog over een discursief vermogen beschikken, die kortom dingen in woorden kunnen vatten en het beschrijven, en zij die daar niet (meer) toe in staat zijn. Is de vernauwing eenmaal in gang gezet, dan is het moeilijk de klok terug te draaien. Het gaat immers niet zomaar om keuzes, wel om vertrouwen of angst.
  Samen met Hannah Arendt benadrukt Han daarom het belang van een discursief vermogen in de democratie. Het vergt nu eenmaal verbeeldingskracht om een standpunt van anderen te begrijpen dat niet noodzakelijk met de jouwe overeenkomt en vervolgens van daaruit je eigen mening te vormen. Die reflectie over je eigen mening vooronderstelt de aanwezigheid van anderen en de mogelijkheid je mening niet te laten samenvallen met je identiteit.
(pagina 72)

Fragment uit: Tot slot - Emancipatie in tijden van infocratie
Hoezo, onwetendheid?

Weloverwogen onwetendheid komt uieraard niet zomaar tot stand. Wie zich terecht afvraagt hoe dat dan concreet moet, zal meteen beseffen dat we daarin nog stappen te zetten hebben. We hebben vandaag weinig tot geen gedeelde praktijken om hiermee om te gaan, Dat is begrijpelijk. We moeten immers de spreekwoordelijke boot repareren terwijl die verder vaart, en dat is geen eenvoudige opgave,
  We kunnen hierin alleen in slagen als we een reeks methodieken en strategieën ontwikkelen die ons meer immuun maken tegen nonsens. Boven op wat er collectief nodig is om het democratische schip drijvende te houden, zullen we allemaal voor onszelf een aantal trucs en gewoontes moeten aanleren om de slechte gewoontes in te ruilen voor betere. Vergelijk het met een dieet en het aanleren van een betere leefstijl, want daarover gaat het. We moeten af van de rommel en de bagger en buffers inbouwen om meer en beter in staat te zijn met kwaliteitsvolle informatie onszelf te emanciperen.
  Weloverwogen onwetendheid is echter geen zaak van het individu alleen. We hebben anderen nodig om onderbouwde keuzes te maken in wat we negeren. Netwerken van surfers kunnen ons helpen. Wij kunnen leren van netwerken en de netwerken leren van ons. We moeten op een onderbouwde en geordende wijze informatie te pakken krijgen door een beroep te doen op meerdere fora tegelijk zodat we enerzijds bewustzijnsvernauwing tegengaan en anderzijds ook niet alles tegelijk moeten verwerken of bijhouden.
  Door deel uit te maken van diverse netwerken kunnen we met door anderen onderzochte informatie wel degelijk stappen vooruit zetten in de infocratie, zowel individueel als collectief.
  Een aantal van de vuistregels voor een beter publiek debat is vanuit dat perspectief opgesteld. Leren luisteren, een beroep doen op anderen of je oordeel uitstellen: telkens gaat het om een vorm van afhankelijkheid die nadrukkelijk de eigen onwetendheid voor ogen houdt en samenwerking met anderen beoogt. Stuk voor stuk worden dat cruciale eigenschappen van burgers die zich in een digitaal tijdperk moeten oriënteren en van een samenleving die complexe uitdagingen het hoofd moet bieden. (pagina 231-232)

Lees vooral ook: Nexus : van het stenen tijdperk tot AI: een beknopte geschiedenis van informatienetwerken van Yuval Noah Harari (uit 2024) en Infocratie : digitalisering en de crisis van de democratie van Byung-Chul Han (uit 2022).

Of klik hier voor meer boeken over dit brede thema.

Terug naar Overzicht alle titels

Bonnie Honig

Publieke dingen : democratie ontregeld
Boom 2025, 240 pagina's  € 24,90

Oorspronkelijke titel: Public Things: Democracy in Disrepair (2017)

Wikipedia: Bonnie Honig (1959)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Publieke voorzieningen als parken, rioleringen, gezondheidszorg, bibliotheken en universiteiten zijn cruciaal voor onze democratie. Het zijn de dingen waarover we politieke strijd voeren, waarvoor we samen in actie komen en waarvoor we samen zorgen. De Canadese filosofe Bonnie Honig houdt een vurig pleidooi voor ‘publieke dingen’, die betekenis geven aan ons burgerschap en die ons tot democratische burgers maken.

Honig laat overtuigend zien dat de opmars van het neoliberalisme en de afbrokkeling van publieke voorzieningen een bedreiging vormen voor onze democratie. Op originele wijze verbindt ze de politieke filosofie met psychoanalyse en populaire cultuur. Publieke dingen is een wervelend filosofisch betoog met een hoopvolle boodschap.

‘Publieke dingen biedt een nieuw perspectief op wat het “publieke” is en wat het “doet” voor ons democratisch leven.’ – Bastiaan Rijpkema, rechtsfilosoof en hoogleraar aan de Universiteit Leiden, in zijn inleidende essay

Bonnie Honig is politiek filosoof en hoogleraar aan Brown University (Verenigde Staten). Ze is een grondlegger van het ‘agonistische’ denken over democratie, dat weigert politiek conflict weg te poetsen. In februari 2025 ontving Honig een eredoctoraat van de Universiteit Leiden, op voordracht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels