woensdag 11 september 2024

Yuval Noah Harari 4

Nexus : van het stenen tijdperk tot AI: een beknopte geschiedenis van informatienetwerken
Thomas Rap 2024, 527 pagina's € 29,99

Oorspronkelijke titel: Nexus: A Brief History of Information Networks from the Stone Age to AI (2024)

Wikipedia: Yuval Noah Harari (1976)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
We hebben onze soort Homo sapiens genoemd, ‘de wijze mens’, maar als mensen zo wijs zijn, waarom zijn we dan zo zelfdestructief? Waarom staan we op het punt ecologische en technologische zelfmoord te plegen?

Op dit moment maken we de meest ingrijpende informatierevolutie in onze geschiedenis door. Om goed te kunnen begrijpen wat er gebeurt, moeten we leren van het verleden en analyseren welke rol informatie in ons leven speelt.

Al eeuwenlang verkrijgt de mensheid macht door het verspreiden van informatie in de vorm van fictie, fantasieën en massale waanideeën. In Nexus neemt Yuval Noah Harari ons mee naar het stenen tijdperk, de heiligverklaring van de Bijbel, vroegmoderne heksenjachten, het stalinisme, het nazisme en de heropleving van het hedendaagse populisme, om de complexe relatie tussen informatie en waarheid, bureaucratie en mythologie, wijsheid en macht bloot te leggen. Hij onderzoekt hoe verschillende samenlevingen en politieke systemen in het verleden informatie hebben gebruikt om hun doelen te bereiken en orde te scheppen, ten goede en ten kwade.

In de 21ste eeuw kan kunstmatige intelligentie ervoor zorgen dat we geen grip meer hebben op de verspreiding van waanideeën en onwaarheden. Door weloverwogen keuzes te maken, kunnen we de ergste uitkomsten wellicht nog voorkomen.

Fragment uit (het) Voorwoord
Onze individuele psychologie is dus niet de factor die tot machtsmisbruik leidt. Mensen zijn immers niet alleen in staat tot hebzucht, overmoed en wreedheid, maar ook tot liefde, mededogen, bescheidenheid en vreugde. Het is zeker waar dat de akeligste leden van onze soort zich laten leiden door hebzucht en wreedheid en dat die tot machtsmisbruik kunnen leiden, maar waarom zouden mensengemeenschappen ervoor kiezen om hun akeligste leden de macht te geven? De meeste Duitsers uit 1933 waren  bijvoorbeeld geen psychopaten. Waarom kozen ze dan toch voor Hitler?

Onze neiging om onbeheersbare krachten op te roepen komt niet voort uit de individuele psyche, maar uit de unieke manier waarop onze soort in grote groepen kan samenwerken. Het voornaamste argument van dit boek is dat de mensheid enorm veel macht vergaart door het opzetten van grote  samenwerkingsnetwerken, maar dat de manier waarop die netwerken zijn opgezet ze vatbaar maakt voor een onverstandig gebruik van die macht. Ons probleem is dus een netwerkprobleem.

Specifieker gesteld is het een informatieprobleem. Informatie is de lijm die netwerken bij elkaar houdt, maar sapiens hebben tienduizenden jaren lang grote netwerken opgezet en onderhouden door het bedenken en verspreiden van verzinsels, fantasieën en massale waanvoorstellingen – over goden, betoverde bezems, ai en nog veel meer. Individuele mensen willen doorgaans graag de waarheid over zichzelf en de wereld te weten komen, maar grote netwerken verbinden hun leden en creëren orde met behulp van verzinsels en fantasieën. Zo hebben we bijvoorbeeld het nazisme en het stalinisme gekregen. Dat waren uitzonderlijk sterke netwerken die bijeen werden gehouden door uitzonderlijke waanideeën. Onwetendheid is kracht, zoals het beroemde citaat van George Orwell luidt.

Het feit dat het naziregime en dat van Stalin op wrede verzinsels en Nexus schaamteloze leugens gebaseerd waren, maakte ze zeker niet tot historische uitzonderingen en het maakte hun val ook niet onvermijdelijk. Het nazisme en het stalinisme waren twee van de sterkste netwerken die mensen ooit hebben opgezet. Eind 1941, begin 1942 wonnen de asmogendheden bijna de Tweede Wereldoorlog. Uiteindelijk kwam Stalin als overwinnaar uit de bus,1 en in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw maakten hij en zijn erfgenamen ook nog een redelijke kans om de Koude Oorlog te winnen. In de jaren negentig kregen liberale democratieën de overhand, maar dat begint steeds meer op een tijdelijke overwinning te lijken. In de eenentwintigste eeuw zou een nieuw totalitair regime heel goed kunnen slagen in iets wat Hitler en Stalin niet voor elkaar kregen, namelijk het opzetten van een almachtig netwerk waarin toekomstige generaties niet eens meer kunnen proberen om de onderliggende leugens en verzinsels aan de kaak te stellen. We moeten niet klakkeloos aannemen dat netwerken op basis van waanideeën automatisch gedoemd zijn. Als we hun overwinning willen voorkomen, zullen we daar hard voor moeten werken. (pagina 12-13)

Fragment uit 11. Het digitale gordijn: wereldrijk of wereldwijde tweedeling?
Datakolonialisme

In de zestiende eeuw, toen Spaanse, Portugese en Nederlandse conquistadores de eerste wereldrijken van de geschiedenis vestigden, kwamen ze met zeilschepen, paarden en buskruit. Toen de Britten, Russen en Japanners in de negentiende en twintigste eeuw een gooi naar de hegemonie deden, hadden ze stoomschepen, locomotieven en machinegeweren. In de eenentwintigste eeuw hoef je geen kanonneerboot meer te sturen om een kolonie te domineren. Je hoeft alleen de data er maar uit te trekken. Een paar bedrijven of regeringen die alle data op aarde oogsten kunnen de rest van de aardbol reduceren tot datakoloniën - gebieden die ze niet beheersen met openlijke militaire overmacht, maar met informatie.

Stel je een situatie voor - zeg over een jaar of twintig - waarin iemand in Beijing of San Francisco de complete persoonlijke geschiedenis van alle politici, journalisten, kolonels en CEO's in jouw land in handen heeft: elk appje dat ze ooit verstuurd hebben, elke zoekopdracht die ze ooit op internet hebben ingetikt, elke ziekte die ze gehad hebben, elk seksueel contact dat ze hebben genoten, elke grap die ze hebben verteld, alle steekpenningen die ze hebben aangenomen. Zou je dan nog steeds in een onafhankelijk land wonen of in een datakolonie? Wat gebeurt er als je land ineens volkomen afhankelijk wordt van digitale infrastructuren en op AI draaiende systemen waarover het in wezen geen enkele controle heeft?

Zo'n situatie kan tot een nieuw soort datakolonialisme leiden waarin de beheersing van data gebruikt wordt om verre koloniën te domineren. Zeggenschap over AI en data kan de nieuwe grootmachten ook macht geven over de dingen waaraan mensen aandacht schenken. Zoals we al zagen, hebben de Amerikaanse socialemediagiganten als Facebook en YouTube in de jaren tien de politiek van verre landen als Myanmar en Brazilië al compleet overhoopgegooid, puur uit winstbelang. Toekomstige digitale wereldwijken zouden iets vergelijkbaars kunnen doen vanuit politieke overwegingen. (pagina 416-417)


Lees ook:  Sapiens : een kleine geschiedenis van de mensheid (2014), Homo Deus : een kleine geschiedenis van de toekomst (2016) en 21 lessen voor de 21ste eeuw (2018).

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen