Lemniscaat 2021, 128 pagina's - € 19,99
Korte bio van Jan Warndorff (1965) en zijn website
Korte beschrijving
Enkele jaren geleden verraste de filosoof Jan Warndorff met zijn boek 'Geen idee' (2017)*. Daarin doet hij een warm pleidooi om het leven vanuit een soort 'geleerde onwetendheid' te leven. Zijn inspiratiebron en richtsnoer daarbij was de Spaanse filosoof José Ortega y Gasset. Die speelt in zijn nieuwe boek ook nog een rol, maar meer op de achtergrond. In 'Ik ben de wereld' probeert Warndorff de lezer te bewegen tot 'anders denken'. Hij wil daarbij het dualisme tussen denken en werkelijkheid opheffen door uit te gaan van 'dit is wat hier gebeurt'. Het boek leest als een mengeling van mindfulness, belichaamde cognitie en 'het overzichtseffect' dat astronauten ervaren wanneer ze vanuit de ruimte naar ons aardbolletje kijken. Warndorff is wars van dogmatisme en indoctrinatie, hetzij door religie, politiek of wetenschap. Ook is het boek, net als zijn vorige boek, laagdrempelig en verliest hij zich nergens in al te abstracte filosofische bespiegelingen. Een plezierig boek voor een breed publiek, dat tot (zelf)reflectie aanzet over zingeving en de eigen omgang met de wereld.
Tekst op website uitgever
Het roer moet om! Willen we een ecologische ramp afwenden dan moeten we andere prioriteiten stellen, anders omgaan met de natuur en met elkaar. Deze omslag vereist dat we eerst het denken zelf ter discussie stellen. Het westerse denken veronderstelt een afstand tussen de mens en de wereld. Wij benaderen de werkelijkheid van buitenaf en proberen die wetenschappelijk te doorgronden. Dat heeft geleid tot een enorme technologische ontwikkeling, maar heeft ons ook ongevoelig gemaakt voor de wonderbaarlijkheid van het bestaan. Warndorff roept ertoe op het denken te erkennen als een moreel geladen handeling waarmee we onze werkelijkheid mede vormgeven. Vervolgens kunnen wij een betrokken vorm van denken ontwikkelen die ons er steeds aan herinnert dat wij onderdeel zijn van een groter geheel, met onze medemens en de natuur. Wij staan niet los van de wereld; we zijn de wereld.
Fragment uit 2. De kronkel
In de een of andere uithoek van het in talloze zonnestelsels flonkerend uitgegoten heelal was eens een planeet waar schrandere dieren het kennen uitvonden. Dat was de meest hoogmoedige en leugenachtige minuut van de 'wereldgeschiedenis', maar toch niet meer dan een minuut. na enkele ademtochten van de natuur verstarde de planeet en de schrandere dieren moesten sterven. - Zo zou iemand een fabel kunnen verzinnen en toch niet voldoende geïllustreerd hebben, hoe beklagenswaardig, schimmig en vluchtig, hoe doelloos en willekeurig het menselijk intellect binnen de natuur aandoet.
Met deze ronkende zinnen opent de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche zijn essay Over waarheid en leugen in buitenmorele zin (1873). Hoewel hij het menselijk intellect misschien een beetje te kort doet - het is immers krachtig genoeg gebleken om deze hele planeet tot de rand van de afgrond te duwen! - schetst hij hiermee wat in de daaropvolgende decennia het grondthema zou worden van de kritische filosofie: het op zijn plaats zetten van het menselijk intellect, vooral in zijn moderne, rationalistische vorm. En hij formuleert ook precies de clou waar het om draait, door te zeggen dat het kennen werd 'uitgevonden'. Wat heel iets anders is dan hoe de moderne filosofie en wetenschap het altijd hebben voorgesteld, namelijk als iets wat de oude Grieken hebben ontdekt, en wat men in de 17e eeuw, met de Verlichting, heeft herontdekt. Juist door deze uitvinding voor te stellen als een ontdekking ontstaat een soort kortsluiting in het Denken, als een lus die zich tot in het oneindige kan herhalen. Dit is 'de kronkel' die we in dit hoofdstuk gaan onderzoeken, en daarvoor moeten we zogezegd afdalen naar de machinekamer van de moderne Europese geest. Hoe werkt deze kronkel precies, en hoe is die tot stand gekomen? We zullen nu ook beter gaan zien hoe dit samenhangt met de typische Europese arrogantie ten aanzien van andere culturen en de aarde als geheel. Maar vooral zullen we leren om de Europese manier van Denken te onderkennen als inderdaad een bepaalde, cultuurhistorische manier van Denken, en dus niet de enige echte - waardoor de opening ontstaat om weer op een andere, nieuwe manier te gaan Denken en ook te leven. (pagina 49-50)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen