maandag 23 juni 2025

Bruno Latour 8

Pasteur : een wetenschap, een werkwijze, een wereld
Octavo 2024, 141 pagina's € 22,--

Oorspronkelijke titel: Pasteur : une science, un style, un siècle (2022)

Wikipedia: Bruno Latour (1947-2022)

Korte beschrijving
Een filosofische beschouwing van Louis Pasteur (1822-1895), microbiologie en maatschappij. Bruno Latour onderzoekt de impact van Pasteurs werk in de 19e eeuw op de moderne wereld. Pasteur was een pionier in de microbiologie en speelde een cruciale rol in het overtuigen van politici en burgers van het belang van microben. Latour legt parallellen tussen Pasteurs tijd en hedendaagse uitdagingen, zoals de strijd tegen het coronavirus en ecologische veranderingen. Hij benadrukt hoe wetenschap, politiek en maatschappij met elkaar verweven zijn in het aanpakken van onzichtbare vijanden. Zeer intelligent geschreven. Met enkele illustraties. Uitsluitend geschikt voor een geoefende lezersgroep. Bruno Latour (1947-2022) was een beroemde Franse antropoloog, filosoof en socioloog. Hij schreef vele boeken waaronder 'Oog in oog met Gaia'* (2017), 'Waar kunnen we landen?'** (2018) en 'Waar ben ik?'*** (2021). Zijn werk wordt in meer dan dertig landen uitgegeven. Het boek maakt deel uit van de serie: 'Wisselwerkingen'.

Tekst op website uitgever
In de negentiende eeuw stelden wetenschappers vast dat de mens en zijn omgeving wemelen van de microben. Een van hen, Louis Pasteur, is uniek in die tijd. Hij doet niet alleen baanbrekend onderzoek in de microbiologie, maar is ook een wetenschapper die zijn laboratorium verlaat om politici en burgers ervan te overtuigen dat microben een belangrijke rol spelen in onze samenleving. Bruno Latour is gefascineerd door die werkwijze en ziet overeenkomsten tussen de wereld van Pasteur en de wereld waarin wij leven: in de strijd tegen het coronavirus en die tegen de ecologische mutatie is er opnieuw sprake van een onzichtbare vijand, en zijn wetenschap, politiek en maatschappij weer nauw met elkaar verbonden. Bruno Latour (1947-2022) was een Franse filosoof, socioloog en antropoloog. Hij publiceerde over wetenschappelijke praktijken, de aard van de moderne wereld en de onvermijdelijke politisering van het 'Nieuwe Klimaatregime'. Bij Octavo verschenen van zijn hand Oog in oog met Gaia (2017), Waar kunnen we landen? (2018), Waar ben ik? (2021) en, in samenwerking met Nicolas Truong, De Aarde bewonen (2023).

Fragment uit 5. De lessen van Pasteur?
Toch hebben ze geen van allen gelijk. Eens te meer doet Pasteur allebei: hij verbindt en vervolgens laat hij los, hij ziet samenhang, dan isoleert hij, waarna hij opnieuw in verband brengt om nog verder weg te sluipen. De filosofen zouden het verbinden willen negeren en de historici het loslaten. Het is onze gangbare opvatting van de wetenschap, die ons verhindert om haar zo karakteristieke verweven vorm te begrijpen. Zonder verbinding en zonder vooroordeel verkommert een wetenschap, maar ze verkommert nog meer als ze, nadat de proef is opgesteld, niet de mogelijkheid heeft om in het laboratorium de daar gevangen wezens in alle vrijheid te laten ontwikkelen, alvorens terug te keren naar de beginsituatie - op voorwaarde die van tevoren te hebben veranderd in een dependance van het laboratorium... Het is duidelijk: de naïeve visie waarin de wereld van de politiek en die van de wetenschap lijnrecht tegenover elkaar zouden staan, verhindert ons om Pasteurs zo slimme, zo krachtige dialectiek en zijn zo snelle bewegingen te begrijpen.
  De eerste les die we uit het epos van Pasteur kunnen trekken is makkelijk te begrijpen, en is nog belangrijker voor onze tijd dan voor de zijne. We denken vaak dat wetenschap die gescheiden is van de rest van de samenleving en de zorgen van haar tijd, zich des te beter kan ontwikkelen. Zo beschouwd zou Pasteur een vrij matige wetenschapper zijn aangezien hij, zoals we hebben gezien, zich overal mee bemoeide: de industrie, de landbouw, de dierengeneeskunde en de gezondheidszorg. De seculiere verbanden die hij wist te leggen met de belangen van zijn 'klanten' en opdrachtgevers, hebben hem echter niet verzwakt maar juist versterkt aangezien hij, terwijl hij aan hun wensen tegemoetkwam, de strenge regels van zijn laboratorium nooit heeft afgezworen. Omgekeerd denken we vaak dat de objectieve en kille wetenschappen met hun onmenselijkheid een gevaarlijke dreiging vormen voor het dagelijks leven, de kunsten, de cultuur en de geest. Het voorbeeld van Pasteur toont uitstekend aan dat een nieuwe tak van wetenschap juist beschavend kan zijn. Door de kweek van kiemen als derde partij in alle relaties te introduceren, doet Pasteur meer dan een tak van wetenschap ontwikkelen: hij verandert de sociale samenhang voorgoed; hij brengt weer eenheid in de samenleving van zijn tijd door een nieuwe solidariteit op te leggen tussen de oneindig kleine wezens, de dieren, de planten en de mensen. Voor zijn komst, hadden we geen idee in hoeverre de mensheid afhankelijk was van onze 'lagere broeders'. Nee, de wetenschap verheft zich beslist niet als een enigszins raadselachtige ivoren toren, waar de menselijke passies en de stoutmoedige objecten onafhankelijk van elkaar te zien zouden zijn; ze schetst een arena waar de geschiedenis van de mens in contact komt met tot dan toe onbekende verwikkelingen van andere wezens, zodanig dat er erin slagen sommige van onze eigenschappen met hen uit te wisselen. Vanaf die eerste experimenten met de fermentatie van melkzuur tot de vaccinatie van de kleine Joseph Meister wist Pasteur, beter dan anderen, in de beschutting van zijn laboratorium die uitwisseling tussen kiemen en mensen te beheersen. (pagina 114-116)

Lees ook:  Oog in oog met Gaia : acht lezingen over het Nieuwe Klimaatregime (2017), Waar kunnen we landen? : politieke oriëntatie in het Nieuwe Klimaatregime (2018), Het parlement van de dingen : over Gaia en de representatie van niet-mensen (2020), Wij zijn nooit modern geweest : pleidooi voor een symmetrische antropologie (1991/2016) en Waar ben ik? lockdownlessen voor aardbewoners (2021) De Aarde bewonen : Nicolas Truong in gesprek met Bruno Latour (2023)

Terug naar Overzicht alle titels

dinsdag 17 juni 2025

Sinan Çankaya

Galmende geschiedenissen
De Bezige bij, 284 pagina's  - € 22,99

Wikipedia: Sinan Çankaya (1982)

Korte beschrijving
Een persoonlijk, kritisch essay over de macht van verhalen. De auteur beschrijft zijn zoektocht naar vrijheid en identiteit. Na te zijn opgegroeid in armoede, streeft hij naar een ander leven. Maar in de literaire en academische wereld ervaart hij afstand tot zijn roots en blijft hij, ondanks inspanningen, toch een buitenstaander. Wanneer hij antisemitisme, islamofobie en de Tweede Wereldoorlog onderzoekt breekt er iets. Zodra hij over genocide op de Palestijnen schrijft, blijkt zijn redacteur niet receptief. Daardoor reflecteert hij op wie er in de maatschappij gehoord wordt en wie genegeerd, en welke geschiedenissen we onthouden of juist vergeten. Op heldere, vloeiende toon geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep.  Sinan Çankaya (1982) is antropoloog, universitair docent en schrijver. Hij schreef meerdere boeken, waaronder ‘Mijn ontelbare identiteiten’ (2020), dat werd werd bekroond met de Jan Hanlo Essayprijs Groot, de Sociologische Bril en de E. du Perronprijs. Hij verzorgde de inleiding bij de Nederlandse editie van Edward Saids ‘Oriëntalisme’.

Tekst op website
Zijn familie is telkens een maandinkomen verwijderd van de armoede. De jonge Sinan hunkert naar een ander leven, naar vrijheid. Hoe hoger hij klimt op de sociale ladder, hoe groter de afstand tot waar hij vandaan komt: jeugdvrienden en familie vervagen. Toch ontsnapt hij niet aan zijn verleden.In de literaire en universitaire wereld blijft hij een buitenstaander. Wanneer hij verbanden onderzoekt tussen antisemitisme, islamofobie en de Tweede Wereldoorlog, breekt er iets. Wanneer hij over de genocide op de Palestijnen schrijft, wordt het stil. Mag hij dit verhaal vertellen?

Alles waarin hij had geloofd—klim, leer de taal, werk hard—bleek bedrog. Was dit de bestemming? Is dit vrijheid?

Galmende geschiedenissen is een urgent en persoonlijk essay over wie mag spreken en wie het zwijgen wordt opgelegd, over welke doden we herinneren, en welke verhalen we dieper begraven.

Fragment uit 11. De val
Alsof mij een existentiële keuze werd voorgelegd: 'Dag meneer, mocht u overwegen om links af te laan, dan ligt er een zondig leven voor u in het verschiet. Uw straf is het oneindige hellevuur, demonen en draken. Mocht u daarentegen rechts afslaan, dan komt u een portaal tegen met een directe doorgang naar de hemel!' Natúúrlijk vereenvoudigde ik de zaken. Alsof en-en of grijstinten niet tot de mogelijkheden behoorde, alsof gelovigen niet seksen op een schaal van haram tot halal. Maar de logica vervliegt nu eenmaal subiet wanneer je zalig wordt verwend. Bovendien had ik allerminst het idee dat de duivel zich in me nestelde, integendeel, dit had eerder iets weg van een exorcisme - we wendden ons in allerlei bochten en kronkels om de duivel uit te bannen.
  Eerlijk gezegd kon het hiernamaals me gestolen worden. Ik werd al ingewijd in het hemelse hier en nu, de intiemste geheimen van de wereld werden aan me onthuld. Aan Carolina ontsnapten klanken die aansloten bij reeds op het Latijns-Amerikaanse continent aanwezige sonoriteiten, karakteristieke uitingen van genot en wellust; dat is mijn oordeel als cultureel antropoloog. Ze schaamde zich niet, waarom zou ze. Zij woonde hier niet. Ze liet zich compleet gaan en slaakte kreten die diep uit haar wezen kwamen. Uit schaamte legde ik in een reflex mijn hand op haar mond; wat zouden de buren wel niet denken?
  Mijn gebaar werd begrepen als onderdeel van onze vurige dans. Ze keek me nog verleidelijker aan, legde mijn andere hand op haar keel en kneep die dicht. We kreunden, ja hijgden. Je zou denken dat we elkaar van het leven probeerden te beroven. In reactie hierop zette Abdi, ik ben hier volledig van overtuigd, het volume van het cassettebandje harder.
  De gebeurtenissen hierna zijn troebel. Een auditieve soep. Hoewel de geluiden, die van alle kanten kwamen, elkaar eerst probeerden te overtreffen en iedereen er een schepje bovenop leek te doen, vermengde alles zich heel geleidelijk. Alle sliep in elkaar over: zij ging sneller, kreunde harder en het was alsof ik Ousmane en Aida's gebeuk ook hoorde. Alles liep in elkaar over. Ik hoorde nu ook de bovenburen, hun geroezemoes was oorverdovend, alles liep in elkaar over, werd vloeibaar, het aardse, het hiernamaals, die werelden bestonden niet naast elkaar, ze overlapten elkaar, alle kamers in het huis werden één vertrek, één wereld.
  Geheel volgens de regels liet het getob niet lang op zich wachten. Een paar tellen had ik frivool gezwommen in deze zee van licht vertier en zodra ik eruit stapte, werd ik besprongen door kille gedachten. Door mijn hoofd schoten de teksten van de man uit het Turkse café. Als twintiger, toen, stond ik op een verbeeld, en ook een beetje aangepraat kruispunt. Ik werd volledig in bezit genomen door mijn val.
  Ik dacht: God komt hier niet over de vloer. Opeens voelde ik me intens verdrietig, en ook een beetje leeg. Als alles wat ik had geleerd toch waar bleek te zijn, dan zou mijn straf niet uitblijven.
  Met opengesperde ogen en mijn liefje in mijn armen keek ik naar het plafond en wachtte.
  En wachtte.
  Er gebeurde niets, natuurlijk niet. (pagina 185-187)

Terug naar Overzicht alle titels

Matthias Olthaar

Alles van waarde : een nieuwe kijk op  arbeid, geld en geluk
Bot 2025, 278 pagina's  - € 25,--

Korte bio van Matthias Olthaar (1985)

Korte beschrijving
Een kritische verhandeling over het begrip van welvaart in de economie. Econoom Matthias Olthaar pleit voor een herwaardering van het begrip van welvaart, waarbij hij traditionele wijzen waarop dit bepaald wordt (denk aan het bruto binnenlands product) bevraagt. Olthaar suggereert dat welvaart verder strekt dan de omvang van de economie gemeten in het BBP of iemands inkomen, maar dat het begrepen moet worden als ‘alles van waarde’. Daaronder vallen ook zaken als zingeving, democratie en verbeelding. Olthaar geeft een perspectief voor hoe lezers zich kunnen inzetten voor een welvarendere maatschappij. In heldere stijl geschreven, met veel persoonlijke ervaringen en inzichten uit de wetenschap. Met grafieken en tabellen in zwart-wit. Voor een breed tot geoefend lezerspubliek. 

Matthias Olthaar (1985) is lector vitale economie. Hij schreef eerder 'Hoe handel ik eerlijk' en 'Er is leven na de groei'.

Tekst op website
Wat is economie? Wat is welvaart? Denk je meteen aan geld? Een hoog bbp? Zolang we denken dat economie alleen om cijfers draait, blijven we daarop sturen. Maar goede economische cijfers betekenen nog niet dat iedereen welvarend is en een goed leven heeft. In dit boek legt Matthias Olthaar uit wat economie is, en staat hij stil bij de economische keuzes die we dagelijks maken: als we spullen kopen, carrière maken, dromen najagen, de buurvrouw complimenteren met haar nieuwe auto, of de kinderen succes wensen op school. Hij onderzoekt rijkdom – alles wat van waarde is – en hoe wij als burger, consument, ondernemer of werknemer kunnen bijdragen aan een betere wereld voor iedereen. Alles van waarde toont een nieuw vergezicht en geeft hoop en handelingsperspectief. Dr. Matthias Olthaar is lector vitale economie en gepromoveerd op onderzoek naar de handelspositie van Afrikaanse boeren in mondiale voedselketens. Als co-auteur schreef hij samen met econoom Paul Schenderling de boeken Hoe handel ik eerlijk en Er is leven na de groei. Hij is medeoprichter van Stichting Genoeg om te Leven, die in 2024 op plek 17 van de duurzame 100 in Trouw stond.

Fragment uit 4. De waarde van gemeenschappen
Een interessant hedendaags voorbeeld zijn de boerderijen van Herenboeren. De naam Herenboeren verwijst naar het hebben van een boerderij zonder dat je zelf boert, zoals de vroegere Herenboerderijen. Het is helaas een zeer ongelukkig gekozen naam voor zo'n prachtig initiatief, want de Herenboerderijen uit het verleden waren plaatsen van grote ongelijkheid en uitbuiting. De Herenboer was zeer vermogend, de arbeiders op de boerderij waren zeer arm.
  Herenboeren anno nu zijn boerderijen in coöperatieve vorm. Zo'n tweehonderd huishoudens bezitten certificaten in de coöperatie en betalen maandelijks een bedrag voor pacht van het land, het salaris van de boer en bijkomende kosten. In ruil daarvoor levert de boerderij wekelijks genoeg groente, fruit, noten en kruiden voor zo'n vijfhonderd mensen, en voor wie wil eventueel vlees. 
  Zelf ben ik met mijn gezin lid geweest van Herenboeren Assen toen we nog in Drenthe woonden. Elke week kregen we de verse oogst van het land die we meenamen in onze zelf meegebrachte tassen en kratten. We hebben nog nooit zo goedkoop, onbespoten en plasticvrij gegeten als toen. En dat is ook logisch. Het eten haal je direct van de boerderij. De hele keten van voedselopslag, conservering, bewerking, logistiek en detailhandel verdwijnt. En ik denk dat het zelfs nog goedkoper zou kunnen. Bijvoorbeeld als je korting zou krijgen op het moment dat je zelf zou zaaien, wieden en oogsten omdat je daarmee arbeidskosten bespaart.
  Daarnaast draagt Herenboeren ook in sterke mate bij aan gemeenschapsvorming en creëert zodoende waarde in de strijd tegen eenzaamheid of de zingevingscrisis waarover Nederlandse psychotherapeuten spreken. Door de week heen waren vele vrijwilligers betrokken op de boerderij. Niet omdat dit moest, het is immers een Herenboerderij, maar omdat het kon en leuk is.
  In dit voorbeeld zie je al dat door het wegvallen van een groot deel van de keten dit ten koste gaat van het bbp. En dat is vaker bij gemeenschapszin. Hoewel historisch gezien privaat bezit volstrekt onlogisch of zelfs ondenkbaar was, en dat voor vele gemeenschappen wereldwijd nog altijd is, zijn w ein Nederland gewend geraakt aan privaat bezit. Maar als er meer gemeenschapszin zou zijn en we zouden meer spullen delen met elkaar, dan zou er fors minder geproduceerd worden.
  Neem de auto als voorbeeld. Momenteel zijn er ruim 9 miljoen auto's in privaat bezit in Nederland. Autodeelbedrijf MyWheels stelt dat met 1 miljoen deelauto's dezelfde mobiliteitswaarde gecreëerd kan worden als met 9 miljoen auto's in privaat bezit, nog los van verbeteringen in het openbaar vervoer. En hetzelfde geldt voor zoveel andere producten: wat als we dat zouden delen met onze buren? Denk aan gereedschap, snoeischaren, fietsen, partytenten, speelgoed, statafels, boeken: er zijn zoveel spullen die we gemakkelijk zouden kunnen delen. Als we dat zouden doen, zou onze ruimtelijke omgeving er heel anders uit komen zien, en zou er meer ontmoeting ontstaan tussen buren.
  Toen de auto in opkomst kwam stonden er advertenties in de kranten die opriepen om de komst van de auto tegen te houden. De auto werd gezien als een gevaar voor de straten. De straten  waren ontmoetingsplekken. Vrouwen schilden voor hun huizen de aardappels (genderrollen bepaalden dat) en kinderen speelden vrij en vrolijk op straat. Men kende elkaar, wist precies welke kinderen waar woonden, zag naar elkaar om en hoefde kinderen niet te waarschuwen voor het dreigende gevaar van een auto. Stel, we zouden met elkaar afspreken dat er in onze economie meer behoefte is aan gemeenschapszin, dan is een manier om dat te doen door de straten weer om te vormen tot plekken van ontmoeting en spel. Dit kan bijvoorbeeld door als straat af te spreken om, waar mogelijk, zo min mogelijk gebruik te maken van de auto en auto's deelauto's te laten zijn. Als de deelauto's dan aan het begin en/of einde van de straat staan en daar eveneens kluisjes staan voor pakketbezorgdiensten en eventueel een deeldepot voor dingen als gereedschap, dan kan de rest van de straat omgetoverd worden tot ontmoetingsplek voor de buurt. In principe kan de hele straat groen worden. Kinderen kunnen er vrij en onbezorgd spelen en tijdens het spel plukken ze pruimen en bessen van de bomen en struiken. Een speciaal hoekje is ingericht voor een pluktuin waar omwonenden mooie bloemen voor in huis kunnen plukken. Her en daar staan picknicktafels om elkaar te ontmoeten. En wellicht vindt de buurt het leuk om één of twee openbare openluchtkeukens te maken in de straat. Het is een plek waar de buurt samen kan komen rondom de vreugde van het samen eten bereiden en nuttigen. (pagina 79-81)

Terug naar Overzicht alle titels

Robert D. Kaplan 3

Het barre land : de permanente crisis waarin de wereld zich bevindt
Spectrum 2025, 208 pagina's € 25,99

Oorspronkelijke titel: Waste land : a world in permanent crisis (2025)

Wikipedia: Robert D. Kaplan (1952)

Korte beschrijving
Een diepgaande analyse van de huidige geopolitieke situatie, aan de hand van wereldliteratuur en vergelijkingen met de Weimarrepubliek. Robert D. Kaplan onderzoekt de oorsprong van wereldwijde geopolitieke uitdagingen en bespreekt mogelijke toekomstscenario’s aan de hand van historische en literaire referenties, zoals het gedicht van T.S. Eliot waarnaar de titel van het boek verwijst. Waar Eliot in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog schreef over het verval van beschavingen, beargumenteert Kaplan dat de wereld sinds het einde van de Koude Oorlog wordt gekenmerkt door een vorm van zelfobsessie die de val van het Westen kan betekenen. Hij trekt tevens de vergelijking met de Weimarrepubliek en waarschuwt dat problemen zoals recessie en massamigratie tot wereldwijde crises kunnen leiden, tenzij leiders ingrijpen. Helder en gelaagd geschreven. Met zwart-witfoto. Uitsluitend geschikt voor een geoefende lezersgroep. Robert D. Kaplan (New York, 1952) is een Amerikaanse schrijver en journalist. Hij publiceerde o.a. 'De geopolitieke tragedie',* 'De wraak van de geografie'** en 'Moesson'.

Tekst op website uitgever
obert Kaplan over de uitdagende toekomst die ons te wachten staat

De wereld heeft te kampen met een catastrofale combinatie van oorlogen, klimaatverandering, rivaliserende grootmachten, razendsnelle technologische ontwikkelingen en ontelbare andere uitdagingen. In Het barre land onderzoekt Robert D. Kaplan hoe we in deze ogenschijnlijk permanente crisis beland zijn – en welke toekomst ons te wachten staat.

Kaplan richt zijn blik op het verleden en op de literatuur, waaronder T.S. Eliots gedicht waaraan de titel is ontleend, om de hedendaagse geopolitieke situatie te duiden. Waar Eliot in het spoor van de Eerste Wereldoorlog schreef over het verval van beschavingen, beargumenteert Kaplan dat de wereld sinds het einde van de Koude Oorlog wordt gekenmerkt door een vorm van zelfobsessie die de val van het Westen kan betekenen. Hij trekt in het bijzonder de vergelijking met de Weimarrepubliek, die met een reeks crises werd geconfronteerd die gevolgen had op het gehele wereldtoneel. Ook nu lijken de problemen van de eenentwintigste eeuw – zoals recessie, massamigratie en machtsconflicten – ervoor te zorgen dat elke regionale ramp een wereldwijde crisis teweeg kan brengen. Net als in Weimar dreigt de situatie uit de hand te lopen, tenzij onze leiders opstaan en de neerwaartse spiraal een halt toebrengen.

Fragment uit III Massa en chaos
Hoewel de technologie zich is blijven ontwikkelen, liggen de wortels van de permanente crisis in de eenentwintigste eeuw nog altijd in wat er fout ging in de twintigste eeuw. Het nazisme en communisme deelden twee beslissende aspecten: de veiligheid van de massa en de hunkering naar zuiverheid. Ik herinner me dat ik in november 1981 in de Roemeense hoofdstad Boekarest was en daar grote mensenmenigten in de vrieskou zag marcheren onder het uitroepen van 'Ceaușescu, pace, Ceaușescu, pace'(Ceaușescu, vrede, Ceaușescu, vrede). Ze eisten vrede en nucleaire ontwapening, terwijl ze tegelijkertijd de totalitaire dictator eer bewezen. Morele zuiverheid en blinde gehoorzaamheid vormden de boodschap die de massa uitzond. De heilige traditie, die volgens Max Hayward, de beroemde Britse vertaler van Russische literatuur, 'niet kan worden verzonnen of aangeleerd', was door de stalinistische dictator van Roemenië volledig vernietigd, en vervangen door de socialistische 'vooruitgang' als de mechanische beweging van de wijzers van een klok die verkondigde dat de toekomst maar één richting heeft. Zulke domme massa's verwerpen alle beschavende en historische traditie, inclusief religie, en geven zich over aan een of andere vorm van ideologie. Dat doen ze door vernietiging van de herinnering en het bestaan van het individu, dat juist omdat hij of zij een individu is, misschien afwijkt van de politieke koers die de massa eist.
  Met Massa en Macht, dat voor het eerst in 1960 in Duitsland verscheen, heeft de Bulgaars-Joodse filosoof Elias Canetti misschien wel het meest instructieve boek van de afgelopen honderd jaar geschreven over de crisis in het Westen. Volgens Spenglers lijvige boek is de westerse beschaving, zoals alle beschavingen, uiteindelijk efemeer en gebonden aan de ontwikkeling van de stad. Canetti verklaart in zijn boek het mechanisme van deze neergang. Net als Hannah Arendt schreef Canetti direct na de ravage die het nazisme en het stalinisme hadden aangericht, en hij had een bijzonder talent voor het heden en de toekomst. Canetti kreeg de Nobelprijs voor Literatuur hoofdzakelijk voor dit boek, dat ik voor het eerst las in een pocketuitgave in Roemenië, waar ik precies zulke massa's als die waarover Canetti schreef tegenkwam. Net als Hannah Arendt begreep hij dat de ergste tirannieën voortkwamen uit isolatie en eenzaamheid van het individu, die tot de meest angstaanjagende massavorming leidt. Dat betekent dat de massa bestaat uit eenzame mensen, zoals we zullen zien.
  In zijn vroege roman , Auto-da-fé, legt Canetti de basis voor Massa en Macht door de neurose te analyseren van een man die in eenzaamheid en volledig voor zijn bibliotheek leeft, omdat boeken voor hem menselijke levens hebben vervangen. Hij heeft minimaal contact met anderen en wordt gekweld door zijn huishoudster: 'We komen dichter bij de waarheid door ons af te sluiten van de mensheid. [...] Het grootste gevaar dat een geletterd man bedreigt is dat hij zichzelf verliest in gesprekken. [...]  Hij snakte naar stilte zoals anderen naar adem.' Dit is natuurlijk de beschrijving van een man die graag alleen is. Uiteindelijk wordt hij geestelijk verrijkt door zijn boeken en studie. Maar de overgrote meerderheid van de mensen wil ontsnappen aan eenzaamheid en juist een zijn met anderen. Canetti, die eenzaamheid in al zijn facetten en van alle kanten heeft bestudeerd, is bij uitstek geknipt om het verschijnsel van de mens te onderzoeken. 
  De massa, zo beschrijft Canetti, ontstaat uit de behoefte van het eenzame individu om zich te conformeren aan anderen. Het individu wil zichzelf verliezen en ontsnappen aan zijn isolatie door letterlijk schouder aan schouder te gaan staan met anderen, en de adem van anderen in zijn nek te voelen. Alleen in de massa kan hij ontsnappen aan de aangeboren menselijke 'angst om te worden aangeraakt' door een onbekende. Omdat hij in zijn eentje geen macht kan uitoefenen, oefent hij die uit via een massa die met één mond spreekt. Hij betekende niets voordat de massa ontstond en nu is hij alles. De massa heeft de drang om voortdurend te groeien door anderen te redden uit hun eenzaamheid en alle hiërarchie te elimineren, omdat een eenzaam individu altijd wil worden gezien en macht wil uitoefenen over zijn meerdere. 'In de massa is iedereen gelijk', benadrukt Canetti. Maar de massa voelt zich belaagd en eist vergelding omdat eenzame individuen altijd ergens verbitterd over zijn. Daarom ziet de massa zichzelf als volstrekt zuiver, omdat ze de hoogste deugd heeft bereikt. Uiteindelijk kan het eenzame individu, althans naar eigen overtuiging, geen kwaad doen. En hij ontvangt daarvoor rechtvaardiging binnen de massa, waar hij voor het eerst voelt dat hij macht heeft. Zo begint tirannie.
  Een belangrijk doel van de massa is het opsporen van hen die niet voldoende deugen, bijvoorbeeld zij die aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan, omdat het als zodanig brandmerken van iemand uiteindelijk neerkomt op de veronderstelling de loop van de geschiedenis te kennen, een soort kennis die niemand gegeven is. Want zelfs degenen die strijden tegen de meest abjecte dictaturen kunnen niet zeker weten wat de gevolgen zullen zijn. Ze kunnen alleen strijden. Het categorisch verklaren de toekomst te kennen valt dus onder de definitie van ideologie, waarvan de menigte, of de massa, een belangrijk wapen is.  (pagina 171-173)

Lees ook: Duister Europa : twee koude oorlogen en een reis door groot-Roemenië (uit 2016) en Moesson : de Indische oceaan en de toekomstige wereldmachten (uit 2011)

Terug naar Overzicht alle titels